Naar de verhalen-index






Hoe de Unicorn zijn kleuren vond.



Dit verhaal begon als een verhaal voor mijn 4-jarige kleindochter, die gewoonweg verzot op Eenhoorns is, net als alle kleine meisjes. Maar, zo zegt ze: "Opa, het is geen Eenhoorn, het is een Unicorn." En omdat ze natuurlijk altijd gelijk heeft, gaat dit over een Unicorn.
Zoals gezegt, begon het als een verhaaltje voor een klein meisje. Maar gaandeweg liep het toch iets anders. Zo gaat dat vaak met verhalen......




De WITTE Unicorn

In een land, heel, heel ver hier vandaan daar leven de Unicorns. Het zijn allemaal heel mooie Unicorns, allemaal met alle kleuren van de regenboog. Maar ze zijn niet allemaal gelijk. Er zijn Unicorns met een heel erg rode staart en manen, met maar een kleine beetje blauw en geel, en ook zijn er Unicorns met heel veel geel in hun staart, en maar een beetje groen in hun manen. En de andere kleuren kun je bijna niet zien, Toch, als je wat beter kijkt, dan zie je dat ook die Unicorns rood, en blauw en violet en oranje in hun staart en in hun manen hebben. Ja, alle Unicorns hebben alle kleuren van de regenboog in hun staart en in hun manen.

Allemaal ? Nou nee, er is één Unicorn die helemaal geen kleuren heeft, zijn staart is wit, en ook de prachtige manen zijn helemaal wit. Zijn moeder wist ook niet hoe het kwam, maar ze zei: "Je bent de liefste en mooiste Unicorn die er is, ook al zijn je manen dan wit." Want zo zijn moeders. Maar de andere Unicorn kinderen die waren niet zo vriendelijk. "Ha, Witmaan" riepen ze hem toe, "waar zijn je kleuren?" Maar de Unicorn had geen kleuren. En als hij met de andere Unicorns wilde gaan spelen, dan mocht dat niet. "Nee," riepen ze dan, "Jij bent wit, je hoort niet bij ons" en dan prikten ze hem met hun scherpe hoorns. "Weg jij," riepen ze, "je hoort er niet bij".

Dat maakte de arme Unicorn erg ongelukkig.

"Waar zijn mijn kleuren?" vroeg hij aan zijn moeder, maar die wist het ook niet.
"Waar zijn mijn kleuren?" vroeg hij aan zijn vader, maar die wist het ook niet.
"Waar zijn mijn kleuren?" vroeg hij aan de oude wijze Unicorn, die boven op de berg woonde. Maar die wist het ook niet.

Toen nam de Unicorn een besluit. "Als niemand weet waar mijn kleuren zijn, dan ga ik ze zelf wel zoeken." Hij vertelde zijn vader en moeder wat hij ging doen. Van zijn moeder kreeg hij een zakje met boterhammetjes mee, en van zijn vader kreeg hij goede raad. En toen ging hij op stap.

ROOD

wit
Maar waar moest hij beginnen? Wat zorgt ervoor dat een Unicorn al die mooi kleuren heeft? De kleine Unicorn wist het niet, maar hij was vastbesloten om zijn kleuren te vinden. Ergens moesten ze toch zijn. Heel lang liep hij door, totdat het avond was. En met het weggaan van de zon, en terwijl het steeds donkerder werd, kwam de kleine Unicorn bij een groot en donker bos. Er was geen huis te zien, waar hij voor de nacht kon schuilen, of in een lekker bed kon slapen, geen tent om een bedje te vinden met een warme slaapzak, hij was helemaal alleen. In het donker struikelde hij over de boomwortels, en een keer liep hij zomaar tegen een boom aan, waarbij zijn scherpe hoorn bijna vast bleef zitten in de boomstam.
Onze Unicorn voelde zich erg ongelukkig. Hij was helemaal alleen in het grote donkere bos. "Zal ik teruggaan?" dacht hij, "terug naar het warme huis, naar mijn vader en moeder?" Hij deed een paar stappen achteruit. En toen nog een paar. En het bos voor hem leek donkerder en donkerder, en achter hem leek het bos helemaal niet zo donker. "Zal ik teruggaan?" dacht hij nog een keer. "Maar dan vindt ik nooit mijn kleuren....."

