Terug naar de Motorpagina


13-11/12 De Sluizen van IJmuiden en de Keukenhof


Er was kennelijk iets fout met mijn innerlijke klok, want om zeven uur werd ik wakker. Het was veels te vroeg vond ik, en draaide me nog een keertje om, om direct daarna wakker te worden van de wekker. Hoewel, direct? Ik had toch weer een half uur geslapen....

Er was misschien het een en ander aan te merken op dit B&B, maar het ontbijt viel daar beslist niet onder. Maar voor ik aan het ontbijt begon wilde ik weten of dat de tafel van de Duitse gasten was, en of daar die twee kinderen zouden zitten die mijn portemonnee gevonden hadden. Want een goede daad mag best beloond worden, vond ik. Een kleinigheidje voor een ijsje of zo werd achtergelaten op de tafel, en ik begon aan het uitgebreide ontbijt. En ik liet het me dan ook goed smaken, want je weet maar nooit wat zo'n dag gaat brengen, en dan kun je beter maar een prettig gevulde maag hebben. En toen dat klusje gedaan was, was het tijd om de motor op te halen, en weer vol te pakken. Tijd om verder, of in dit geval terug, te gaan.

... B&B ...
... B&B ...

Het eerste punt was: tanken. Zo heel erg veel benzine zat er niet meer in de tank van mijn Rode Rakker, en dat is toch wel iets wat in de gaten gehouden moest worden. Texel heeft een aantal tankstations, maar helaas zijn de meeste van het onbemande type, en daar hou ik niet van. Toch is de benzine daar ook goed, en wat moet, dat moet. En dus werd er afgetankt, en daarna een plan opgesteld. En eventjes voelde ik me als bekende ezel van Buridan, die tussen twee balen hooi werd gezet. Zowel Den Hoorn, als de haven van Oudeschild wilde ik bezoeken. En zowel de ene, als de andere bestemming was naar mijn gevoel ongeveer even ver van mijn huidige plaats vandaan.

... het onbemande type ...
... het onbemande type ...

Het werd Oudeschild. Dat betekende wel dat ik een stukje door Den Burg heen moest. En daar, op de klinkerstraatjes van Den Burg, vond ik dat het gerammel van de kuip nog erger klonk als de vorige dag. En toen was het ook al niet een prettig en vooral vertrouwenwekkend geluid geweest. Straks, aan de haven, toch eens nakijken of er iets loos was, en wat er misschien aan gedaan kon worden.

Oudeschild naderde, en langs verschillende grote en kleine bedrijfjes reed ik op de haven aan, die zo vroeg op de dag, en zo laat in het toeristenseizoen eigenlijk een wat stille indruk maakte. De Urker kotters waren er niet, toeristen sliepen nog, en het enige waar wat gebeurde was dat een groep gemeente werkers of zo bezig waren met graafwerkzaamheden.

... de haven ...
... de haven ...

Ik had in elk geval genoeg ruimte om te CX neer te zetten, en eens goed te kijken naar de kuip. En die mag niet bewegen. Maar evenals Galileo moest ik zeggen: 'en toch beweegt zij...' al was het dan alleen aan de linkerzijde. Hoe lost een mens dat op? Terug gaan naar Oosterend zou niet helpen, daar was niemand thuis. En het gebruikelijke setje gereedschap had ik deze keer niet meegenomen, want 'dat heb ik toch niet nodig...'. Een garage zoeken dan? Misschien was dat wel iets, want was ik niet langs een werkplaats of zo gekomen op de weg hier naartoe?

