Terug naar de Motor-pagina
Vorig - Weer op weg - Dag 2
Volgend - Weer op weg - Dag 4


26 augustus 2010

Verder naar het zuiden

Dag 3, Will carry me onwards

Na een nachtje slapen ziet de wereld er weer heel anders uit. Als ik wakker wordt schijnt de zon, en hij is kennelijk van plan vandaag goed zijn best te doen. Da's mooi, laat ik dan eerst maar eens wat ontbijt proberen te vinden. Een stukje stokbrood, wat kaas erop, een flinke slok water. Het is wat primitief, dat wel, maar smaakt best lekker. En na het primitieve ontbijt komt het volgende punt aan de orde. Verder, of niet. Ik overweeg verder te doen, en dan gewoon vanavond te kijken wat ik daarna ga doen. Dat was ook mijn insteek aan deze nieuwe reis, één dag tegelijk, en niets moet.


... de zon schijnt ...


Dus wordt het tentje leeggeruimd, alles weer op de "Bah'Kup" geladen, het verlengsnoer netjes opgerold en bij de Engelsman op de tafel gelegd, afscheid genomen van de Nederlandse buren, en de reis weer aangevangen.

Vincelles door, rechtdoor de N6 oversteken, en dan zien we wel weer wat er gaat gebeuren. Voorlopig klimt de weg langzaam omhoog, langs een dorpje, en dan verder, totdat deze D85 uitkomt op de N151, en ik rechts, heel ver weg, Auxerre zie liggen. Maar daar ga ik niet naar toe, want ik ga naar links, over het bergje heen, richting Bourges.

Dit gedeelte van de N151, waar ik nu op rij, is een vrij saaie weg. Even rij ik door het bos, maar dan maken de bomen plaats voor open veld, of beter gezegd, lege heuvels, die kilometers lang het overgrote deel van het landschap bepalen. Een Total-benzine station doemt op, is het al nodig vraag ik me af, maar de dagteller wijst aan dat ik nog voor ruim 100 kilometer benzine moet hebben, dus rij ik verder. Ergens verderop zal ik ook wel kunnen tanken. Dan is er ineens een paar kilometer tussen de bomen door, wat een welkome afwisseling is, na die lege-heuvelen weg.

Het riviertje de Yonne wordt overgestoken, en ik blijf de N151 volgen, die met soms kilometers lang met dodelijke saaiheid rechtdoor gaat, maar soms ook een verrassend vergezicht biedt, of dwars door een leuk dorpje gaat. Nog een rivier, weer een rotonde, en verder. Na Varzy gaat de weg kilometers lang door het bos, recht, getrokken als met een lineaal. Een dorpje, dan weer open veld, een bos, en voor het eerst heb ik het gevoel dat er geen einde aan komt, aan dat land. Wat is het groot.

Nu kom ik in La Charité-sur-Loire, en is het tijd om te tanken. Ik prefereer een 'normaal' tankstation, in plaats van een automatisch gedoetje, en rij daarom de Carrefour voorbij, het centrum in. Dat had ik beter niet kunnen doen, want binnen de kortste keren weet ik niet meer waar ik ben, verdwaalt in de smalle op- en neergaande straatjes en straten van de oude stad. Ik gebruik een oude truuk: volg de borden naar de snelweg zodra je ze tegenkomt, en je komt wel uit het centrum. Ook deze keer werkt dat prima. Ik kom weer op het punt waar ik de stad binnen kwam, en ga dan toch maar automatisch tanken. Het lukt, natuurlijk, zonder problemen.

Verder dan maar weer, richting Bourges. Daarvoor wordt ik langs de rivier geleid, in de richting van de brug over de Loire.

Het is een oude brug, deze brug over de Loire. Maar mooi is het wel. Ook de rivier laat zich van zijn fraaiste kant zien. Dit kennen we niet in Nederland. Een brede rivier, waarin ontelbare zandbanken licht glooiend oprijzen en weer verdwijnen in de rustig stromende rivier. Heel mooi, vind ik, en stop eventjes voor een foto'tje, om te genieten van dit prachtige uitzicht.


... brug over de Loire ...


De N1515 voert me door Sancergues, een eeuwenoud stadje, met een eveneens eeuwenoude kerk, de kerk van Saint-Jacques. Later ontdek ik dat Sancergues een stad is op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella.

