Terug naar de Motorpagina


13-6/7 Schokland, Urk / Giethoorn


Nu ik, tijdens het SJK weekend, toch al zo'n flink eind op weg was, en voldoende tijd had, was het helemaal niet een vreemd idee om nog twee of drie puntjes van mijn Dertien in het Dozijn lijstje af te werken. Schokland en Urk, de voormalige eilanden in de voormalige Zuiderzee liggen vlakbij. Giethoorn is zo mogelijk nog dichterbij, en zelfs Sneek is niet al te ver weg. De SJK zaterdag zou dus gebruikt gaan worden om mijn lijstje met nog te bezoeken puntjes in te korten. Tenminste, als het weer niet tegen werkte.

Het weer werkte mee, want die zaterdag begon met een vriendelijk zonnetje, en hoewel er in de voorspellingen voor de omgeving ook sprake was van regen zag het er in elk geval op dit moment naar uit dat het helemaal niet een vreselijke dag zou worden voor een stukje motorrijden.

Het motorpak werd aangedaan, de helm opgezet, en na een laatste controle, waarbij bleek dat ik toch eventjes de motorpapieren moest ophalen uit de caravan, werd er begonnen aan het ritje langs een paar plekjes die je gezien moet hebben in Nederland.

Rond elf uur vertrok ik vanaf het treffen terrein van de Dutch V-twin club. Via de Kadoelerbrug reed ik langs de Zwartemeerweg in de richting van de A50. Nu de vernieuwde Ramspolbrug daar ligt was het niet meer mogelijk om daar de N50 op te gaan. Via Ens was nu de kortste route. En bij Ens sluit de N352 aan op de N50, en langs die N352 wilde ik rustigjes naar Urk rijden. Het bleek echter dat de N50 in de richting Emmeloord was afgesloten, en de aangegeven omleiding ging via de … juist, de N352, die daardoor een stukje drukker was dan ik had gehoopt.

Het viel me echter alleszins mee. Wel was er veel wind, die juist van rechts kwam, en me af en toe wat naar de linkerkant van de weg duwde. Maar wanneer mijn snelheid iets werd vermindert ging het allemaal weer beter met die wind. Er waren wat auto's die meer haast hadden als ik, en die gingen dan ook vlotjes voorbij.

Zo heel erg lang zat ik niet op dit stuk weg, want al snel kwam daar de afslag naar het Museum Schokland, van ver te herkennen aan het kerkje, wat het middelpunt wordt van het museum. Een lange oprijlaan, met aan het einde een reuasachtig stuk steen, vormt de toegang tot het museum. Een schipvormig object, een restaurant, en ook een blik over het veel lager liggende, soms drassige land geeft een vaag idee van hoe het hier vroeger, voor de drooglegging van de Zuiderzee, geweest moet zijn.

Een passerende toerist, een Duitser, werd gevraagd om een foto te nemen van mij en mijn motor. En toen dat was gedaan vertrok ik weer. Het zou best een goed idee zijn om een keertje terug te komen, voor een wat langer bezoek aan dit eerste Nederlandse Wereld erfgoed. Maar voor nu was het: op weg naar het volgende puntje : Urk.

...Schokland ...
... Schokland ...

De N352 volgend kwam ik steeds dichter bij Urk. De flinke vrachtwagen, die net wat sneller wilde rijden dan ik wilde rijden, raakte ik gelukkig kwijt bij een rotonde bij Nagele. En niet veel later kwam ik op bekend terrein. Hoewel, bekend?

Meer dan 30 jaar geleden had ik een aantal maanden op Urk gewerkt aan een zee-sleepboot die verbouwd moest worden. Met net mijn auto-rijbewijs in mijn bezit reed ik elke dag met een Fiat 127 tussen Ede en Urk heen en weer. Schema's voor de elektra moesten worden opgesteld en nog wel volgens de strenge keuringseisen van de Germanische Lloyd, tekeningen moesten gekopieerd worden vanaf de originele, en sterk vervaagde blauwdrukken, en de ontworpen elektrische schema's moesten worden aangebracht, door brandschotten heen en langs nieuw te leggen en te lassen kabelgoten.

