Terug naar de Motorpagina


De Kastelen-tourtocht


In februari had Sieds al aangekondigd een kastelentoertocht te willen gaan rijden op 21 juni. Een flinke hand vol CX-ers had te kennen gegeven om, als het even kon, mee te rijden. Maar dat was helemaal vooraan in het jaar, in februari. En in de loop der tijd kan er veel wijzigen.

Ik had ook te kennen gegeven dat ik best mee zou willen rijden. Maar achterstallig onderhoud aan de Rakker, en het gedoe met de carburateurs van de Reservist, dat alles kosten een hoop tijd. Maar toch, in de week voor de langste dag van het jaar was er een CX in goede conditie, startklaar om op Kastelentocht te gaan.

Er waren een paar kleine aanpassingen in de route, met name in het start en lunchpunt, en ook waren er een paar afmeldingen, van mensen waar andere zaken de toertocht wat op de achtergrond hadden geschoven.

Het weer, de grote onbekende bij elke tocht, was in deze week nou niet zoals men verwacht bij de maand juni, waar de maand juni meer geassocieerd wordt met zon als met regen. De nattigheid had duidelijk de overhand, en de zaterdag voor de tocht viel er in grote delen van het land nog een flinke bui. Ook de temperatuur bleef ver achter bij de gebruikelijke 18 tot 20 graden. Nee, echt fijn weer was het niet. Even werd er getwijfeld over het laten doorgaan van de tocht, maar degenen die zich hadden aangemeld zeiden allemaal: we gaan toch!

Ik keek die ochtend eens uit het raam, en hoewel er donkere luchten boven Ede dreven was het niet echt nat. Toch, je weet maar nooit, werd er wat warmere kleding aangedaan, en werd het regenpak aangedaan. De CX stond klaar, was al afgetankt, dus ik kon op weg naar Driebergen, waar de rit een aanvang zo nemen. TomTom had ik verteld waar ik naar toe wilde, en langs welke route, en zo vertrok ik van huis, voor de Kastelentoerrit.

Amper was ik onderweg, Ede uit, af het begon zachtjes te regenen. Een klein, en zacht regenbuitje, daar kan mijn pak best tegen, dus nat werd ik alleen maar aan de buitenkant. Van het motorpak. Maar het was toch een wat vervelend buitje, wat me gedurende vrijwel de gehele rit naar Driebergen bleef vergezellen. Een ander probleem was er bij Woudenberg, waar een gedeelte van de N224, om het dorpje heen, was afgesloten. De omleiding ging dwars door het dorp, en ik zat al te bedenken of ik voor de terugweg niet een andere route zou moeten kiezen. Maar een tocht die Sieds uitzet heeft niet altijd hetzelfde begin- en eindpunt, dus het was even afwachten waar de rit zou eindigen.

Vlak voor Austerlitz hield het op met regenen, zodat ik de laatste paar kilometers weer met het vizier omhoog kon rijden. De bestemming, "Klein Zwitserland", was snel gevonden, en hoewel het erg lang geleden was, herkende ik de omgeving nog. Ook hielp het natuurlijk dat er een aantal motoren geparkeerd stonden, allemaal van CX-clubbers. Binnen was er koffie, waren er CX-ers, en was het lekker warm en droog. Naast de organisator Sieds waren we met 7 CX-ers, waaronder eentje helemaal uit Groningen, en terwijl we nog aan de koffie zaten belde Erik op dat hij het tweede deel ook zou meerijden.

Klein  Zwitserland
... "Klein Zwitserland" ...

Tijd om te vertrekken. Iedereen maakte zich gereed, met pak aantrekken en oordopjes indoen, regenkleding, alles wat nodig werd geacht werd geïnstalleerd. Ikzelf vond het nodig om de TomTom in registratie-mode te zetten, zodat ik de route later nog eens kon terug zien. Dat koste even tijd, en ik dacht al dat ik te lang nodig zou hebben, maar dat was niet het geval. Sieds, die voor deze gelegenheid met zijn laatste aanwinst gekomen was, een CX650c, had moeite met het starten van de motor. Uiteindelijk werd er voor gekozen om de motor aan te duwen, een kwestie van een paar meter flink duwen, koppeling los, en hij deed het. Er was kennelijk een probleempje met het startrelais, wat het soms wel, maar soms ook niet deed.

iedereen maakte zich gereed
... iedereen maakte zich gereed ...

Maar toen konden we dan ook op weg. Eerst dwars door Driebergen heen, waar, op de Hoofdstraat, ik bijna in botsing kwam met de achter me rijdende Arnold, omdat er plotseling rechtsaf gegaan werd. Maar het ging allemaal nog goed, en zo kwamen we, via kleine weggetjes, in de buurt van Kasteel Sterkenburg, het eerste kasteel van de route. Alleen de toren was, boven de bomen uit, te zien. En dat zou meer gebeuren, want veel van de kastelen van deze rit waren verborgen achter oude bomen, die met hun dichte gebladerde het zicht op het betreffende kasteel verhinderden.

Voordat we bij Wijk bij Duurstede uitkwamen, reden we een dijkje op. Maar gelukkig was de wind daar niet sterk genoeg om motor plus berijder opzij te blazen, en ik had amper last van de zijwind. Het kasteelpark, met daarin verborgen ergens kasteel Duurstede, werd gepasseerd, en toen reden we verder over de Rijndijk. En hier had ik eerder gereden, en hier was ik ooit ook langs gezeild.........