Toen nam de Unicorn zonder kleuren een dapper besluit. "Nee, ik ga verder, want ik wil mijn kleuren vinden !" Hij stapte vooruit, en nog een stap. En het leek wel of ook voor hem het bos minder donker werd, alsof er zelfs een lichtplekje was, ver voor hem. En in het midden van het bos vond de Unicorn een zacht plekje, waar hij even kon liggen, en meteen in slaap viel.

ORANJE

rood
De Unicorn werd wakker omdat de zon op zijn gezicht scheen. Het duisteren en enge donkere bos leek in het helder zonlicht helemaal niet meer zo duister en eng als de vorige nacht. Hij stond op. En schudde zijn manen, zoals hij altijd deed als hij wakker werd. Maar nu leek het alsof er iets anders was, "He!" dacht hij, "wat is dat nu weer ?" Nogmaals schudde hij zijn manen, en nu hij er beter op lette zag hij dat er rode haren tussen zaten. Stomverbaasd bleef hij staan. Rode haren in zijn manen? Was dat een grap, wat was er gebeurd? Hij snapte er niets van. En zwaaide met zijn staart. En kijk, daar ook al, hij zag het nu duidelijk, Rode haren in zijn staart. Hij was niet langer de witte Unicorn, hij was nu een wit met rode Unicorn. Bij een beekje, iets verderop, keek hij nog eens wat beter naar zijn spiegelbeeld in het kalme water. Ja, een deel van zijn manen was rood geworden,

De Unicorn begreep er niet veel van, maar was wel blij dat hij door het donkere bos was gegaan. Daar had hij vast Rood gevonden, zonder dat hij het wist. Opgewekt liep hij verder. Misschien zouden er wel meer kleuren in het bos liggen, hij wist het niet. Al gauw kwam hij bij de rand van het bos, en voor hem zag hij een lange weg, die naar een grote stad ging, en daarachter, nog verder weg, waren hoge zandbergen. De Unicorn besloot om verder te gaan, want hier aan de rand van het bos was niets te vinden. De boterhammen die zijn moeder had meegegeven waren al op, en hij had honger.

Verderop, langs de rand van de weg was een kleine boerderij. Hij klopte op de deur. Hij moest heel even wachten maar toen ging de deur open en een lief Unicorn meisje, met een grote boeren zakdoek om haar hoofd geknoopt deed open. Verwonderd keek ze naar de wit met rode manen van haar bezoeker. "Ja , euh... " begon de Unicorn, "kan ik, heb je, euh... vind je het goed als ik even binnen kom, ik heb een beetje honger, enne, nou ja...." Het Unicorn meisje moest een beetje glimlachen om het gestamel van de Unicorn. "Kom maar gauw binnen" zei ze en hield de deur wijd open. "Ik heb vast nog wel wat te eten voor je, maar blijft vooral niet buiten staan" Vlug stapte de Unicorn het boerderijtje binnen en volgde het Unicorn meisje naar de keuken.

Terwijl het meisje voor de Unicorn een boterhammetje maakte luisterde ze naar het verhaal van de Unicorn. En dat plotseling een deel van zijn manen rood geworden was. Terwijl de Unicorn aan het boterhammetje begon deed het meisje haar boerenzakdoek af. Tot verbazing van de Unicorn had het Unicorn meisje bijna allemaal witte haren in haar manen, met maar een beetje kleur. "Daarom durfde ik je wel binnen te laten" zei het Unicorn meisje, "Want jij bent ook maar een klein beetje regenboogkleur." Daar moest de Unicorn wel om lachen, en al gauw zaten ze te praten over kleuren, over manen, over andere Unicorns die de witte en bijna witte Unicorns plaagden. De tijd vloog voorbij, en zoiets had onze Unicorn nog nooit meegemaakt. Samen praten, samen een kopje Unicorn-thee drinken, samen gezellig in het gras zitten en naar elkaar luisteren.

Het werd avond, en de Unicorn mocht blijven slapen in het logeerbed. Moe en gelukkig door deze onverwachte ontmoeting viel hij in slaap....

