Terug naar de Motorpagina




CX-club seizoensopeningsrit 2020


In maart 2020 was het weer zover. Alle motoren die vanwege de zogenaamde 'ophokplicht' gedurende drie maanden moesten stilstaan mochten weer de weg op. Voor de CX-club was dat een goed moment om toch maar weer zo snel mogelijk een seizoensopenings rit te organiseren. En evenals het vorige jaar had MAST ook nu weer een niet al te lange rit in elkaar gezet.


Nee, ik heb geen CX meer, maar de club, en de CX, draag ik nog steeds een warm hart toe. En als dan zo'n rit ook nog eens niet al te ver bij me vandaan begint, en nog dichterbij het eindpunt heeft, ja, dan wil ik natuurlijk graag mee gaan.


Bij de bestudering van de te rijden route viel me we op dat er, vlak tegen het einde van de tocht aan, een stuk over de doorgaande weg door Wageningen liep. En omdat ik daar in de buurt woon wist ik dat het een kwestie van vijf of zes verkeerslichten is. Dat kon toch anders, bedacht ik. Een uurtje heen en weer door Wageningen rijden liet zien dat het echt wel anders kon: geen verkeerslichten, maar wel een zeer bochtig stuk over ietwat hobbelige wegen dwars door het oudere deel van Wageningen. De suggestie werd aan MAST voorgelegd, die er eventjes over moest nadenken, en vervolgens werd de route aangepast.


De voorgestelde dag, 8 maart was het geen goed motorrijden weer, dus werd het gebeuren een week verschoven, naar de 15de maart. Dat kwam mij helemaal niet goed uit, want juist op die dag, in de ochtend, zou de verjaardag van onze kleindochter gevierd worden, die dan al twee hele jaren oud zou worden. Als toegewijde Opa en Oma mochten we dat natuurlijk niet missen. Bovendien, ze is zo lief......


... twee jaar ...

... twee jaar ...

Het besluit was snel genomen. In plaats van de hele toertocht te rijden zou ik me bij de club voegen op het lunchpunt, in Kapel Avezaath, niet ver bij Tiel vandaan. Zodoende kon ik toch bij de verjaardagsviering aanwezig zijn, en ook nog een stukje motorrijden. En dus vertrok ik, uitgezwaaid door een lief klein kinderhandje, om twaalf uur uit Ede, met de TomTom afgesteld op het lunchpunt. Een beetje A12, een beetje N233, dan de A15. Wel wat beter uitkijken, want hoewel het nog geen 16 maart was, waren de verkeersborden op de A12 al aangepast aan de nieuwe realiteit, en dat betekende: maximaal 100 km/u. Niet dat me dat zoveel uitmaakte, want het koppelingshandel klusje wat ik juist een paar dagen tevoren had gedaan, behoefde nog een beetje fijn-afstelling, die tijdens de rit werd uitgevoerd. Bij de afrit naar de N233 was het al weer een beetje beter, maar voordat de dag over zou zijn zou ik er nog veel aan zitten prutsen om het naar mijn zin te krijgen.


Op de A12 had ik al een beetje last van de wind, die min of meer dwars op de weg, en dus de rijrichting stond. Op de N233 was er geen probleem en pas toen ik de A15 opreed merkte ik weer iets van de zijwind. De A15 was nog niet voorzien van de nieuwe verkeersborden met hun maximale snelheid van 100 km/u in plaats van 120 km/u, maar gezien de wind-gevoeligheid van de Deauville vond ik het prettiger om een rustig plekje achter een vrachtwagen op te zoeken, en daar die paar kilometers tot aan de juiste afslag ruim achter te blijven zitten.


En toen ik van de A15 afgeslagen was, was ik ook al bijna in Kapel Avezaath. Nog een klein eindje verder, en daar was Cafe de Tol, waar de parkeerplaats goed gevuld was met diverse soorten motoren, maar natuurlijk voornamelijk met CX-achtigen. Ik werd verwelkomd door Pjotter, die, terwijl ik tas, helm, handschoenen, telefoon en dergelijke allemaal bij elkaar probeerde te houden, mijn motor kwam bewonderen.


Binnengekomen werd ik begroet door de verzamelde toertochters. Aan de verzameling motorkleding die in het rond lag voegde ik mijn eigen spullen toe, en toen was het tijd voor de begroetingen, waarvan de meesten, in verband met het Corona-virus, op gepaste afstand waren. Het bleek dat ik mooi op tijd was om deel te nemen aan de bestellingen. En zo zat ik dan lekker rustig van een drankje te genieten toen ik dacht dat het een goed moment voor een foto zou zijn. Maar waar, o waar, had ik mijn telefoon gelaten. Het motorpak werd nagezocht, en de jas en broekzakken werden twee, drie keer nagekeken. Maar nee, geen telefoon. Ook toen Werner me belde was er niets te horen. Waar was dat ding?