De weg naar Urk was veranderd. En Urk zelf was ook veranderd. Meer en grotere industrie, en huizen waar eerst weiland was. Door straatjes die nu één richtings verkeer waren reed ik naar het vissersmonument. Daar moest een fotootje gemaakt worden. Misschien wilde die meneer dat doen? Het bleek, alweer, een Duitser te zijn, die met genoegen een aantal foto's van mij, naast het monument staand, nam.

... naast het monument ...
... naast het monument ...

Terug bij de motor maakte ik me klaar om weer op te stappen, verder in de richting Giethoorn, of misschien ook wel Sneek. Het vertrek werd een beetje uitgesteld door een stel wat langs de CX liep. Nog geen meter verder stopte de man, en liep terug om te kijken naar het zijdeksel: 'wat een origineel idee......'

Door de nauwe straatjes van Urk ging het verder. En weer was ik op bekend terrein, want deze staat leidde naar de haven, en hoewel het niet de vooropgezette bedoeling was, besloot ik om toch maar even te gaan kijken, je weet maar nooit wat er te zien zou zijn.

De haven van Urk, in mijn herinnering: stoere visserschepen die aan de kade lagen, hun netten hoog aan de masten te drogen, en een passagiersschip, de Prins Claus, wachtend op de toeristen die een rondvaart komen maken. Langs de kade verderop Electro Post, de lokale specialist in elektrische scheepsbenodigdheden. Aan het einde van de kade een scheepswerf, waar op de helling kleinere kotters het nodige onderhoud krijgen alvorens weer naar zee te gaan. Rondom bedrijvigheid op en aan schepen. En die bedrijvigheid omlijst door de geur van hout en bewerkt ijzer en vooral ook vis en diesel, dat alles die karakteristieke geur van een haven vormend.

De haven van Urk, tegenwoordig: rij na rij van vooral dure en grote jachten, sluimerend in de middagzon, rustig wachtend tot het water kalm genoeg is om weer uit te varen. Slechts een enkeling is bezig met het wassen van het dek, of poetsen van het koper. Langs de kade staan de restaurantjes en eethuisjes, waar alleen de namen nog herinneren aan de vroegere tijden. Elektro Post is nu Post Workboats.nl, en de scheepshelling aan het einde van de kade ziet er verlaten uit. Een rustige vakantie stemming waar vroeger bedrijvigheid de norm was.

Als ik de CX heb neergezet blijf ik geruime tijd hangen in het verleden, op mijn eigen persoonlijke tijdreis. Hier, vlakbij waar ik nu stond lag de Prins Claus, en daar moet de Courageux hebben gelegen, waar al die zorgvuldig gemaakte ontwerpen in gebouwd werden, waar staal en hout en kabels vorm gaven aan een luxe versie van een sleepboot. Verderop werd de Viking vaak aangemeerd, en daar, op die plek vlak voor Post is mijn hamer zoekgeraakt aan boord van de Courageux. En van al die verloren herinneringen is het gek genoeg dat ene verlies, dat van die op de LTS zelf gemaakte hamer, wat me nog steeds het meeste dwars zit. Verloren momenten........

... vlakbij waar ik nu stond ...
... vlakbij waar ik nu stond ...

... verloren herinnering ...
... verloren herinnering ...

Een ruim half uur later ging ik weer weg. Het had geen zin nog langer te mijmeren over verloren tijd, of verloren hamers. Het volgende puntje op mijn lijstje lag nog ver weg. Op weg ging ik, naar Giethoorn. Het land hier, de vroegere zeebodem was vlak, en gedurende de eerste kilometers reed ik evenwijdig aan de Urkervaart, in de richting Emmeloord. Vlak voor Emmeloord stuurde TomTom me naar links, en aan het einde van die bocht weer naar rechts. Ik bevond me op de rondweg, de N351, en het had veel slechter kunnen zijn, wat weg betrof. Via deze N351 ging het in de richting Kuinre. Tegen het advies van de TomTom in nam ik de Uiterdijkeweg, gewoon omdat het me een mooi stuk weg leek, en het ging nog in mijn richting ook. Het uitzicht hier was fenomenaal, wijdsheid aan beide kanten. Het nadeel was wel dat er veel wind was.

