Terug naar de Motorpagina


Motorzegening 2010


Nu het plan er is om naar Santiago de Compostella te gaan, lijkt het me helemaal niet verkeerd om, in navolging van het vorige jaar, weer in Grubbenvorst de motor, en diens berijder, door de pastoor te laten zegenen. Maar de vorige motorzegening was niet helemaal gladjes verlopen. Maar misschien zou een beetje voorbereiding wel kunnen helpen. Als ik nou eens de zaak uitleg, in een mailtje......
Zodoende ging er een verklarend mailtje naar Karin, de contactpersoon voor de motorzegening bij MC 't Murke, waarin werd uitgelegd wat er het voorgaande jaar gebeurd was, en het hoe en waarom. Er kwam geen mail terug. Hadden ze het te druk? of was het in de grote digitale prullenbak terecht gekomen?

Henk belde. Of ik ook naar de motorzegening ging, want dan konden we samen rijden. Ja, dat zou wel kunnen, en we spraken af op de parkeerplaats 'Kabeljauw' lang de A50.
Michael belde op. Hij ging naar de motorzegening, zijn vader ging ook, en of ik ook meereed? Het koste even wat moeite en heen en weer getelefoneer en gemail, maar toen hadden we alle tijden en plaatsen op één lijn staan. Henk zou een half uurtje vroeger op de parkeerplaats komen, en vanaf daar zouden we gevieren verder rijden. Ik zou om half negen bij Michael zijn, en Ruud, ook bekend als "Nicoprodeo", zou daar ook komen. Zo gezegd, zo gedaan.....

Om half negen was ik op die stralende zondagmorgen bij Michael, en een paar minuten later was Ruud er ook. Het had even wat moeite gekost om "Bambi", de bruin/beige Honda Shadow, weer aan de praat te krijgen, maar het was toch gelukt. Heel netjes op tijd, misschien wel wat aan de vroege kant, vertrokken we naar Grubbenvorst. Ik dacht, komaan, gewoon snelweg, maar Ruud had een ander idee, en stuurde me over de Ginkelse Heide, die die morgen extra zijn best deed te ontwaken uit een lange winterslaap. Vrij vlot reden we naar de afgesproken parkeerplaats, en daar, op een bankje, genietend van de vroege lentezon, zat Henk. Uitgebreide begroetingen over en weer. En hoe nu verder? Naar Grubbenvorst, da's wel duidelijk. Maar net als naar Rome leiden er vele wegen naar dat Limburgse dorp. 'Wat jij wilt', was de algemene opvatting, en ja, dan moeten ze het zelf maar weten. Het werd een stukje A50, totaan Ravenstein. Daar de N277, de oude middenpeel route.
En zo, op deze mooie zondagmorgen, met ronkende motoren, in een heerlijke lentezon, reden we met een rustig 80km/h vaartje langs Brabantse velden en door Limburgse bossen naar Grubbenvorst. Het laatste stukje, vanaf Venray werd er wegens de tijd toch weer even ge-snelwegd. Maar dat was toch een heel stuk minder leuk. Het schiet wel op, dat wel.
In Grubbenvorst aangekomen was het eerste probleem: waar laat je nou die motoren? Ik besloot even naar zo'n Murckenaar te rijden, die me prompt met motor en al op het middenterrein wilde loodsen. Maar daar had ik, met mijn ervaring van het voorgaande jaar, helemaal geen zin in. Motor op de standaard, helm af, oordopjes uit, en ik voelde mijn stress nivo al toenemen. Maar ik had nog geen tien woorden gezegd of de man zei "O, jij bent Hans".
Kennelijk was in de briefing aandacht gevraagd voor Hans, die niet goed tegen de drukte kan en met zijn motor op een plak moet staan waar hij ook weer snel weg kan rijden als het nodig is. Hans, zijn motor en zijn drie kameraden kregen een plekje vlak bij een kruispunt, waar ik, indien nodig, zo weg zou kunnen rijden.

kruispunt
... vlakbij een kruispunt ...

Nauwelijks had ik de motor op de standaard staan, en mijn jas los, of daar stond ineens de EHBO-er van vorig jaar, Harald, die me hartelijk begroette, en vroeg hoe het ging. Met een "Nou, ik zie je straks wel" verdween Harald even later weer.

We hadden nauwelijks op een betere plek kunnen staan. Dit was het punt waar bijna alles gebeurde. Het enige wat niet zo geslaagd was, was dat de luidsprekers echoden op de rij huizen aan de andere kant van het Pastoor Vullinghsplein, waardoor we het geluid twee keer, maar de tweede keer net iets vertraagd, te horen kregen. En dan hoor je bijna niet dat er wordt omgeroepen dat er mensen zijn die hun motor laten zegenen, vlak voordat ze aan een lange reis naar Japan, of Santiago de Compostella beginnen

De koffie bij de motorzegening was gratis, maar Michael had ook koffie meegenomen, en die smaakte toch wel iets beter. Een broodje erbij, en maar kijken naar die bijna onafzienbare rij met motoren in soorten en maten, grote en kleine, ronkend en pruttelend, heel nieuwe en heel oude, in alle kleuren van de regenboog, soms glinsterend van chroom, soms dof van verschoten lak, die langsreden en allemaal een plekje vonden op het middenterrein. Mensenlief, waar lieten ze al die dingen, en het ging maar door en door en door..............
Een aantal CX-ers kwam ook langs, en al gauw was de plek waar we onze CX-en hadden neergezet het centrale cx-club punt geworden.

koffie
... koffie ...

