Terug naar de Motor-pagina




If it ain't broke.......


"If it ain't broke, don't fix it" is de slogan die Peter, beter bekend als Pjotter, hanteerd, zeker met betrekking tot zijn CX. De CX, zijn enige vervoermiddel, rijdt in een doorsnee jaar meer kilometers dan anderen in vijf jaar. Even naar Zuid-Spanje, daar druk rondrijden, weer terug, en dat dan nog eens. Normaal, vind Pjotter. En zolang het apparaat niet uit elkaar valt van ellende, is er niets op aan te merken. Maar ja, ook zo'n werkpaard CX is soms aan de beurt voor een nieuwe waterpomp seal en keerring.

Op de site plaatst Pjotter een vraag onder het kopje "spontaan iets verlies van koelvloeistof". En het zou niet de site van de Dutch CX club zijn als daar niet heel snel een flink aantal reacties op kwamen.

In het vraag en antwoordspel wat volgt komen een paar dingen naar voren: er lekt koelvloeistof, de seal zit er vier jaar in, er is meer dan 20.000km mee gereden. De algemene conclusie is: seal defect, einde verhaal: vervangen.

Uiteindelijk komt de reparatie terecht bij Theo J. en, nieuwsgierig als dat ik ben, wil ik er ook bij zijn. Geen probleem, vinden Theo en Pjotter, en vele handen maken licht werk en zo. Dus als op 22 maart Pjotter voor de deur verschijnt, sta ik snel klaar om hem, met de "Rode Rakker", naar Theo te begeleiden. Daar is er al ruimte in de schuur/werkplaats, en de motor kan direct de brug op.

De Vetterkuip op Pjotters CX zit anders vast dan we gewend zijn. De kuip hangt half aan het frame, en als we een paar punten los gehaald hebben, kan de kuip iets worden opgetild. Zodoende hoeft niet die hele bovenkant eraf, en kan ook het grootste gedeelte van de bedrading blijven zitten. In het geval van Pjotters CX een voordeel, want lang niet alle draden zijn in de gebruikelijke CX kleuren, en lang niet alle draden lopen zoals je dat zou verwachten.

Maar het lukt om de kuip los te krijgen, en er wordt aan de uitlaten begonnen. Ook een verhaal apart, maar we krijgen, met enige moeite, de uitlaten er onderuit. Het scheelt dat de balanspot van een 'C' model is, en aan de onderzijde niet past op het 'B' blok, en dus ook niet vast zit, dan kan er ook niets roesten. Wat wel lastig is, is dat de Krauser-koffers niet makkelijk afneembaar zijn, omdat er, vanwege verhoogde veiligheid, extra achterlichten op zijn gemonteerd. Dus laten we die voorlopig maar zitten. Maar sommige bouten moeten wel los, en daar is dan ook meteen de eerste verrassing. Het bovenste ophangpunt aan de voorkant, waar de cilinderkop aan het sub-frame vastzit, vertoont een scheur. De vraag is natuurlijk: hoe ernstig is dit? Laten zitten? Het zit al geruime tijd, vind Pjotter, en het is tenslotte zijn motor. Er wordt besloten om het blok gewoon aan het sub- frame te laten zitten, en alleen dat los te halen van het frame.

een scheur
... een scheur ...

En zo schiet het al aardig op, en als we langzaam aan bout na bout, moer na moer losmaken komt het blok steeds meer los te zitten. De accu is al verwijderd, en de kabels voor gas, choke en koppeling worden losgehaakt. De carburateurs blijven zitten, en worden aan de cilinderzijde losgemaakt, en daarna opgehangen aan het frame. Pjotter, die in Spanje met een minimale hoeveelheid gereedschap al eens het blok los heeft gehaald, en ook weer eronder heeft weten te krijgen, adviseert om de beide schetsplaten te laten zitten. Wel verwijderen we de startmotor, en wordt, niet onbelangrijk, de borgbout van de cardanas losgehaald.

steeds meer los
... steeds meer los ...

Hoewel ik er helemaal niet hoef te zijn, voel ik toch even, min of meer uit gewoonte, aan de achterbrug, en steek zonder problemen mijn vingers dwars door de verrotte draagarm van de brug. “Ja,” zegt Pjotter, “die is niet zo heel goed meer.” Dat is duidelijk, en een 'understatement' van formaat. Maar ja, getrouw aan zijn motto "If it ain't broke, don't fix it" is Pjotter met deze achterbrug blijven doorrijden. Omdat niemand bereid was de motor onderdak te bieden tijdens Pjotters afwezigheid in de winter, heeft de motor twee keer een winter buiten gestaan, en is het kleine roest plekje wat er op zat in vrij korte tijd zo groot geworden, dat zowel Theo als ik het eigenlijk onverantwoord vinden om daarmee verder te rijden.

