Terug naar de Motorpagina


Vechta 2013, vrijdag


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Er is een oproepje gedaan op het forum van de CX-club, met de vraag wie er mee rijdt vanuit Ede. In overleg met Coen en Lieke is gekozen voor de carpool-plaats langs de A12. Zij nemen een aanhanger, een 'pop-up' caravan, mee achter de auto, en Coen rijdt op zijn nieuwste aanwinst, een nog steeds vol technische verrassingen zittende ex-Teto CX. Het rijden met zo'n aanhanger drukt de topsnelheid natuurlijk wel, maar dan wordt het in elk geval een rustige rit naar Vechta toe.

Er zijn weinig mederijders vanuit Ede. Jos kan niet, Jimi moet helaas ook afhaken, en het komt er op neer dat ik de enige ben die het konvooi aanvult. Een mager konvooi uiteindelijk.

Om 5 voor 10 sta ik bij de carpool plaats, en ik heb mijn helm nog niet goed af, of daar zie ik al een motorrijder, en een langzaamaan bekende Volvo over de afrit gaan. Een paar minuten later stopt het geheel vlak bij me, en worden begroetingen over en weer uitgewisseld.

een motorrijder
... motorrijder ...

Voor de zekerheid worden telefoonnummers uitgewisseld, worden er afspraken gemaakt over tank- en andere tussenstops, wordt afgesproken wie er voorop rijdt, en wordt de route globaal nog doorgenomen. Dit alles duurt maar een paar minuten, en dan kunnen we al weer. Om 10:02 vertrekken we, op weg naar Vechta.

Bij het allereerste verkeerslicht trek Coen zijn motor naast me, grijpt iets van mijn topkoffer rekje en geeft me de camera, die ik daar eventjes had neergelegd, en in alle drukte compleet vergeten was. Ook het camera tasje heeft de paar honderd meter tot het verkeerslicht daar gelegen, en snel stop ik alles in het bovenste vakje van de tanktas. Als Coen het niet had opgemerkt was ik weer een camera verder geweest, en had ik zonder camera in Vechta gestaan.......

Maar nu zijn we dan ook onderweg. De A12 op, en dat gaat makkelijk, en dan verder. Vanwege de 'pop-up' vouwwagen gaat het niet harder dan 90km/u maar dat maakt niet uit. De zon schijnt, de CX doet het prima, wat wil een mens nog meer?

Benzine, dat moet er komen. Coen heeft aangegeven dat zijn CX een wat hoog verbruik heeft, en dat hij na ongeveer 160km. gringend moet tanken. Afgesproken is dat bij Deventer eventjes van de snelweg afgereden wordt om daar te tanken. Vlak voor Deventer belt Lieke: of ik weet waar we moeten tanken. Ja, dat weet ik, en ik zal straks de 'kop' nemen om naar het tankstation te rijden. Amper is dat gesprekje afgelopen of Coen duikt naast me op. Hij wijst op de tank, maakt een gebaar van 'tanken' , gevold door een gebaar 'nee' . Ook goed, dan tanken we niet bij Deventer, en rijden we door. Ik bel Lieke, en vertel dat Coen nog niet wil gaan tanken. Makkelijk hoor, zo'n hands-free telefoon in je TomTom. Alleen het windgeruis onder de helm door maakt de communicatie wat lastig, en soms moet ik twee keer iets zeggen voordat ik goed overkom.

In elk geval, we rijden rustig door, langs het eerste beoogde tankstop plekje bij Deventer, verder in de richting Duitsland. Soms komen we op onze baan achter een vrachtwagen, die toch even ingehaald mag worden. De auto geeft aan 'ik wil gaan passeren', en Coen en ik blokken dan zo snel mogelijk het achterop komende verkeer af. Achteropkomend verkeer is daar niet altijd blij mee, maar verkiest het toch om achter me te blijven rijden, in plaats van over me heen. En zo komen we na een ruim uurtje voorbij Oldenzaal.

Dan komt er een telefoontje van Lieke uit de Volvo, met de vraag of ik ergens een tankstation weet. Dat we net een afslag met tankstation gepasseerd zijn, daar heeft ze natuurlijk niets aan. De volgende dan maar. Ik trek de CX naast Coen, wijs op de tank. Coen schud zijn hoofd, waarop ik naar de Volvo wijs. Of hij het heeft begrepen of niet, ik neem de kop, frutsel even met de TomTom, en zie niet al te ver voor me uit een tankstation aangegeven. En dat wordt dan onze eerste stopplek.