Om half een begon het meer officieële gedeelte van de motorzegening, met een korte mis, geleid door de pastoor. En dan sta je toch wel even te kijken hoeveel motorrijders niet alleen voor de 'happening' komen, maar ook voor de korte openlucht dienst, die daar op dat zonovergoten plein, temidden van honderden motoren en motorrijders uit alle windstreken in binnen- en buitenland, plaatsvind in het kleine Grubbenvorst.

korte mis
... korte mis door de pastoor ...

motorrijders
... honderden motorrijders ...

Na het 'amen' was het weer tijd om mijn motor op te zoeken, die ergens aan de rand van het plein stond. Niet dat er haast bij was, want voordat het grootste gedeelte van de motoren gezegend zou zijn, zou er best wel een half of heel uurtje verstrijken.

En dat gaf me tijd om Coen, Lieke, Stephanie en Kaithlyn te begroeten, die, na een weekend met de "GoldWing Club Nederland", via Grubbenvorst terugkwamen. Natuurlijk werden er opmerkingen gemaakt over het 'overlopen' naar de goldwingers, en natuurlijk 'verdedigde' Coen zich tegen aantijgeningen dat hij bij de CX-club weg zou gaan. Maar tussen al dat gegekscheerderij door liet hij zich wel ontvallen naar een Goldwing K2 uit te kijken.....

Harald kwam nog even langs, om te vragen hoe het ging, de Murckenaar die me had opgevangen kwam nog even goeiendag zeggen, en ondertussen rolde motor na motor aan ons voorbij, zonder dat er een einde aan de rij van motoren leek te komen. Plots werd het geronk overstemd door een naargeestig geluid, afkomstig van een ambulance, die zich met moeite een weg baande door de drommen motorfietsen. Achteraf bleek dat er een vrouw onwel was geworden, maar dat er niets ernstigs was en dat ze na een nachtje ter observatie opgenomen te zijn, weer gewoon naar huis kon.

Coen en Lieke gingen op weg op hun motor te halen, en Lieke had nog genoeg tijd om, met terechte trots, haar nieuwe "Groene Dreack" te showen. Toen Coen in de verte zichtbaar was stapten wij ook op de motor en begonnen aan de stapvoetse tocht naar meneer pastoor. Pastoor was zuinig met het wijwater toen ik langs reed, of mijn kuip was erg goed, dat kan ook. In elk geval, na de zegening verzamelden wij, de aanwezigen van de Dutch Honda CX-500 club ons een eindje verder, totdat iedereen die dat wilde langs de pastoor was gekomen.

langs de pastoor
... langs de pastoor ...
foto door Cosmar G.

Overleg: wat en waar. Het wat was duidelijk, niemand had zin om direct naar huis te gaan, het was ook zo'n mooie dag. Cosmar wist een kilometer of tien verderop een dorpje, waar vast wel een terrasje te vinden zou zijn. Dus wij naar Lottum, waar inderdaad een terrasje was. Praatje, genieten van de zon, plannen voor het komende jaar en wie naar welk evenement ging, en zo verstreek de tijd.

Toch moesten we maar eens naar huis. Eerst even tanken, en Cosmar, die in die buurt woont, zou voorrijden. Maar Cosmar reed die dag op een 80cc Cyrus van rond 1971, en dat wilde niet echt opschieten, helemaal niet toen de Cyrus te warm was gelopen, en noodgedwongen moest afkoelen. De CX-en hadden daar geen last van, en daarom wees Cosmar ons de weg naar het dichtsbijzijnde tankstation. Met gemengde gevoelens reden we door, gemengde gevoelens, want je laat een andere CX-er niet zomaar staan, zelfs niet als 'ie een ander merk motor bij zich heeft in plaats van een CX. Later hoorden we dat Cosmar de laatste drie kilometer naar huis heeft gelopen, met de Cyrus aan de hand.......

Tanken, geen probleem. Maar het scheelde weinig of ik had diesel in de tank van m'n Rode Rakker gegoten. Net op tijd zag ik dat ik op het punt stond iets doms te doen. Had ik bijna toch zelf nog even een groot probleem gemaakt, zo vlak voor mijn Santiago reis.

De rit terug naar Ede ging over de N271, een rustige 80km weg. Even verwarring bij Gennep, want gaan we hier al de snelweg op, of is dat nog verder? Het blijkt nog wat verder te zijn, dus doorrijden tot Mook, en daar pas de A73 op. Het stuk Gennep-Mook was vrij onbekend voor mij maar allengs begon de omgeving toch weer wat te krijgen van 'ah, ik ben hier al eens geweest.' Bij Mook wist ik weer waar ik was, en daar gingen we de A73 op. Met 110 over de snelweg, net voldoende om niet te haasten, net voldoende om goed mee te komen met het overige verkeer. Maar, nadat Henk was afgeslagen naar de A12/A50 richting Apeldoorn, besloot ik dat de hei vandaag er prachtig uit moest zien, en dat ik daar nog eens wilde kijken. Dus werd het laatste stukje naar Ede over de N224 gereden, door de zon beschenen bossen, langs de open ruimte van de nog bruine Ginkelse heide. Een goede twintig minuten later waren we in Ede, waar we werden uitgenodigd om nog even bij Ruud langs te gaan. Maar met oordopjes in had ik maar de helft gehoord van wat er werd voorgesteld, en dus reed ik prompt naar het huis van de verkeerde toe. Heftig getoeter achter me wees me op de dwaling mijns weegs. En zo, na een heerlijk rustige rit vanuit Grubbenvorst naar Ede, eindigde deze motorzegening-dag 2010 op een beschaduwde bank bij Ruud, met een blikje cola in de hand en prettig gezelschap om me heen.

Binnen 14 dagen vertrek ik naar Santiago, een avontuur met meer onbekende dan bekende variabelen. Maar deze dag is er in elk geval eentje om met vreugde op terug te kijken.




Terug naar de Motorpagina