Bij Blankenham kwam ik op een dijk terecht. Dijken kende ik wel, langs Waal en Rijn, bij de Betuwe, en elders, meestal tussen land en rievieren of andere water massa's. Dit was net zo'n soort dijk, maar deze lag tussen land en.... meer land. Op de kaart bleek later dat deze dijk vrijwel gelijk liep met de grens van Overijsel en Flevoland. Dit moest dus de oude dijk zijn, die het achterliggende land beschermde tegen de Zuiderzee. In de verte zag ik echter een klein probleem op de dijk. Want niet alleen voor motorrijders die zo maar een dagje aan het rijden gaan, maar ook voor wielrenners is een dijk als deze een leuk stuk asfalt om onder de banden door te schuiven. Deze wielrenners hadden, met vier naast elkaar, wel de hele breedte van de dijk nodig. Vlak voor Baarle, waar een zijweg was, de dijk af, werd er ruimte gemaakt om in te halen. Tja, dat hoefde eigenlijk al niet meer, twee minuten later reed ik de dijk af, terwijl de fietsers rechtdoor fietsten

Het landschap veranderde meteen, nu ik van de dijk af was. Water, en veenland, ik was in het Nationaal Park de Weerrribben aangeland. Kleine, kromme polderweggetjes voerden me langs wuivend riet verder het vochtige land in. Uit tegenovergestelde richting kwam een rij oude DAFjes op me toe, ook niet onaardig om te zien. Deze waren zo te zien nog ouder dan mijn eigenste CX-je. En toen naderde ik de grens van Nederland.

... een rij oude DAFjes ...
... een rij oude DAFjes ...

... de grens van Nederland ...
... de grens van Nederland ...

Niet de grens van het land Nederland, maar van het gehucht Nederland. Langs een vaart stonden acht of negen huizen, tezamen het gehuchtje Nederland vormend. Het plaatsnaambord was uitgevoerd in oranje, en dat zie je alleen maar in .....euh..... Nederland, in Nederland.

Nadat ik geheel Nederland doorkruist had, een kwestie van een paar honderd meter, ging ik verder achter de TomTom aan nog steeds in de richting Giethoorn. De weg was nog steeds rustig, winderig en vooral heel fraai om te rijden. Alles ging goed, en zelfs dat restaurantje kwam precies op tijd, omdat ik juist even de benen wilde strekken, een zekere plaats opzoeken, en wat drinken. Vanuit het restaurant zag ik in de verte al het ooievaarsnest, en dat moest natuurlijk wel op de foto gezet worden.

... wat drinken ...
... wat drinken ...

... het ooievaarsnest ...
... het ooievaarsnest ...

Smalle en nog smallere weggetjes voerden me dichter en dichter naar Giethoorn. Hoewel de lucht enigszins betrok viel er geen regen. Wel zag ik aan het einde van de Kooiweg, waar ik verder reed langs de Thijssengracht, dat het ter plaatse geregend had, en niet eens zo heel erg lang geleden. Kennelijk was een regenwolkje aan het nadruppelen geweest, en waren dat de paar druppels die op de kuipruit gevallen waren.

En eindelijk, na een bocht en een bocht en nog een aantal kilometers weg was daar het plaatsnaambord Giethoorn. De motor werd neergezet, en er moest een fotootje gemaakt worden. En weer liep ik op iemand af, met de camera in de hand en of hij..... En weer was het een Duitser.

... bordje Giethoorn ...
... bordje Giethoorn ...

De foto was gemaakt, en de reis naar Sint Jansklooster begon. Zo ver was het niet, maar door het dorp heen, nee, dat ging niet vanwege het plaatselijke feest, met corso en al. Geen probleem, want ik wilde ook nog tanken, en dat kon ik Vollenhove makkelijker. De motor werd gekeerd, en Vollenhove werd als eerstvolgende bestemming gekozen. Naast benzine voor de Rakker werd er ook een broodje voor de bestuurder meegenomen, want ik had wel de lunch overgeslagen. Ongeveer tien minuten later kwam ik bij de Kadoelen aan, waar het bordje van de CX club me de weg wees.

... van de CX club ...
... van de CX club ...

Op het treffen terrein werd de afstand even bekeken zoals de TomTom die voor me had bijgehouden. Het bleek dat ik deze dag precies 100 kilometer had afgelegd. Snel was het niet gegaan want de gemiddelde snelheid gaf 45 km/u aan. Maar dat boeide me niet. Ik had een leuke rit gemaakt, en ook nog twee punten op mijn lijstje kunnen afstrepen.

Wordt vervolgd......




Terug naar de Motorpagina