Tanken, want op de overgebleven liters in de tank komt de "Rode Rakker" wel ver, maar niet tot in Vechta. Ook een klein broodje, want ondertussen heb ik een beetje trek gekregen. En terwijl we daar zo staan te praten zie ik, éen, twee, nee, een hele rij motoren de afrit naar het tankstation en de daarbij behorende parkeerplaats nemen. Een CX-Euro, Silverwing, gele hesjes, dat moeten wel Dutch CX-ers zijn, net als wij op weg naar Vechta.

op weg naar Vechta
... op weg naar Vechta ...

Inderdaad is er een groep Dutch CX-ers aangekomen om te tanken, voor een rustpauze en een hapje eten. Wij verplaatsen onze voertuigen ook naar de parkeerplaats, de auto wat verderop, de motoren bij de andere motoren. Het zijn Dutch CX-ers uit het zuiden des lands, hoofdzakelijk Brabanders, die ons hier ontmoeten. Uitroepen als 'hey, jullie ook hier?' en 'wat leuk jullie te zien' zijn niet van de lucht. Terwijl de meesten een hapje eten neemt Theo van U. een pak gereedschap uit zijn bagage, en gaat aan het werk. Het blijkt dat zijn CX650E niet goed remt, en dat wordt nu eerst onderzocht. Tot zijn en onze verbazing zitten de remblokken van de voorremmen niet goed. Een kleine vergissingen bij het weer samenstellen van de remmen, maar het zorgde er wel voor dat er met 'íjzer op ijzer' geremd werd.

gaat aan het werk
... gaat aan het werk ...

Terwijl Theo druk doende is met zijn remmenrij maken wij ons op voor de volgende etappe. Nog een snel overleg over de volgende pauzeplaats. Denekamp, bij de "Wubbenhof" ? Of toch verder? De "Wubbenhof" is al over een paar kilometer, en de 'Raststatte Laxter Sandt' is ook niet zo heel veel verder. We zullen wel zien. Daarna is het, zowel voor Coen als mijzelf, een onbekend gebied wat betreft rust- en pauze plaatsen.

De volgende etappe begint. Nog een klein stukje snelweg, en dan is de afslag naar Denekamp er al. Langs Oldenzaal gaat het richting Denekamp, en dan naar Nordhorn. Maar omdat we vergeten zijn te zeggen dat er vóór Nordhorn naar rechts gegaan moet worden, richting Lingen, sorteert Lieke voor in het vak 'rechtdoor', getrouw aan de instructie op papier: Eerst naar Nordhorn, dan naar Lingen. Het is allemaal snel geregeld, en schijnbaar zonder veel moeite weet Lieke de combinatie van auto en aanhanger op de door ons gewenste route te krijgen. Maar ik denk dat er wel een paar minder nette woorden gevallen zijn, daar in die Volvo.

Maar als gevolg daarvan rij ik nu kop. En bij elk verkeerslicht moet ik wel even denken dat er een minder snel accelererend voertuig met ons mee rijdt. Dus iets langzamer optrekken dan ik gewend ben is het motto. Het gaat allemaal natuurlijk als de spreekwoordelijke gesmeerde trein, en op de rondweg om Lingen, langs de B213 is daar de parkeer plaats 'Laxtener Sand'. Met handgebaren overleg ik snel met Coen, die knikt, en dus staan we na een een ruime drie kwartier rijden voor een tweede pauze stil.

een tweede pauze
... een tweede pauze ...

Helmen af, handschoenen uit, en jas open, want het is warm vandaag, heerlijk motorweer. Ook de jeugdige mede-reizigers vinden het warm, en hoog tijd voor een ijsje. Dat kan, en terwijl zij zich tegoed doen aan ijs nemen wij even wat koffie en een slokje water.

Een kilometer verder is de afslag naar de B214. Motor, motor en auto, het gaat prima. En nu niet de B213 nemen, wat de TomTom vorig jaar aangaf, maar rechtdoor gaan, over de B214 heen.

En deze B214 rijdt vandaag, in tegenstelling tot de B213 van vorig jaar, gewoonweg heerlijk. De enige twee vrachtauto's die we achterop rijden moeten na een paar kilometer links- of rechtsaf, en dan is de weg weer vrijwel leeg. Af en toe worden we ingehaald door een auto, die met halsbrekende snelheid langs komt scheuren, maar over het algemeen is er tot aan Berserbrück geen enkel probleem. De weg is rustig, het landschap prachtig, de zon schijnt.

Voor Berserbrück is er even een probleempje. Coen, die al veel vaker deze route naar Vechta heeft gereden, wil de weg volgen door Bersenbrück heen. TomTom, meer in 't bijzonder zijn door mij geplande route, wil graag nu linksaf, om het dorpje/stadje heen. Het wordt toch linksaf, en verderop nogmaals links. Het is niet precies de route van de eerste keer, of van de tweede of derde keer Vechta, maar het is wel de route van deze keer. Een paar kilometer verder, in het plaatsje Badbergen, is het rechtsaf. Voor de motoren is deze wat smallere, kronkelende weg geen enkel probleem, maar Lieke meldde later dat ze er toch wel meer moeite mee had, met de brede wagen achter de auto.