Maar eerst is er nu een ander probleempje, want de motor staat hier voor een nieuwe seal. Pjotter heeft er, naar eigen zeggen, vier jaar geleden een nieuwe ingezet, en die is nu al aan vervanging toe. Dat is de eerste prioriteit. Dus wordt nu met een motorkrikje het blok voorzichtig onder het frame uitgehaald, en, als ook de bijna vergeten kabel van de toerenteller los is, met vereende krachten op een werkbankje getild. Het is een wat vreemd blok, wat onder deze CX uitkomt. De ene cilinder is met een ontluchtings-pijpje, de andere heeft dat niet. Dit blok is een Marco Becker's blok, en heeft geruime tijd onder Marco's motor gehangen, voordat Pjotter het vier jaar geleden van Marco kocht. Nu weet ik dat Marco veel van de CX weet, en goed weet wat er kan en niet kan, maar ikzelf zou nooit een 'z' cilinderkop en een 'B' cilinderkop op één blok willen monteren, met een dubbele carter-ontluchting ook nog.

Als we het waterpompdeksel verwijderen is er de volgende verrassing. De dopmoer van het schoepenrad ligt los. Ook niet echt fijn. Dan wordt, nadat alle boutjes rondom zijn verwijderd, het achterdeksel met grote zorg gelicht. Een klopje met de rubber hamer hier, en beetje duwen daar, en het achterdeksel komt omhoog. En zien we, als volgende verrassing, een automatische kettingspanner. Zo kom je nog eens wat tegen in een CX blok. Helaas voor Pjotter is de achterdeksel pakking toch op één plekje blijven plakken, en dus gescheurd. Jammer, dat kan niet opnieuw gebruikt worden. Dus is nu het pakking schrapen aan de beurt. En terwijl we daar mee bezig zijn zoeken we de pasbusjes en kijken naar de water doorlaat openingen. Maar we missen een pasbus, en we missen zelfs de plek waar de pasbus in moet. Aan de ene kant zit er wel een opening voor, aan de andere kant niet. Het klopt gewoon niet. Dit deksel, zo besluiten we, is niet van dit blok. Maar het heeft wel gewerkt, en het moet ook weer gaan werken, want Pjotter moet nog naar huis vanavond, en het liefst met zijn eigen CX. Dus worden nu de seal en keramische keerring die Pjotter slechts vier jaar geleden heeft geplaatst er uit gehaald, en de nieuwe worden erin geplaatst.

En dat geeft problemen.

Ik heb Theo eerder een seal en keerring zien plaatsen. Kalm en rustig, zonder grote zorgen met een flinke dop en een beetje geduld. Het leek scheef te gaan, maar paste uiteindelijk perfect.

Maar nu niet.

De nieuwe seal gaat niet netjes recht het gat in. In plaats van keurig naar beneden te zakken, kantelt de seal, en komt scheef in het gat te zitten. Theo, Pjotter, Henk, (die intussen gearriveerd is,) en ik, we snappen er niets van. Er is een vervangen seal uitgekomen, waarom past een nieuwe vervanging dan niet er in? Het lukt om de seal te verwijderen, maar een tweede maal plaatsen heeft hetzelfde effect. Erger, de seal is nu zo beschadigd dat Theo deze niet meer wil gebruiken. Gelukkig heeft hij er nog eentje op voorraad, maar ook die past niet.

nieuwe seal
... nieuwe seal ...

Pjotter blijft erbij dat hij eerder de seal vervangen geeft, maar de schuifmaat geeft aan dat het gat nog steeds 27,2mm in doorsnede is, en daar kan geen nieuwe seal van 27,7mm in passen. Dus zou Pjotter nog een oude seal gekregen hebben? We snappen er niets van. Maar toch wordt, heel voorzichtig, het gat 'opgedremeld' tot 27,7mm. En wordt de seal in de vergrote opening geplaatst. Het past, haast te gemakkelijk, maar het past. Ook de keerring aan de achterzijde wordt geplaatst, en dan is het tijd voor de lunch.

