Terug naar de Motorpagina


Gasfabriekjes van een CX500


Nadat ik door de ANWB weer op weg geholpen was, van de N224 naar huis, had ik een beetje genoeg van die verdraait lastige gasmachientjes onder deze CX500, de “Rode Reservist”. Ja, hij zag er best goed uit, maar behalve er goed uit zien moet er ook goed mee gereden kunnen worden, en dat was niet het geval. Zoals het er nu uitzag kon ik het niet alleen, maar misschien dat iemand me kon helpen.

Dus ging er een mailtje naar Theo J. in Bennekom, en na een tijdje kwam er antwoord. Via de telefoon werd er daarna een afspraak gemaakt, en zodoende startte ik, op een mooie donderdagmiddag, de motor. Tja, hij bleef het doen, maar met 5000 tpm stilstaan bij een verkeerslicht, nee, ik vond het niet leuk, al die aandacht die ik kreeg.

Het lukte me om, met hoge toerentallen en al, bij Theo te komen. Eerst een kopje koffie, en daarna reden we de motor de werkplaats in, waar de brug al vrij gemaakt was. Voorwiel op de juiste plaats, dan op de middenbok, en dat was dat. Zadel en tank waren er snel af, en vervolgens begonnen we aan het uitbouwen van de carburateurs. Klembandjes werden losgehaald, en daarna de boutjes, waarmee de inlaatspruitstukken aan de cilinders vast zitten. Ook maakte ik de bovenste schetsplaten los, om meer werkruimte te hebben.

Terwijl hij de inlaatspruitstukken opzij legde merkte Theo op dat er een rare bruine aanslag op de wand van de spruitstukken zat, en ook in de inlaatopeningen van de beide cilinder zichtbaar was. We dachten na over dat rare spul, terwijl we de carburateurset , waar de gas- en chokekabels nog aan vast zaten, aan de linkerkant uit de motor haalden. De set werd eventjes op de werkbank gelegd, en Theo wilde nu eerst de tank inspecteren. En dat was niet goed. De zwarte coating binnenin de tank was aan het loslaten. En behalve het normale filter in de tank was er verder geen benzine filter in de benzine toevoer weg opgenomen. “Dat”, zo zei Theo, “kon wel eens de oorzaak van de problemen zijn.”

rare bruine aanslag
... rare bruine aanslag ...

de oorzaak van de problemen
... de oorzaak van de problemen ...

En als ik goed nadenk, dan zou dat best wel kunnen. Een aantal maanden geleden had ik de rechter cilinderkop van deze motor vervangen, en ik kon me niet herinneren dat de inlaatpoort toen ook vuil was. Dat moest dus gekomen zijn nadat ik de benzinetank van zwart naar rood had gewisseld.

Leuk om te weten, natuurlijk, maar nu zaten we met de aangebakken zooi. Eerst werd er nu een carburateur geopend, en Theo was niet blij met wat hij daar zag. Ja, de gasschuif ging nog steeds op en neer, maar naar zijn mening toch te zwaar. Uit elkaar dus, met dat ding, en schoonmaken. Met een poetsdoek, poetsmiddel en een losse gasschuif had ik mijn handen wel even vol. Theo ging ondertussen verder met de demontage van deze eerste carburateur. Elk hoekje werd schoongemaakt, alle vuil uit de vlotterbakjes gehaald , en de sproeiers netjes losgemaakt en dan is het ineens: “Hee, kun jij zien welk nummer hierop staat?” Dat kon ik en nee, volgens het grote boek van Peters was het niet het juiste nummer. Dus ook de sproeiers in deze carburateurs zaten verkeer om gemonteerd.

volgens het grote boek
... volgens het grote boek ...

Nadat alle onderdelen van carburateur nummer één weer netjes vastgezet waren, was carburateur nummer twee aan de beurt, en weer mocht ik de gasschuif in een betere conditie brengen. Maar, ik moet zeggen, ik had op deze manier wel eer van mijn werk. Wanneer ook de sproeiers van de tweede set op de juiste manier waren gemonteerd, en nagekeken en nog eens nagekeken, ging ook hier de gasschuif er weer in, het vlotterbakje eronder, en het kastje dicht. De afstelling werd gedaan volgens de 'twee slagen los' regel, en tenslotte kon het hele geval er weer onder. Wel maakten we eerst de kabels vast, want de kabels vastzetten met de carburateurs in het frame is heel wat moeilijker dan de kabels vastzetten met de carburateurs naast de motor. Terwijl Theo met de laatste afstellingen bezig was, had ik de inlaatspruitstukken ook van hun bruinige aanslag ontdaan. Die zagen er nu ook weer goed uit.

schoonmaken
... schoonmaken ...

eer van mijn werk
... eer van mijn werk ...

En dan is het tijd voor koffie. En voor een probleempje. Want de mooi gespoten rode benzine tank is, zoveel is duidelijk, compleet ombruikbaar. Daar moest een andere voor komen. Dus, na een tweede kopje koffie gingen we per auto naar Ede, waar twee goede tanks in de schuur hingen. Zwart of rood, was de vraag. De keuze viel op de zwarte tank. Een kraantje had ik ook nog ergens, en met deze buit vertrokken we weer naar Bennekom.

Met behulp van een krukje, een trechtertje, twee stukken benzineslang en een benzinefilter werd er een overtap installatie gemaakt. Meteen konden we ook zien hoe armetierig de straal benzine uit het kraantje van de 'vuile' tank was, en dat de doorvoer duidelijk groter was, als de kraan op 'reserve' werd gedraaid. Het duurde wel even om op deze manier de tank leeg te laten lopen, dat was het nadeel.

Op een gegeven moment nam de straal benzine duidelijk af, terwijl het gewicht, en het geklots in de tank nog steeds een indicatie was dat er nog een redelijke hoeveelheid benzine in zat. Dan maar het kraantje eraf. Maar zelfs die noodgreep leverde maar een zwak straaltje op. Een boormachine met boor werd ingeschakeld, en daarmee lukte het me om het filter, nu helemaal dicht geslibt met bruin spul, te verwijderen. Nu stroomde de benzine door een veel groter gat, maar drie of vier minuten later, als er nog steeds benzine in de tank zit, is het toch afgelopen. Het tussen-filtertje was nu helemaal donker gekleurd, en er kwam amper nog benzine doorheen.

De zwarte 'schone' tank werd gemonteerd op de CX. En nu was het moment gekomen. Doet 'ie het of ….....

Jawel, hij deed het. We deden de motor weer uit, en plaatsten de laatste schroef, die van de tank, zetten het zadel terug, en reden de CX naar buiten. En dan was het tijd om het pak aan te trekken, Theo bedanken voor de koffie, de gastvrijheid en de hulp, en weg te rijden. Tenminste, als de accu niet alweer leeg was.

Gelukkig stond er nog een geladen reserve accu, en daarmee kon ik de “Rode Reservist” starten. Het machien bleef nu veel stabieler op toeren, en het zou best eens kunnen dat we het probleem nu opgelost hadden. We zullen zien. Ik beloofde Theo dat ik hem op de hoogte zou houden, en reed weg, naar huis.

De thuisreis verliep zonder vreemde gebeurtenissen. Maar toen ik de motor parkeerde werd nog wel het stationair toerental van slechts 3000tpm iets omlaag gedraaid, om beter te passen bij een warme motor......




Terug naar de Motorpagina