Rustigjes aan reed ik dezelfde weg terug. En , daar was het, ATTS Texel BV, volgens het bord aan de gevel een Auto, Truck en Trailer Service. Ik zette de motor neer, vlak naast een boot-trailer waar een monteur druk mee bezig was, en legde het probleem uit: de kuip zit los, mag ik misschien een steeksleutel en dop nummer 10 lenen? Ik mocht meelopen en kreeg het gewenste gereedschap. Kijk, dat is wat ik noem service. Met wat moeite werden de voorste twee boutjes van de kuip een eind vaster gedraaid. Waarbij ik het gevoel kreeg dat de middelste bout eigenlijk een extra ring nodig had, en misschien wel met moer en al door het bevestigingsgat getrokken was. De achterste bout, degene die de meeste kracht te verwerken kreeg, daar kon ik niet bij zonder de lowers te verwijderen. Maar misschien zou het wel blijven zitten.

... ik zette er de motor neer ...
... ik zette er de motor neer ...

Met dank werd het gereedschap teruggebracht, en vervolgde ik mijn weg. Wat mij betrof mocht ATTS nu wel MATTS gaan heten, met de M van motor erbij. Ik reed nu niet meer naar Den Hoorn, maar direct naar de boot. Je weet het maar nooit. En daar, op het opstelplein, bleek dat ik het juist had gezien. De kuip zat nog steeds los, en leek wel steeds losser te komen. Dit moest echt wel nagekeken worden, en er moest vastgezet worden wat vastgezet moest worden. Terug naar ATTS? Of wat anders proberen ?

De ANWB bellen was wat overdreven, dacht ik. Die zouden de kuip met een plakbandje vastzetten en me het adres van een dure winkel in de buurt geven. Daar zou ik misschien de motor mogen neerzetten en die dan over drie dagen weer ophalen na een hele hoge rekening betaald te hebben. Nee. Wat dan. Een sleutelaar in de buurt, van de club, euh... wie....

In de buurt, dat betekende de kop van Noord-Holland, boven Schagen. Twee namen kwamen naar boven, Nick en Jottum, en van beiden had ik het telefoon nummer. Eerst Nick maar proberen. Op de vraag of hij thuis was gaf Nick als antwoord dat hij onderweg was, ... samen met Jottum. Even dacht ik een paar heel erg lelijke woorden. Twee kansen, en met één telefoontje allebei weg. Ik wenste hen een goede reis, en probeerde een oplossing voor de situatie te vinden. Want verder rijden, met een kuip die misschien wel zou kunnen afbreken, nee, dat zag ik niet zitten. Als ik nou bij huis was geweest, want daar had ik mijn eigen gereedschap en wat ik niet had, dat kon ik gewoon kopen. Euh... wacht eens, dat kan toch hier ook ?

Gamma en Praxis waren allebei in Den Helder te vinden, en na bestudering van de stadsplattegrond wist ik ook nog hoe er te komen. Dan was het nu wachten op de boot. Al dat telefoneren en opzoeken op internet had een hoop tijd gekost, en in die tijd was de 'Dokter Wagemaker' al weer bijna op Texel aangekomen. Ik kon nog net de juiste plek voor motoren bereiken (ik stond eerst gewoon tussen de auto's in) en reed samen met een erg nieuwe Engelse BMW en een heel oude Kawa de boot op, en werd deze keer naar een opstelstrook aan de linkerzijde verwezen. De Kawanist begon een heel verhaal, maar omdat de stress me al aardig te pakken had snapte ik maar de helft van wat hij zei. Wel begreep ik dat hij me via allerlei binnenwegen naar de gevonden Gamma zou brengen. Niet dat dat nodig was, want die kon ik zonder hem, en zonder TomTom ook wel vinden. Ik knikte wat, en zocht een koel plekje, in de wind, om de overtocht af te wachten.

... opstelstrook aan de linkerzijde ...
... opstelstrook aan de linkerzijde ...