Later heb ik uitgezocht wat er fout gegaan is. Inderdaad heeft Pjotter een keer een seal en keerring vervangen. Maar binnen een week raakte dat blok defect, en kocht Pjotter het blok wat nu onder zijn CX hangt. Hiervan waren nog nooit seal en keerring vervangen, en dus paste de nieuwe seal niet, omdat het gat nog niet was vergroot.


Tijdens de lunch kwam toch weer de vraag naar boven: achterbrug vervangen, of niet? Pjotter, getrouw aan "If it ain't broke, don't fix it", vindt dat het best kan, maar Theo en ik zijn een andere mening toegedaan. Na de lunch wordt er in de voorraad gekeken en zowaar, een in redelijke staat verkerende achterbrug. Maar de tijd begint te dringen, het is al in de middag, en nu ook een achterbrug vervangen moet worden konden we wel eens in tijdnood komen.

Dus, terwijl Theo en Pjotter verder gaan met het blok, ga ik, bijgestaan door Henk, aan het werk met het verwisselen van de achterbrug. Achterwiel eruit, de remstang los, de remverankering los, en de schokdempers eraf, in hoog tempo wordt Pjotters CX van zijn achterkantje ontdaan. Het kost even moeite, zelfs met een brug-met-gat, om het achterwiel te verwijderen, zeker nu de koffers blijven zitten, maar het lukt. De linker lager tap wordt in zijn geheel losgehaald, en de achterbrug wordt uit de rechter lager bus gewriemeld. Zo kunnen we goed zien hoe groot de door roest veroorzaakte schade is.

De vervangende brug gaat op zijn plaats, en het hele feest van bouten en moeren begint weer, maar nu in de omgekeerde volgorde. Tegen de tijd dat Theo en Pjotter het blok weer in elkaar hebben is een groot deel van de achterbrug ook al weer klaar.

roest
... roest ...

schade
... schade ...

Het blok geeft nog een probleem prijs. Tijdens het weer samenbouwen ziet Theo wat bij de kleppen van de rechtercilinder glinsteren, een plek waar geen olie, geen benzine, geen vet en geen koelvloeistof hoort te komen. Alleen gas hoort daar te stromen. Wat was dat nu weer? Met een watten staafje wordt van de geheimzinnige vloeistof een monster genomen. Olie is het niet, benzine lijkt het ook niet te zijn. Dus koelvloeistof? Hoe was dat nu weer mogelijk. En toen bedacht ik me de scheur in de cilinder-kop bevestiging. Misschien was er een haarscheurtje naar de koeling toe, maar misschien ook niet. Maar de tijd raakt op, en een kop-wissel zou te veel werk zijn. Onder het motto van “hij heeft het tot nu toe gedaan, en zal het in de toekomst ook wel doen” wordt het blok weer onder de CX gedragen, en langzaam, heel langzaam weer omhoog gekrikt. Twee, drie keer moeten we stoppen, en iets terug, als er slangen of kabels of draden klem beginnen te zitten. Ook moeten we uitkijken dat de kuip weer netjes op de juiste plek terecht kwam. Maar ook dat krijgen we voor elkaar. De carburateurs worden aangesloten, de bevestigingsbouten ingedraaid en de kabels en draden die een paar uur geleden waren losgehaald worden ook weer aangesloten. De uitlaat komt weer op zijn plek, en zo langzaamaan begint het weer een hele motor te worden.

hele motor
... een hele motor ...

Maar nu heb ik het even gehad. De inspanning van de laatste uren, de tijdsdruk, alles bij elkaar, ik ben er even klaar mee. Om half vijf nok ik af, een bijna afgebouwde motor op de brug achterlatend. Morgen wil ik weer aan een motor gaan werken,maar dan aan mijn zwarte CX, die waarschijnlijk de “Zwarte Zwerver” gaat heten. Morgen is de dag van de kopwissel op die zwarte, om die weer in goede staat te krijgen, en dat vindt ik toch minstens zo belangrijk als Pjotters CX.

Later die avond, na wat rust te hebben genomen bel ik Theo nog even op: of alles verder goed gegaan was. Het blijkt dat Pjotter op zijn eigen CX naar huis gereden is. Dus dat is ook weer in orde. Het is is drukke dag geweest, met een hoog CX-gesleutel gehalte. Maar in elk geval doet íe het weer. Er is iets voor te zeggen, pas te repareren als het kapot is. Maar om met wrakke onderdelen te blijven rijden, dat gaat me toch wel te ver.

"If it ain't broke, don't fix it" tegen "preventief onderhoud". Ik weet wat ik kies.






Terug naar de Motorpagina