Return to the Motor Page


Een toertochtje




Ik was helemaal tevreden met de prestaties van mijn motor. En het was mooi weer, en zaterdag. En wat doe je dan ? Juist. Koffie zetten, thermosje inpakken, boterhammetjes mee, en opstappen. Waarheen ? Elke reis zal toch weer naar huis gaan, maar het is niet alleen het doel wat telt, ook de reis is belangrijk.

Die dag ging het naar het westen. Eerst naar Wageningen, en dan even langs de rivier, naar Elst. Daar verder richting Amerongen en Doorn. En toen zat ik, vlak na Odijk ineens in Bunnik, en aan de verkeerde kant van de A12. Ik wilde eigenlijk richting IJselstein, en langs de rivier. Wat nu ? De kaart gaf geen makkelijke oplossing, behalve eentje die ik liever niet deed. Maar goed, stilstaan is ook niets, dus daar ging ik.

En het deed me weer terugdenken aan die allereerste keer met de allereerste motor. De eerste langere rit, voor het eerst van Bodegraven (waar ik toen woonde) naar Ede. Dat was in 1978, en ik had net mijn motorrijbewijs. Mijn eerste motor was een CB200, en ik vond het toen, de eerste keer, reuze spannend om over dat ‘drukke’ verkeersplein Ouderijn te rijden, al was het dan ook eenvoudig rechtdoor.

Nu, meer dan vijfentwintig jaar later, heb ik een beetje hetzelfde gevoel. Ik ga bij Bunnik de A12 op, draai eraf naar de A27, en neem de afslag Houten. Na een controle op de wegenkaart blijkt dat ik toch een afslag te vroeg heb genomen. Dus weer de snelweg op, en de volgende afrit, Nieuwegein, er weer af. Nu eens kijken, waarheen ik wil gaan.

Ik ga door Nieuwegein-IJselstein heen, en kom op de dijk langs de Lek terecht. Kijk, dat is nou mij type weg. Rustig rijdend over de dijk, waar een snelheidsbeperking geld van 60 Km/h wordt ik eensklaps ingehaald door twee snelheidsmonsters (Kawasaki ? Yamaha ?) met jongens strak in leren pakken. Die 60 duidelijk een snelheid voor watjes vinden, helemaal niet stoer en zo. Ze gaan hun gang maar. Rustig rijdend zie ik de rivier, maar nu vanaf de dijk. Een paar jaar geleden voer ik met een zeiljacht, de Zephyr, hier beneden langs. Ik geniet volop van de zon, het rustige draaien van de motor, en het rustige draaien van de dijk. Bij Jaarsveld moet ik van de dijk af, de weg is afgesloten. Over de N210 rij ik naar Schoonhoven, en verder in de richting Krimpen aan de IJsel. Daar vind ik het hoog tijd voor een kleine pauze. Op een carpoolplaats wordt geparkeerd, en koffie en een boterham gegeten. En dan is het ook langzaam aan tijd om terug te gaan. Ik had me voorgenomen om ongeveer 100 km weg te gaan, en daar zit ik nu bijna op. Dus terug. Natuurlijk niet over dezelfde weg, maar anders. Ik ga richting Zuidbroek, over een weggetje met aan weerskanten een vaart, en daarachter huizen en boerderijen.

Op een gegeven moment zie ik een jongeman met een Yamaha uit tegenovergestelde richting lopen. Toch maar even keren en vragen wat er is. “Geen benzine” is het antwoord. Slordig, maar waar moet hij heen. Het blijkt dat hij twee kilometer verder woont. Helpen ? Ja, natuurlijk. Maar hoe? Ik zie maar één oplossing. Net zoals fietsers wel eens door bromfietsers worden voortgetrokken aan de schouder, neem ik de Yamahiaan op ‘sleeptouw’ Mijn schouder heeft het even zwaar te verduren, maar het lukt. Gelukkig is er heel weinig verkeer, en bij de paar auto’s die tegemoet komen of vanachter komen wordt er snel ‘gelost’ en dan weer ‘aangehaakt’. Het is riskant, dat weet ik, maar het werkt. Als de Yamahist thuis is zwaai ik nog een keer en ga verder.

Verder blijkt bij de pont van Berg-Ambacht uit te komen. Ik denk even na, maar waarom niet? Aan de overkant gekomen gaat het richting Groot-Ammers, en het gaat vlot. Totdat ik, vlak buiten Groot-Ammers, achter een vrijwel onafzienbare rij auto’s terecht kom. Er wordt langzaam, heel erg langzaam gereden. Zo langzaam, dat het niet leuk meer is. Als ik eindelijk, na wat een eeuwigheid lijkt, bijna aan de kop van de file ben gekomen, draaien voor me net twee rijtuigjes de dijk af. De weg is vrij. Maar hier is een maximale snelheid van 30 Km/h. Langzaam rij ik verder, nu vanaf de andere oever langs de rivier waar ik zo heerlijk heb gezeild. Maar dit schiet echt niet op en ik heb het even helemaal gehad met de Lekdijk, en bij de eerste mogelijkheid rechtsaf ga ik de vrijheid tegemoet. Hoe ik er ben gekomen weet ik niet, maar naar m’n gevoel heb ik honderd bochten naar links en recht gedaan, voordat ik eindelijk op een pleintje voor de kerk van Meerkerk de motor even stilzet, en op een bankje in de zon ga zitten. Tijd voor koffie, zon, rust en een telefoontje naar huis, om te zeggen dat alles goed is, en dat ik bezig ben er aan te komen.

Langs het Merwede kanaal gaat de tocht verder. Een prachtige omgeving, heerlijk rustig, maar waar kan ik nou dat kanaal over ? Een brug geeft de oplossing, en aan de overkant zie ik een bordje Leerdam. Dit is een echte zwerftocht geworden, bedenk ik me, als ik de CX naar Leerdam stuur. Daar staat Culemborg aangegeven, en dat doe ik dan maar. Via Zijderveld kom ik aan de snelweg, en daar moet ik een klein stukje A2 doen, om bij de afslag Culemborg te komen. Nu ben ik weer op een bekende weg. Dit is de weg naar Rhenen, en daar kan ik de Nieuwe Rijn weer over, en dan ben ik bijna thuis. De CX ronkt lekker door, en de N320 ligt er rustig bij. Heel af en toe is er een auto die verschrikkelijk veel haast heeft, maar die mag er wel langs. ’t Is zijn bloeddruk, denk ik. Zonder veel avonturen bereik ik Rhenen, De brug over, en naar Wageningen. Voorbij de dierentuin en de ere-begraafplaats gaat de weg onhollands stijl naar beneden. Maximaal 60 geldt daar. Met de motor is dat inderdaad aan te raden, merk ik. Onderaan kies ik voor de mooie route naar Wageningen, alweer over een dijk, langs de ‘Blauwe Kamer’. En dan is daar Ede weer. Na de laatste verkeerslichten draai ik, met een ruime 200 kilometer meer op de teller, de CX weer achter het huis. Een paar heel kleine spatjes regen gehad, veel gezien, leuke dag en een fijne rit gehad.



Return to the Motor Page