GEEL

oranje
De volgende ochtend stond de Unicorn heel vroeg op. Het was erg gezellig geweest, en hij zou best langer willen blijven. Maar er waren nog meer kleuren te vinden, en die zou hij vast niet vinden als hij hier bleef. Hij liep zachtjes naar de keuken. Daar vond hij de boterhammetjes die het Unicorn meisje voor hem had neergelegd en liep zachtjes naar buiten.

De weg ging verder, eindeloos leek het, maar verderop was een stad. Misschien waren daar kleuren te vinden, in een grote stad was alles mogelijk. Opgewekt ging de Unicorn op weg. Langs de rand van de weg stond een oud huisje, waar een oude Unicorn naar de opgaande zon stond te kijken. Zijn staart en zijn manen hadden alle kleuren van de regenboog, maar er waren ook al heel veel grijze haren tussen, waaraan je kon zien dat dit een heel oude Unicorn was.

"Hé daar", riep de grijsaard, "Hé Tweekleur, waar ga je heen?" De Unicorn stopte. "Heeft u het tegen mij? " vroeg hij verbaasd. "Tegen wie anders?" vroeg de oude Unicorn. "Maar ik heb toch helemaal geen twee kleuren?" vroeg onze Unicorn verbaasd. "Alleen rood". De oude Unicorn grinnikte, en haalde vlug vanuit zijn huisje een spiegel. "En hoe noem je dat dan?" vroeg hij, terwijl hij de Unicorn de spiegel voorhield, "wat is dat dan?"

Stomverbaasd keek de Unicorn in de spiegel. En daar zag hij zichzelf, maar nu niet met alleen witte en rode manen, maar ook met een mooie kleur oranje. Hij was nu een duidelijke twee-kleuren Unicorn. Vlug keek hij naar zijn staart, en ook daar was er een oranje kleur te zien. Hij had zomaar Oranje gevonden.

Hij kreeg ineens haast, misschien waren er nog meer kleuren die hij zomaar kon vinden. Maar eerst vertelde hij aan de oude Unicorn zijn verhaal. De oude knikte. "Ga zo door", zei hij, "zoek minder, vind meer." En toen stapte hij zijn huisje weer in. De Unicorn snapte er niet zo veel van. Hij ging weer op weg naar de stad in de verte. En eigenlijk voelde hij zich best blij nu hij zo maar twee kleuren had gevonden. Ja, hij voelde zich eigenlijk wel een beetje gelukkig.

In de stad mocht hij blijven slapen in een leuk klein hotel. Die avond ging hij heel blij en tevreden slapen. Morgen zou hij wel meer kleuren zoeken.

GROEN

geel
Blij en vrolijk werd de Unicorn de volgende ochtend wakker. Vandaag zou hij werden gaan met het zoeken naar zijn kleuren. Snel keek hij even in de spiegel, maar wat was dat nu. In plaats van Rood en Oranje had hij nu Rood, Oranje en Geel in zijn manen en in zijn staart!

Vrolijk liep de Unicorn het hotel uit, en ging op zoek naar meer kleuren. Het was al gauw dat hij er achter kwam dat hij wat vergeten was. Want drinken dat kon hij nog wel uit een beekje met helder water, maar hij had ook honger, en hij had geen boterhammetjes meegenomen uit het hotel.

Wat nu? Hij keek om zich heen en zag een boeren Unicorn bezig in de boomgaard. Misschien zou die wat te eten hebben, dacht de Unicorn. Hij liep op de boer toe. "Heeft u misschien wat te eten?" vroeg hij. De boer keek op. "Weet je, "zei de boer, "ik ben al oud en mijn hoorn is wat bot, maar als jij me met je scherpe hoorn helpt met ploegen, dan krijg jij een mand met groene appels om te eten".

De Unicorn dacht even na. Het was best zwaar werk, dat ploegen, maar een mand met appels was wel lekker. "Goed" zei hij, "ik help mee. Als we samen werken gaat het vast veel sneller". Samen werkten ze de hele dag op de boerderij. En die avond mocht de Unicorn in het hooi slapen, met naast zich een grote mand met lekkere groene appels. "Morgen," zo dacht hij, "morgen zoek ik wel verder naar mijn kleuren....."