In Den Helder was het eerste puntje de ontscheping. De Kawanist, die uit Den Helder kwam, had het al vaker gedaan zo bleek. Binnen de kortste keren ging het gas er op, en weg was íe. Ik hoefde, en kon, hem dus niet te volgen. Het invoegen, waar de vier rijstroken vanuit de boot uiteindelijk op één enkele rijstrook in en door Den Helder uitkomen was, omdat ik met de motor zo vroeg kon ontschepen, wel wat makkelijker als met de auto, maar toch moest ik wel met nadruk er om vragen om te mogen invoegen. Mensen op vakantie hebben vaak veel haast, zo lijkt het wel. Ik reed Den Helder door, de brug over, bij de rotonde rechtsaf, en even later stond ik bij de Gamma van Den Helder op de parkeerplaats.

Jaren van ingetrainde zuinigheid kwamen weer naar boven. Ik had wat nodig, maar wat was het minste, en het goedkoopste om het probleem op te lossen. Een enkele steek-ring sleutel maat 10, een doosje met wat moeren en bouten M6, en een doosje met ringen waren de zaken waarvan ik dacht dat het voldoende moest zijn om de reparatie ter plekke uit te kunnen voeren.

Met de inbus (die ik dan wel weer bij me had) en de steeksleutel 10 waren vier van de vijf boutjes waar de linker lower mee vastzit vlug los. De vijfde, aan de voorzijde, was een M6 zeskant, met een moer aan de achterzijde. En dat zat vast. Wat ik ook probeerde om het boutje los te krijgen, het bleef meedraaien. Het gebruik van een te klein tangetje resulteerde alleen in een grote bloedblaar op mijn linker wijsvinger. Terwijl ik er voor de zekerheid een pleister uit de EHBO-kit over plakte besloot ik om dan maar duur te doen. Beter duurkoop, als in de knoop.

Het aardige meisje bij de kassa keek vreemd op toen ik alweer langs kwam, met weer wat gereedschap, een set steeksleutels ditmaal. Maar ik deed het niet met opzet, vertelde ik haar. Buiten gekomen was het even zoeken naar de plek waar ik alle schroefjes en moertjes tot dusver had gelaten, Je kunt de parkeerplaats wel ombouwen tot werkplek, maar het blijft erg openbare ruimte. Toen ik alles had terug gevonden kon ik verder gaan. Met de extra steeksleutel 10 was het loshalen van de laatste bout geen probleem meer. Het vastzetten van de achterste kuipbevestiging bleek geen overbodige luxe, zonder zwaar aan te draaien kon de moer ruim 5mm vaster gezet worden. De middelste bout was inderdaad, zoals ik al vermoede, door het bevestigingsgat geschoten, en werd nu vervangen, en met een nieuwe ring boven en onder met een extra moer vastgezet. Tijd om de lower weer te monteren.

De voorste bout werd ook vervangen door een nieuwe M6, ook met nieuwe ringen en een nieuwe moer. Dat zat in elk geval weer goed. De andere boutjes lieten zich ook gewoon monteren en vastdraaien. Klaar, dacht ik, en begon met het opruimen van het gereedschap. Dit gaat hierin, dat gaat daarin en dat hoort daarachter. Niets laten liggen? Nee dus, en het pak ging aan, de helm werd opgezet en het contact aan. Voordat ik wegreed nog even controleren of alles het deed. En dat gaf meteen het volgende probleem: geen achterlicht.

... ombouwen tot werkplek ...
... ombouwen tot werkplek ...

... kuipbevestiging ...
... kuipbevestiging ...

De laatste keer dat het achterlicht het niet deed kwam dat omdat de zekering op het stuur defect geraakt was, en dat zou nu ook het geval kunnen zijn. Nadat het dekseltje was losgehaald was dat ook het geval. Nu had ik twee problemen: a- hoe kan dat, en b- waar haal ik een zekering vandaan.

Het tweede probleem was eenvoudig op te lossen, ik stond immers nog steeds voor de Gamma, waar het meisje achter de kassa wel heel vreemd opkeek toen ik er alweer was, nu om een pakje steek-zekeringen af te rekenen. Jaren geleden had ik de ouder glaszekeringen van de CX al vervangen door modernere steekzekeringen, die veel eenvoudiger te verkrijgen zijn. Na het plaatsen van een 15A deed het achterlicht het weer, maar voor hoelang?