Als ik verder rij kom ik steeds dichter in de buurt van een grotere stad, het is te merken aan het verkeer, aan de breedte van de weg, aan het veranderende karakter van de bebouwing om me heen. Ik zie een bar/cafe met een uithangbord: 'Omelette du Fromage' en dat is bijna een gewone Nederlandse uitsmijter. Maar nu even niet, eerst voorbij die stad komen. Ik ben niet de enige nederlandse motorrijder hier, want even verderop staat een motor met een Nederlands kenteken, en de bestuurder staat op de kaart wat na te kijken. Ik overweeg te stoppen, maar het nogal drukke verkeer doet me besluiten om gewoon door te rijden.

TomTom is weer ingeschakeld, en die moet me om de stad brengen, en niet erdoor. Het blijkt geen probleem te zijn, en al snel ben ik op de weg naar La Chatre. Dat is in elk geval gelukt. Nu kijken of er ergens wat te eten valt.

Ik rij Lignieres binnen, en dat lijkt zo een wat grotere plaats. Ik begin langzaamaan veel trek te krijgen, en mischien is hier wel iets te eten te vinden. Op een pleintje zie ik een aantal tafeltjes en stoeltjes staan, en dat zou wel eens een eet-gelegenheid kunnen zijn. Ik draai de CX het plein op, zie op de zij-gevel van het gebouw dat het een restaurant is, en parkeer de motor in een parkeervak. Helm af, handschoenen uit, motorjas uit, motorbroek uit, tanktas pakken en nu wat eten. Ja, mis dus, want gedurende 'Août' zijn ze op twee dagen gesloten, weet ik te ontcijferen, en ik heb zo het idee dat dit een van de twee dagen is. Daar sta je dan, op een snikhete dag, met een lege maag, in een Frans stadje, voor een dichte deur. Maar het had erger kunnen zijn, het had ook kunnen regenen.


... Lignieres ...


Dan maar verder. Vanwege de hoge temperatuur, mijn thermometertje geeft 36 graden aan, gaat het shirt uit, en in de tanktas, en dan het motorpak weer aan, de helm op, handschoenen aan en weg, kijken waar er wel wat te eten is.

Ongeveer tien kilometer verderop is een dorpje, met de fraaie naam Saint Christophe en Bourcherie, en ik zie ook, eindelijk, een Hotel-Restaurant. "Le Relais" heet het, en het is kennelijk net nieuw. Aan het kerkplein en het ziet er erg open uit. Mooi, dat ga ik proberen, want langzaamaan is mijn trek een echt stevige trek geworden, na al die kilometers door de hitte. Motor op de jiffy, en ik stap af, om de motor op de middenbok zetten. Maar dat gaat niet zomaar, want het lukt niet om de CX omhoog te krijgen, en ik durf ook niet los te laten om de jiffy, die om de een of andere reden omhoog geklapt is, er weer onder te zetten. Een jongetje van een jaar of drie, vier staat te kijken, maar daar heb ik niets aan. Hoe zeg je ook al weer "Help" in het frans? Maar het jochie loopt naar binnen, komt terug, zegt "Un moment", en blijft staan kijken naar die rare meneer die bijna zijn motor laat vallen. Gelukkig komt er hulp in de vorm van de eigenaar, die even meehelpt en met een flinke ruk krijgen we de "Bah'Kup" op de middenstand. Even een benauwd momentje. Ik besluit, warm en zweterig (en stinkend) als ik ben niet binnen te gaan zitten, maar buiten op de paar tafeltjes en stoeltjes die hier het terras vormen. Dikke jas uit, en even een shirtje pakken uit de topkoffer. Dan bestellen. Een vrouw komt mijn bestelling opnemen. Zouden ze hier een uitsmijter kennen? Ik probeer het: "Omelet avec fromage, sil vous plait" zeg ik. Kennelijk is het niet duidelijk, dus nogmaals. Ze haalt inwendig haar schouders op, vraagt iets wat op 'boisson' eindigt, en ik denk dat ze vraagt wat ik wil drinken. 'Cola' begrijpt ze niet, maar 'Coca Cola' weer wel. Ook goed.

In de zon, naast een oude kerk, wacht ik op mijn 'Omelette avec fromage'. Ik moet wel lachen, als de bestelling komt. Rare jongens die Fransozen. Een gebakken ei, met daarin kaas gesmolten, met een mandje stokbrood erbij. Het maakt niet uit, lekker is het toch. Helemaal als er een gekoeld flesje met water bij gezet wordt, want jongens, wat blijft het warm.


... oude kerk ...