BLAUW

groen
De volgende ochtend was de Unicorn vroeg wakker. Hij nam nog wat appels die waren overgebleven en ging op weg. "Tja, "dacht hij, "Ik heb nu wel een paar mooie kleuren, maar ik mis er nog wat." Terwijl hij verder liep bleef hij zoeken naast de weg, of soms in de verte of hij nog kleuren kon vinden.

Bij een school vroeg de Unicorn aan de juf of zij wist waar hij meer kleuren kon vinden. Maar de juf wist het ook niet. "Maar" zei ze, "je hebt al heel mooie kleuren. Ook dat Groen is prachtig mooi". Vlug keek de Unicorn om naar zijn staart. En ja, er was nu ook Groen in zijn staart te zien. Vlug bedankte hij de juf van de school en ging weer verder. Ook Groen had hij nu, en dat was helemaal vanzelf gekomen. Of niet toch ?.....

De Unicorn merkte dat de weg een beetje omhoog ging, tegen een soort van zandberg op. En toen hij boven was zag hij dat hij op de top van een duin stond, en uitkeek over de zee. Hij had nog nooit de zee gezien, en stond een tijdje te kijken naar de blauwe golven die rustig kwamen aanrollen naar het strand, om daar met witte schuimkoppen om te vallen.

Lang bleef de Unicorn rustig kijken naar de blauwe zee. Tot hij eindelijk, moe van de golven die maar niet ophielden, op het strand in slaap viel.

INDIGO

blauw
Midden in de nacht werd de Unicorn wakker. Hij voelde zich anders, en wist zeker dat hij nu ook de kleur Blauw had gevonden. Er was weinig licht, maar toch, in het schijnsel van de maan waren blauwe haren te zien in de staart van de Unicorn.

De Unicorn was maar een klein beetje verrast. Maar hij was ook blij en tevreden dat hij zoveel kleuren had gevonden. Rood voor zijn dapperheid, Oranje voor de vriendschap, Geel voor de vrolijkheid en Groen voor het werken op het land. En nu ook Blauw voor de rust van de zee en de golven.

Zo bleef hij de rest van de nacht wakker, denkend aan alle andere Unicorns die hij had ontmoet, en die hem soms veel, soms weinig hadden geholpen met het vinden van zijn kleuren. En nu begreep hij ook de oude Unicorn beter, die had gezegd: "Zoek minder, vind meer." Zonder veel te zoeken had hij heel veel kleuren gevonden.

VIOLET, de laatste kleur....

indigo
Na de avond die hij aan de zeekust had doorgebracht hadden de staart en de manen van de Unicorn een prachtige diep-blauw rand erbij gekregen, echt Indigo gekleurd. Nu had hij bijna alle kleuren....

Een beetje verdrietig stapte de Unicorn naar huis. Waar hij ook keek, bij alle kleuren die hij zag, nergens kon hij die allerlaatste kleur vinden. Het was alsof de kleur in de hele wereld niet voor kwam. Ja, rode bloemen, groen gras, blauwe lucht en blauw water, het geel van de warme zon, en het donkere blauw van de bloemen, maar nergens zag hij de kleur Violet

Hij merkte dat hij al bijna thuis was. Met zijn mooie kleuren zou hij vast wel mogen meespelen met de anderen. En hij had veel avonturen beleefd. En ook zonder die laatste kleur was hij blij en tevreden dan het zo'n bijzondere reis was geweest.

Toen hij bijna thuis was kwam zijn moeder hem al tegemoet. "Hallo Unicorn" riep ze terwijl ze haar hoorn langs zijn hoorn wreef, "wat fijn dat je alle kleuren hebt gevonden!" De Unicorn was verbaasd. "Moeder" zei hij, "ik heb de Violet nog niet gevonden." zei hij een beetje bedrukt. "Maar alle andere kleuren heb ik wel, en dat is heel fijn." Toen moest zijn moeder een beetje lachen. "Nee, mijn lieve Unicorn" zei ze, terwijl ze hem een klein spiegeltje voorhield, "kijk maar"

De Unicorn keek en kon zijn ogen haast niet geloven. De mooiste kleur Violet die hij zich kon voorstellen zat in zijn manen en in zijn staart. "Ja," zei zijn moeder, "Als je gelukkig bent met je kleuren komt het laatste stukje helemaal vanzelf....."

violet


Naar de verhalen-index