We komen door Dinklage, met het bekende moeilijke punt waar we linksaf gaan. Een verkeerslicht en een rotonde verder verlaten we het stadje alweer, en de kilometers naar Vechta verdwijnen onder het geronk van de CX als sneeuw voor de zon. Als we de rondweg om Vechta oprijden, de 69, zijn we er bijna. Een bordje met de tekst 'CX treff', onderste-boven opgehangen wijst ons de weg. Moorkamp is rechtsaf, en dan rijden we onder een spandoek 'Güllepumpen treffen' door het terrein van de BdkJ op. Coen en Lieke rijden de 'pop-up' naar een standplaats, ik rij door naar de aanmelding, en de inrit foto.

De inrit-fotograaf is even druk met iets anders, dus ik moet even wachten. Dat geeft me de tijd om netjes de helm af te doen, voet in de voorgeschreven houding te plaatsen, en er niet al te moe uit te zien. Dan moet ik nog eventjes een minuutje of wat wachten. En net als ik denk : 'Nou, komt er nog wat van' drukt de fotograaf af. Helaas, alweer een foto met een wazige uitdrukking op m'n gezicht.

een wazige uitdrukking op m'n gezicht.
... een wazige uitdrukking op m'n gezicht. ...

De CX wordt, zo goed en kwaad als het kan, op het midden terrein gereden. Kennelijk ben ik erg vroeg, want er is geen behulpzame hand aanwezig op de motor op een plankje te zetten. Niet dat zoiets een probleem is, want tot de standaard uitrusting van mijn motor behoort een grondplaatje aan een kettinkje, en dat is vaak voldoende om de zij-standaard van de motor niet te laten wegzakken. Ook nu is het ruim voldoende. De sleutel in het contactslot wordt omgedraaid, de motor valt stil. Ik ben in Vechta.

Eerst maar eens een plekje zoeken. Kamp Holland, van oudsher de plek voor de Nederlandse delegatie? Nee, want in het verleden heeft een standplaats daar al verschillende keren wat extra feestvreugde van onze Duitse gastheren opgeleverd. Met een ernstig slaaptekort als gevolg. Ik weet ook dat het geluidsniveau van het feestje, deze eerste avond, dusdanig is dat het hele terrein kan meegenieten, hoever je ook van het podium bent. Mijn keus valt op het stuk grasland waar vorig jaar Beussie met zijn 'beusmobiel' stond, en waar nu Coen en Lieke hun pop-up neer en op aan het zetten zijn.

De tent wordt afgeladen en naar de nieuwe plek gebracht. En kijk eens, we zijn niet de eerste Nederlanders die hier een plekje hebben gevonden. Werner en Chantal hebben een hele grote tent neergezet. Achter een metalen hekwerk, wat voor de tent is opgezet, liggen een drietal honden hun tijdelijke territorium te bewaken.

Het nieuwe kamp Holland, of is het kamp Nieuw Holland, wordt gevestigd door het opzetten van twee tenten, en een pop-up wagen. Er is wel wat wind, wat het opzetten van mijn tentje wat bemoeilijkt, maar met een strategisch geplaatste haring in de grond is dat probleem snel opgelost. Twee minuten later staat de Khyam, en nog een minuut later is het geheel stevig vastgepind aan de bodem. Ook Coen en Lieke hebben hun tijdelijke woning snel opgesteld en uitgebouwd.

kamp Nieuw Holland
... kamp Nieuw Holland ...

Dat de wind toch een grote rol speelt merken we als de uitschuif-party tent tijdens een speelse windvlaag een flinke duik neemt. Ik ben op dat moment net bezig om de koffers van de motor te halen en zie pas als ik terug kom dat de luifel weer ingeklapt gaat worden door een somber kijkende Coen. Twee van de dunne metalen scharnierbuizen zijn door de duikeling geknakt, en het geheel is daardoor alle stevigheid verloren.

Als alle koffers en motorspullen en elektronica van de motor naar de tent zijn verhuisd, is het tijd om de noodzakelijke administratieve handeling te verrichten: aanmelden en betalen. Niet dat ik ooit heb gemerkt dat er bij bijv. het ontbijt gecontroleerd wordt op een aanmeldbewijs, maar toch wel zo netjes om te laten zien dat ik er ben.