NB
Later besefte ik dat Arno van de CX club in Den Helder woont. Hij had me vast kunnen helpen met de kuip. Maar dat kwam op dat moment niet bij me op....Stressmomentje


Terwijl ik wegreed bedacht ik me dat ik beter kon proberen om op tijd thuis te zijn. De twee routepuntjes, ja, dat zou gewoon kunnen, maar extra bezoekjes aan (motor)kennissen zouden er niet in zitten. Met het risico dat het achterlicht weer zou uitvallen wilde ik liever niet al te laat weer in Ede zijn, in elk geval ruim voordat het begon te schemeren.

Door het nieuwere deel van Den Helder heen reed ik verder. Een beetje met TomTom, een beetje op herinnering kwam ik op de weg die hier begon, een aaneenschakeling van kleine en minder kleine wegen langs de voet van de duinen, vanaf Den Helder tot bijna aan IJmuiden.

Nieuw Den Helder, Julianadorp, Grootte Keeten , Callandsoog, Sint Maartenszee, Petten en Camperduin, allemaal plaatsen die ik tegenkwam op deze weg langs de duinen. Soms werd er even gestopt voor een fotootje, maar meestal reed het zo lekker dat stoppen eigenlijk jammer was, en het asfalt lonkte, de bossen ruisden en de CX deed het geweldig. Twee of driemaal gaf TomTom of de ANWB bewegwijzering aan dat het toch echt beter voor me was om in de richting van de N9 te gaan, en vandaar verder te rijden naar IJmuiden , maar eigenwijs als ik was negeerde ik die goed bedoelde adviezen en volgde mijn eigen weg in zuidelijke richting. Dat bracht me wel op mooie wegen als de Duinweg in Schoorl, maar ook soms achter heel langzaam rijdend verkeer, wat zelfs met een motor op deze onoverzichtelijke wegen niet ingehaald kon worden.

... Callantsoog ...
... Callantsoog ...

... Camperduin ...
... Camperduin ...

Bij Bergen maakte ik een kleine fout, door in plaats van de weg naar Bergen aan Zee te kiezen, de N510 naar Heiloo te volgen. Zo kwam ik toch nog eventjes op de rondweg Alkmaar uit, die ik eigenlijk had willen vermijden. Gedane zaken nemen geen keer zegt men, en even later zat ik toch weer op de weg die ik had willen gaan, door dorpjes en dorpen op de weg naar Bakkum en Castricum.

Via de N197 kwam ik in Velsen aan, Velsen noord wel te verstaan, bijna bij de sluizen van IJmuiden. Wel zag ik waarschuwingen dat er werd aangeraden om de sluizen te mijden wegens werkzaamheden. De hele toestand zou toch niet afgesloten zijn?

Afgesloten was het niet, maar mensenlief, wat een ontzettende puinzooi was er gemaakt. De middensluis van IJmuiden werd vervangen door een exemplaar van een paar maten groter, een sluis met tweemaal de lengte en bijna drie maal de breedte van de huidige sluis. Met zijn 500 meter lang, en 70 meter breed zou deze gigant de grootste sluis ter wereld worden. Al dat bouwen en wijzigen was pas een paar weken bezig, en zou nog tot 2019 duren, maar er was nu al de nodige rommel gemaakt, en de weg over de sluizen heen was een slordige klinkerweg geworden met los zand en allerlei oneffenheden. Heel even reed ik over een sluisdeur, met meters onder me de zee, toen was er weer land, en moest ik mijn aandacht houden bij de zeer rommelige weg.

De laatste brug, over de Zuidersluis, werd vlak voordat ik er over kon, opengedraaid. Dat gaf mij de tijd om een fotootje te nemen van het sluizen complex. De parkeerplaatsen waar ik had willen staan waren allemaal in bezit genomen door de noeste werkers die de sluis aan het verbouwen waren en hun materieel.