Als ik weer opstap kijk ik nog even op het thermometertje. Had ik beter niet kunnen doen, want de 37 graden die aangegeven worden zijn er toch een heleboel. Rijden, en de rijwind als afkoeling gebruiken, dat is de oplossing. Zo nader ik vrij snel La Chatre. Het is er druk, en ik ben blij als ik een tijdje later weer meer ruimte om me heen heb, al bestaat de ruimte dan uit weer zo'n lange kaarsrechte weg. Mijn volgende routepunt is een plaats met de naam 'Guéret'. Vlak voordat ik daar binnenrij mag ik rechtsaf, de N145 op, naar La Souterraine. Deze N145 is geen eenvoudige weg tussen twee plaatsen, nee, het is nog net niet een snelweg, wat dan ook de reden is dat TomTom en Tyre bij de opdracht 'snelwegen vermijden' deze weg wel selecteren. 110 km/u Is hier de maximale snelheid. En dat kan mijn CX best halen, als ik zachtjes aan doe met het gas. Op een redelijk vlakke weg is het ook weer minder een probleem, maar deze weg slingert nogal, niet zozeer van links naar rechts, maar meer van onder naar boven. Steeds duik ik de diepte in, om een paar minuten later aan een ontzettende klim naar boven te beginnen. Ben ik daar, begint het geduvel weer van vooraf aan.

Het zal wel zo horen, maar ik hoef het niet leuk te vinden. Bij La Souterainne mag ik eraf, en krijg ik in plaats van een bijna-snelweg een bijna-landweg onder de wielen. 40 km/u is echt het maximale hier. Zo kom ik steeds dichter bij mijn doel, Camping de Santrop bij Razés. Een draai naar rechts, naar rechts, weer links en dan onder de snelweg door, linksaf, en ik rij Bessines-sur-Gartempe binnen. Nu moet ik er bijna zijn, maar het laatste stukje kost me zeker nog een 20-30 minuten. Dan is het daar, Camping de Santrop.

Bij de receptie spreekt men Engels, gelukkig. Ik mag gaan staan waar ik wil, en de jongeman achter de balie raad me een plek dicht bij de douches aan. Als ik vraag of het echt zo erg is, wordt er gelachen. Maar met 35 graden motorrijden in een dik pak, ja, dat is zweten.

Als eerste gaat het pak uit, dan pak ik mijn spullen van de motor, en mik alles op de uitverkoren plek neer. De tent wordt opgezet, de spullen erin gegooid, en ik geniet even van het uitzicht op het meer. Nu de tent staat is het tijd om zo snel mogelijk de raad van de jongen bij de ingang op te volgen. Ik loop bijna bij mezelf weg, zo sterk ruik ik, ja, het stinkt gewoon. Dus naar de douches, en een minuut of tien later, met een schoon shirt aan, voel ik me al weer wat beter. Wat is het volgende punt op de agenda. Er zijn twee zaken die gadaan moeten worden. Het eerste punt is de "Bah'Kup", die staat al een kilometer of wat uit de reserve tank te drinken. Nu is het verbruik ongeveer 1:18/1:19 en dat geeft bij een totale tankinhoud van 17 liter een actieradius van ergens tussen de 300 en 320 kilometer, en daar ben ik nog niet, maar toch, hier in Frankrijk zijn de benzinepompen in de dorpjes niet zo makkelijk te vinden als bijvoorbeeld een boom of een berg.


... uitzicht op het meer ...


En omdat het nu eenmaal veilig is, gaat de warme jas weer aan. De motorbroek blijft in de tent, maar handschoenen en laarzen, ja dat wel weer. Veiligheid gaat toch voor.

Waar vindt ik benzine. Volgens het meisje bij de receptie is dat in een plaatsje waarvan de naam me ontschoten is, maar wat begint met "Comp" ik vindt het wel, denk ik.