En ik ben er, meer dan ik had verwacht. Want in de aanmeldtent hangt een nieuw groot spandoek, met daarop een overzichtsfoto van een jaar of wat geleden. Een overzichtsfoto met daarop allemaal CX-en, en welke CX staat daar prominent midden op het spandoek, rood gekleurd, met kuip en koffer? Ik herken hem meteen, kijk nog eens goed, en weet dan zeker: mijn "Rode Rakker" heeft de ere-plaats op dat foto-spandoek. Kijk, dat is dan toch leuk.

mijn Rode Rakker
... mijn "Rode Rakker" ...

Ik betaal, en krijg een polsbandje als identificatie. Dat gaat meteen in de portemonnee en niet om de pols. En dan eens kijken wat en wie er is. De snackkar is er, en een pizza wagen, de bar is op dezelfde plaats als het vorige jaar, evenals de onderdelen man. Ah, bijna vergeten, bedenk ik me als ik daar ook de borduurmachine zie staan. Mijn eigen CX500 petje is door jaren van gebruik aardig verbleekt, en dat heb ik bewust thuisgelaten. Ik had gehoopt dat de borduurmachiniste er zou zijn, en dus is mijn eerste uitgaven hier in Vechta een nieuw CX500 petje. Het zal een uurtje duren, zegt de vrouw. Maar dat is geen punt, ik blijf nog wel een dag of twee, laat ik haar weten. Een hapje pizza is het volgende punt, want na het broodje op de parkeerplaats in Nederland is er nog niet veel van lunch of iets dergelijks geweest. De pizza wordt vlug opgewarmd en smaakt prima.

Op kamp Nieuw Holland is ondertussen ook Beussie gearriveerd in de ondertussen bekende 'beusmobiel', maar deze maal zonder zijn eigen CX-Turbo. De motor op de aanhanger is de CX650E van Theo van D. die met Beus is meegereden. Terwijl Beus zijn kamp aan het inrichten is, met voortent en aanhanger en spullen, geef ik alvast een klein flesje-met-inhoud, een kadootje, aan Beus. En ik moet zeker terugkomen voor een kopje koffie, wordt me gezegd. Ook Coen komt Beussie verwelkomen, vergezeld van een fles. Coen heeft een zware taak, want hij en de fles gaan iedere nieuw aangekomen Nederlander verwelkomen, en beleeft als hij is drinkt hij elke keer een glaasje mee.......

zware taak
... Coen heeft een zware taak ...

Langzaamaan is het tijd om een hapje te gaan eten. Samen met Beus, Arno en Theo van D. gaat het richting snackkar. Een uitgebreide, maar vast niet zo heel erg gezonde maaltijd wordt besteld, en langzaam naar binnen gewerkt. Een flesje Fanta maakt het af, en dan?

Ik loop even bij het eerste kamp Holland langs, bekijk motorfietsen, bewonder Theo's nieuw tent, een Khyam Freelander, loop wat rond, en beland dan weer bij het kamp Nieuw Holland, waar men ook aan het avondeten begonnen is. Er wordt uitgebreid gebarbequed door Kaitlyn die de aanwezigen om beurten voorziet van stukken vlees, worst en verdere etenswaar.

uitgebreid gebarbequed
... uitgebreid gebarbequed ...

Maar op een gegeven moment wordt ik wat moe, en ga eventjes ter tent, waar het luchtbedje lonkt. Even rusten. Slapen kun je het niet noemen, maar wel even de ogen dicht, wat minder indrukken en bijkomen. Daardoor mis ik de spectaculaire aankomst van Dirk, die zijn CX op de zijstandaard neerzet, waarop prompt zijn motor omvalt. De schade blijft gelukkig beperkt tot wat gemorste benzine.

Als de avond begint te vallen begint het feestgedruis op en voor het podium. De band doet zijn best, en hier en daar wordt er zelfs gedanst. Maar ik hou het op een gegeven moment voor gezien, en ga bij Beus op bezoek, waar ik een gezellig uurtje doorbreng. Totdat ik wel erg duf begin te worden, en vindt dat het tijd wordt voor de slaapzak.

De meegebrachte kruik wordt opgezocht, en met goed warm water gevuld. Kruik in de slaapzak, ik in de slaapzak, en proberen te slapen. Maar de geluids-installatie van de band is van een goede kwaliteit, en dat mogen we weten ook. Even slaap ik, dan ben ik weer wakker. Ik ben blij dat het, met kruikje, best wel lekker is in de slaapzak, maar ik hoor alle geluiden om me heen. Om één uur stopt de band ermee, maar dan word er een CD of zo opgezet, die het allemaal nog eventjes door laat gaan tot twee uur. En dan ben ik zover over mijn slaap dat ik tot kwart over drie wakker lig. De tocht naar de douche is een noodgreep, maar als ik terug ben val ik, na wat uren lijkt te duren, toch ergens in slaap.



Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Terug naar de Motorpagina