... de verzamelde motorkleding ...

... de verzamelde motorkleding ...

Ik wist zeker dat ik het apparaat bij me had toen ik van huis weg reed, dus had ik het dan toch in het vakje van de Deauville laten liggen? Snel ging ik dat even controleren. Maar nee, niet in het vakje, mijn telefoon lag gewoon op het zadel, waar ik hem had neergelegd, toen ik in gesprek was met Pjotter. Gelukkig, dat probleem was weer opgelost. Ondertussen was het tijd voor de lunch geworden. En die was lekker! Het enige nadeel was dat het zo snel al weer op was.


... snel weer op ...

... snel weer op ...

Na de lunch werd er weer opgestapt. Dat duurde natuurlijk even, want de een was nog bezig met de juiste instelling van de navigatie, een ander zat nog halverwege een meegebrachte boterham en een derde wilde eerst nog een en ander bekijken, zo van : hoe heb jij..... Maar langzaam vormde zich toch weer een colonne met MAST voorop. En toen het erop leek dat iedereen toch weer aanwezig was, of in elk geval klaar stond om mee te rijden werd er vertrokken voor het tweede deel van deze Openingsrit.


... het duurde even ...

... het duurde even ...

Via de Lingedijk ging het richting Tiel, waar mijn TomTom, die de route van 'MyRouteApp had, en de werkelijke route, die met behulp van het onvolprezen 'Tyre' was gemaakt, toch een klein beetje met elkaar verschilden. Geen probleem, ik bleef gewoon de voorrijder volgen. Het ging onder de A15 en het spoor door, over het Amsterdam Rijnkanaal en weer onder het spoor en de A15 door, op weg naar Ochten. Via een stukje Waalbandijk werd er om Ochten heen gereden, tot waar we op de Bonegraafseweg kwamen. Totaan Dodewaard bleven we rustigjes aan tussen de landerijen door rijden. Vlak voor Dodewaard werd de A15 overgestoken, en bij Opheusen werd de Rijnbandijk gekozen, in de richting van Randwijk, waar de dijk dan ook de Randwijkse Rijndijk heette. Bij Randwijk lag, alsof het zo speciaal voor ons geregeld was, de veerpont naar de overkant, Wageningen, al klaar. Alle toerrijders pasten nog net op het veer.


De overtocht verliep rustig, en aan de overkant werden de auto's die ook op het veer stonden, gemaand om toch vooral als eersten de pont te verlaten. Zo kwamen we als één groep aan de Wageningse kant van de Rijn. Via een steil en bochtig stukje omhoog bereikten we de Generaal Foulkesweg. Hier begon het verkeerslichtvrije stuk wat ik MAST had aangeraden. En ja, verkeerslichten waren er niet, maar wel een aantal hobbelige wegen. Niettemin kwamen we allemaal aan het einde van Wageningen uit, voor de laatste kilometers naar de Grebbeberg en Rhenen.


In het centrum van Rhenen eindigde de toertocht. MAST stuurde zijn CX naar een parkeerstrook, en dat was dat. Maar die parkeerstrook, langs de kant van de weg, was enigszins schuin, en langs een hele drukke weg. Misschien voor auto's zeer geschikt, maar naar mijn mening niet voor motoren, waarvan sommigen toch erg scheef zouden staan op hun zijstandaard. Even verderop wist ik een veel vlakkere parkeerplaats te vinden. En zo reed de hele stoet een paar honderd meter verder, naar de parkeerplaats bij het Veerplein, waar ruimte genoeg was om alle motoren netjes te parkeren.


En natuurlijk zette ik mijn Deauville net op dat plekje neer waar de berm van het parkeerplekje iets naar beneden liep. Ik zou hulp nodig hebben om de motor zonder veel problemen weer op het asfalt te krijgen.....


Het was, zo was de algehele mening, een fraaie toertocht geweest. MAST werd alom gecomplimenteerd. Het enige minpunt was de soms harde wind, maar daar kon hij ook niets aan doen. Na het gebruikelijke napraten werd het toch weer tijd om naar huis te gaan, en aangezien er meer mensen de kant van Ede uitgingen sloot ik me daarbij aan.


Via het Binnenveld werd naar Ede gereden, waar al rijdend afscheid werd genomen. Een paar minuten later parkeerde ik de Deauville op het motorplekje achter het huis. De eerste toerrit, al was het dan voor mij alleen het tweede deel, van het motor seizoen 2020 zat er op.

... 2de deel ...

... 2de deel ...



Terug naar de Motorpagina