Bij de uitgang vraag ik aan een man met een busje waar ik "essance" kan vinden. Nou, dan moet ik hem maar volgen. Hij rijdt op de onnavolgbare, typisch franse manier een aantal bochten en plaatsjes door, totdat hij ergens stopt. Ja, wel diesel voor hem, maar geen benzine voor mijn motor.
Dan moet ik terug, gebaard hij. Ja, dat denk ik ook, en verder gaat de speurtocht. In Razés zelf probeer ik het opnieuw, bij een aantal mensen die bij een auto staat. Mijn Frans is minder dan hun Engels, maar als ik op de TomTom wijs, en aangeef dat ik naar een tankstation wil rijden, het eerste N(uttige) P(unt), wordt er geknikt en gewezen. Die kant uit, dan rechts. Dat probeer ik, en prompt vindt TomTom dat ik het heel anders moet doen, en stuurd me een doodlopende weg in. Vijf minuten later rij ik weer langs dezelfde mensen, met een verontschuldigend gebaar naar de TomTom. Als ik eindelijk, over kleine binnendoor weggetjes, over bergen , en door gehuchtjes waarvan de naam langer is als de straten, aankom in Bessines-sur-Gartempe, op de plek waar het tankstation volgens de TomTom moet zijn, is er van alles, alleen geen tankstation. Terug? In elk geval zijn daar mensen. De volgende aan wie ik aanwijzingen vraag is een boodschappende dame. Een tankstation? Rechtuit, links, en de weg volgen. Kan niet missen. Nou, dat zullen we zien. Rechtdoor, dat gaat, linksaf gaat ook, en rechtdoor, en na een kilometer of vijf is er een tankstation. En zo rij ik verder, over een bochtige weg, die steeds meer en meer het karakter krijgt van een weg naar nergens, naar niets. Maar dan, na zes of zeven kilometer staat daar ineens een uithangbord "Avia". Dat zou wel eens ... en ja hoor benzine pompen. Eindelijk. Maar ik ben in Frankrijk, en daar blijven pompen staan, ook al zijn ze al lang niet meer in dienst. Uithangborden blijven hangen, totdat het einde der tijden komt, of ze naar beneden vallen. De garage eigenaar maakt me duidelijk dat dit zo'n geval is. "Non essense". En langzaamaan begin ik er flink genoeg van te krijgen. Waar moet ik potverdorie dan wel heen om een beetje benzine te vinden? Terug, want ik begrijp dat de andere kant uit helemaal nergens naar toe leidt. Dus weer terug, langs het zoveelste dorpje, langs hoge straten, en scherpe bochten. Ik kom straks uit bij de Gendarmerie, en vindt ik geen benzinepomp, dan kan ik het daar misschien vragen.

Terug in Bessines-sur-Gartempe probeer ik het nog één keertje. Ergens moet toch benzine te vinden zijn. Ik overweeg om dan toch maar de snelweg op te duiken, want daar is meestal wel een 'Aire' te vinden, met tankstation.

Maar dat hoeft niet. Terwijl ik de stapels met wegwijzerbordjes probeer te ontcijferren zie ik ineens een bordje met 'service 24/24'. Dat heb ik eerder gezien, dat wijst naar een tankstation. Met hernieuwde moed kies ik die richting, en het is de richting van waaruit ik een paar uur geleden door dit stadje ben gekomen. Ik herken de weg waar ik toen afkwam, maar rij nu door, achter de belofte van benzine aan. En iets meer dan een kilometer voorbij het punt waar ik van die zijweg afkwam, daar is een armmoedig uitziend, maar bemande benzinepomp.

Hoewel de pompbediende erg druk is met telefoneren, lukt het me om de tank vol te krijgen. Meer dan 14 liter gaat erbij. De CX was duidelijk aan de laatste kilometers toe.

Nu de CX verzorgt is , is het de beurt aan mezelf. Vanavond wat eten, en morgen een ontbijt. Het lukt me een Aldi te vinden, en daar het nodige in te slaan. Maar ik moet een tweede keer naar binnen, want ik heb zoveel dorst dat het pak sinaasappelsap leeg is voordat ik het kan inpakken. Dus een tweede pak gehaald, en dat gaat direct in de tanktas. Dan wat eten, maar vreemd genoeg heb ik totaal geen trek. Tegen m'n zin eten, nee, dat doe ik niet. Terug dan maar naar de camping.

En daar merk ik dat ik heel, echt heel erg moe ben. Dat gedoe met die gekke benzine pomp heeft me bergen energie gekost. En als de avond valt, loop ik nog snel een keertje langs de douches, om het nieuwe zweet weg te spoelen. Dan de tent, en de slaapzak in. Even lig ik nog wakker, de hele dag overdenkend. Dan, ineens, een geluid, alsof ....
Een regenbui brengt de zo noodzakelijke koelte, buiten. In de tent blijft het lekker warm, en droog, en met het geluid van de vallende regendruppels op de tent val ik in een diepe slaap.....




Vorig - Weer op weg - Dag 2
Volgend - Weer op weg - Dag 4