... brug over de zuidersluis ...
... brug over de zuidersluis ...

De brug ging weer dicht, en ik vervolgde mijn weg door IJmuiden, door Driehuis en Santpoort-Noord over de Kennemerweg naar Bloemendaal. Even zoeken, en weer niet achter TomTom aan, maar achter mijn eigenste idee van de juiste weg. En ja, dat was voor dit moment de juiste weg, de Vogelesangseweg die liep van Aerdenhout naar Vogelezang. Ondertussen moest ik toch wel in de buurt van de locatie 'Keukenhof' gekomen zijn dus de TomTom werd vaker geraadpleegd, en steeds vaker werden de aanwijzingen netjes opgevolgd. En op het scherm zag ik ineens het routepuntje verschijnen, dus ik moest op één van de wegen rond de Keukenhof zijn.

Op een wegwijzer stond 'keukenhof', maar ja, het was al bijna einde augustus en dan is de pracht en praal van de keukenhof allang een verleden tijd, en is het terrein compleet afgesloten. Van een afstandje kon ik nog wel een foto maken, van wat gebouwen met hun grote letters. Maar veel meer was er niet te zien. Wat er ook niet te zien was, was mijn achterlicht. Alweer was het licht uit, en alweer draaide ik het zekeringkastje op het stuur open, en alweer was de zekering door. Vervangen of niet vervangen, was de vraag. Niet vervangen, besloot ik, want totdat ik een idee had wat er aan het handje was zou ik zekering na zekering er door kunnen jagen. Eerst oplossen, dan zekering plaatsen.

... wat gebouwen ...
... wat gebouwen ...

Bij een tankstation kocht ik een broodje, en een blikje drinken, want met alle gebeurtenissen als een losse kuip, en uitvallende achterlicht toestanden en algehele drukte op de weg was er van iets simpels als lunch weinig terecht gekomen. Het broodje werd opgegeten, een blikje chocomel leeggedronken, en de vraag diende zich aan : wat nu?

Wat mij betreft was het nu tijd om voor deze dag een einde aan de onderneming te draaien. TomTom kreeg de opdracht om me naar huis weg te wijzeren, en ik begon heel gehoorzaam de aanwijzingen op te volgen..... totdat de aanwijzing inhield dat ik achteraan in de file moest aansluiten, want TomTom wist niet dat er een file stond, en die was er toch echt wel. Er was, zo dacht ik, vast wel een andere weg te vinden, en ja, die was er ook, maar ik had later het gevoel dat ik, om die ene file te omzeilen, een half uur en meer dan tien kilometers extra aan mijn reis had toegevoegd. Maar uiteindelijk kwam ik, na een flinke omweg op een bekende plaats. Ik had geen idee hoe ik nu op de A9 verzeild was geraakt, maar het was erg bekend terrein, en ik ging nog in de juiste richting ook. Nu gewoon doorrijden naar huis, was het plan. Door de drukte van A9 en A2 heen kwam ik steeds dichter in de buurt van Utrecht, toen ik me besefte dat ik, binnen de toegestane 100km/u blijvend toch ondertussen wel op de meest rechtse baan van de vijf rijstroken reed. Even wat rustiger, hield ik mezelf voor. Tot Ede is het nog ver, en ik wilde er wel zonder brokken aankomen.

Door de spanningen in de ochtend, de warmte en ook wel de lange reis was ik best wel erg moe toen ik de motor eindelijk achter het huis neerzetten. Snelweg rijden kost toch meer aandacht en energie als het simpeltjes tuffen over fraaie wegen, door bossen en langs duinen. Maar aan de andere kant, er konden na deze twee dagen wel weer vijf puntjes van mijn lijstje afgestreept worden.

En toen was er nog maar één …...





Terug naar de Motorpagina