Amerongen, met het tussen de bomen heel even zichtbare kasteel Amerongen, werd gepasseerd, en dan even een probleempje met de route, want de weg via Zuylenstein was afgesloten. Sieds stopte even om zijn TomTom te vertellen dat we een routepunt misten, en toen konden we weer verder. Via een aantal prachtige weggetjes langs de bosrand kwamen we in Doorn, waar ergens Huis Doorn, bekend als de plek waar de Duitse keizer Wilhelm II in ballingschap verbleef, gepasseerd werd. Langzaamaan kwamen we weer in de buurt van Driebergen, en daarmee het restaurant “Klein Zwitserland”. En eenmaal daar aangekomen werden de motoren geparkeerd, en was het eerste deel van de rit voorbij. Tijd voor een kleine lunch.

een kopje koffie
... een kopje koffie ...

Bij een kopje koffie, je moet toch ergens mee beginnen, werden de eerste ervaringen uitgewisseld. En de eerste ervaringen waren: mooi, leuke route, hoop gezien, mooie weggetjes, kortom, een goed begin. Wat ook goed was, was de lunch, want toen die kwam, werden de gesprekken tot een minimum teruggebracht, met als hoogtepunt in de conversatie de vraag: "mag ik het zout even?".

Ook aan de lunch kwam een einde, en er werd nog wat nagetafeld, CX-achtige problemen besproken, en naar oplossingen gezocht. Allemaal heel gezellig, maar er stond nog een tweede deel van de toerrit op het programma. De regenbui, die keurig gevallen was op het moment dat wij allemaal binnen zaten, was weer verdwenen, en niets stond een vertrek voor deel II in de weg. Snel werd de video-camera nog op de "Rakker" gemonteerd, en ja, we kunnen. Ook de CX650c van Sieds liet zich nu gewoon starten, tot verbazing van een ieder.

de lunch kwam
... de lunch kwam...

lunch
... lunch ...

Het tweede deel van de rit bracht ons, via de de N224 langs Austerlitz naar de N227. En daar was het dat onze kleine colonne, met een rustige 70-75km/u rijdend, ingehaald werd door een auto, die echt veel haast had. De dubbele doorgetrokken streep had geen betekenis voor hem, en als er tegemoetkomend verkeer was, och, dan gaat die motor wel opzij. Ik was er niet blij mee, met dergelijk gedrag. Maar de ergernis over het gedrag van de automobilist was snel vergeten toen we linksaf gingen, de Kolonel H.L.van Royenweg op, een “eigen weg” van defensie. Rustig, breed, en vooral een hele mooie weg om met de motor te toeren.

Via Soest kwamen we langs het paleis Soestdijk, waarna we de Hilversumse straatweg inreden, de N415. En tussen de bomen door was hier aan de rechterkant van de weg in een flist het volgende kasteel te zien, kasteel de Hooge Vuursche. Door de Maartensdijkse bossen rijden we over de Hooge Vuursche weg naar, je raadt het al, Lage Vuursche, waar we langs het zeer goed verstopte Kasteel Drakesteijn kwamen.

En toen moest er even halt gehouden worden, op de hoek van de Dorpstraat, Koudelaan en de Vuurse steeg. Het bleek dat een paar mensen last hadden van rugpijn, tintelende handen en ander ongemak, wat kan optreden tijdens een motorrit. Ik had vroeger ook dergelijk klachten, maar met een niergordel, en andere handvatten, en een iets anders vastgezet stuur heb ik er bijna nooit meer last van. En ook de 'cruise control' hielp wel, als mijn rechterhand eventjes wat moe werd. Maar ik wis hoe vervelend het kon zijn, dus werd er rustig gewacht tot de ergste klachten verdwenen waren. En de tussentijd werd gevuld met elkaars motoren bekijken, en de wijzigingen bespreken.

pauze
... eventjes wachten ...

Dan ging het weer verder, voor het allerlaatste gedeelte van de rit, en warempel, deze weg, de Maartensdijkseweg, kende ik van ritten naar Loosdrecht. Maar amper had ik me dat gerealiseerd, of de rit ging linksaf, in de richting van Bilthoven. En daar begon het toch nog een beetje te regenen. En juist op het moment dat de lucht erg betrok, en het er op leek dat er een flinke bui aan zat te komen, ging de route over een straat, die verscholen lag onder een dik bladerdak aldus een tunnel van takken en bladeren vormend waar we doorheen konden rijden. Aan het einde van de weg leek het me dat er daar een flinke bui op ons wachtte, maar eenmaal daar aangekomen, vielen er nog maar een paar druppels regen op het overigens erg natte wegdek.

We waren al bijna bij het einde van de rit. Terwijl we de N237 opreden was het eindepunt, een McDonalds, al in zicht. Marcel, die een afspraak had, ging er al er vandoor, richting Amersfoort, en wij zouden nog even gezamenlijk een ijsje gaan eten, en de rit bespreken.

De terugreis werd samen met JiMi en TheoJ gereden over binnendoor wegen, maar we konden niet vertrekken voordat de CX650c van Sieds was aangeduwd, die deze keer weer niet wilde starten. Maar toen was het zover, een zwaai, gas geven, en gingen we op weg naar Ede, Bennekom en Veenendaal. We hadden besloten om toch maar via Woudenberg te rijden, ondanks het opgebroken weggedeelte, en ook dat ging, natuurlijk, zonder problemen. Waar TomTom het niet wist, wist ik het nog, en de omleiding was ook redelijk bewegwijzerd.

Bij De Klomp vertrok Jimi, bij de A30 ging Theo zijns weegs, en ik was, na een leuke dag en een mooie rit om ongeveer kwart voor vijf weer thuis.

Bij het controleren van de videocamera wachtte me een teleurstelling. Ik had vergeten om het grotere geheugenkaartje terug te plaatsten, en nu had ik amper vijf minuten aan videobeeld, nog niet eens genoeg om het wegrijden bij “Klein Zwitserland” vast te leggen. Volgende keer beter.




Terug naar de Motorpagina