Terug naar de Motorpagina


Motorzegening in Grubbenvorst


Op deze zondag de 17de April werd in Grubbenvorst voor de dertigste keer op rij weer de jaarlijkse motorzegening gehouden. Elk jaar trekken honderden motorrijders naar het Limburgse plaatsje, om op het Pastoor Vullingsplein elkaar te ontmoeten. Sommigen gaan voor de Mis, andere gaan voor de gezelligheid. Het is een bon palet van motoren, in rood, blauw groen, geel, omlijst door ongezond hoge decibellen van uitlaten, die natuurlijk wel met enige onregelmaat ten gehore gebracht moeten worden, anders zou je niet weten dat deze of gene er ook nog is.

Het was redelijk weer toen ik vertrok. Voor de zekerheid had ik, naast de dikke winterhandschoenen, ook de veel dunnere zomerhandschoenen meegenomen. En die dikkere en warmere handschoenen had ik echt wel nodig, want het was nog best fris , zo vroeg in de ochtend op de snelweg. Ja, alweer op de snelweg. Al is Nederland een klein land, naar Grubbenvorst was het toch nog een 100 kilometer. Maar de zon scheen, de motor ronkte rustig onder me, en het ingebouwde zonne-vizier hield een gedeelte van de stralen van de laagstaande zon tegen. Rustig doorgaan, dan komen er geen problemen.

Zo reed ik via de A12 naar de A50, over de nieuwe Waal-brug en over de A73. En daar is het vrij rustig, en is de maximum snelheid 130km/u. Toch maar even iets meer doen dan het heel rustige 100-110, want het gaat zo lekker. Langzaam schoof de naald van de teller omhoog, tot ergens boven de 130, wat op de TomTom ongeveer 128 was. Ik vond het al weer mooi geweest, had nog tijd genoeg, en ging weer wat rustiger verder. Dat moest ook wel, want een gedeelte van de A73 was afgezet wegens wegwerkzaamheden. Al het verkeer werd over de vluchtstrook geleid, waar een maximum van 70 was toegestaan. Nou ja, we gaan nog steeds de goede kant uit, het is droog en het komt wel in orde......

Ongeveer tien kilometer verder was de afsluiting te einde, en kon er weer gebruik gemaakt worden van alle rijstroken. Beetje gas erbij, en daar zat de snelheid al weer op de 110. Mooi genoeg, lekker rustig.

TomTom gaf de afslag Horst aan, maar ik vond, eigenwijs als dat ik ben, dat de afslag Grubbenvorst ook wel zou kunnen. Dat ging ook wel, maar om de de afgesproken camping te komen duurde wel net een minuutje langer. Op de camping was het even goed kijken waar Coen, Lieke, Michael en Maria waren neergestreken. Coen zag me en wenkte me naar de juiste tent en caravan toe. De motor werd neergezet, en het was koffietijd.

... juiste tent en caravan ...
... juiste tent en caravan ...

Zo tegen een uur of elf werd er vertrokken naar Grubbenvorst. Coen en Michael waren per motor, en namen Lieke en Maria achterop mee. Vanaf de camping was het maar een klein stukje naar Grubbenvorst, en daar was het een klein stukje naar het Pastoor Vullingsplein, waar de zegening zou plaatsvinden. Evenals vorig jaar hadden Werner en Chantal een plekje vrijgehouden voor het restaurant 'De Oosterse Zwaan'. Makkelijk te vinden, en als het erg druk wordt voor mijn hoofd, kan ik er zo weg.

Behalve door Werner en Chantal werden we ook begroet door Arnold en Frans. Deze laatste was op een CB250 vanaf Nijkerk gekomen, en had hele stukken binnendoor gereden omdat zo'n 250 machien niet echt geschikt is voor de snelweg. Arnold was wel op zijn CX, evenals Chantal. Maar Werner had deze keer zijn beruchte 'Ratbike' thuisgelaten, en was op het 'Slagschip' gekomen, een witte Goldwing. Zo stond de CX-club, met wat andere motoren er tussenin, bij elkaar in Grubbenvorst.

... bij elkaar in Grubbenvorst ...
... bij elkaar in Grubbenvorst ...

Ik liep al dat fraais te bewonderen, en liep langs een broodjeskraam. Het klonk wel lekker, een broodje worst, en ach, zo erg kan het niet zijn. Dus ik bestelde een broodje, betaalde en kreeg het wisselgeld terug van de vrouw achter de kassa. En dat klopte niet, het zag er op het eerste gezicht wel wel goed uit, maar de twee euromunt daar keek ik nog eens extra naar, voordat ik die in mijn portemonnee stopte. En het was helemaal geen twee euromunt, het was iets heel anders. Ik riep de vrouw er even bij: 'Euh … mevrouw... dit klopt niet'. Het leek alsof ze aarzelde, maar bij nadere inspectie moest ze toegeven dat het geen twee euromunt was maar een vreemde. Ik kreeg een echte twee euro terug, kreeg ook een broodje, en dat was dat. Het was anders een erg duur broodje geweest.

... broodjeskraam ...
... broodjeskraam ...

Lopend langs al dat moois, met schitteringen van chroom, en de regenboog-achtige kleuren pracht van honderden motoren kwam ik ineens Harald tegen, een Grubbenvorster EHBO-er, die me een aantal keren al uit een paniek had weten te halen. Harald was deze keer niet in functie, maar liep als gewoon burger tussen de mensenmassa rond. Er werden een paar woorden gewisseld, en toen ging het weer verder langs de motoren.

Ik vond het wel erg druk worden, wat een gevolg zou kunnen zijn dat het deze maal de 30ste motorzegening in Grubbenvorst was. En ook het weer, wel wat koud maar gelukkig wel droog, speelde waarschijnlijk een grote rol. Even werd, helemaal aan het begin bij de afzettingen een rustig plekje gezocht, maar dat was ook niet alles. Dan toch maar naar de eigen motor lopen, en daar de gebeurtenissen afwachten.

... erg druk ...
... erg druk ...

Of mijn klok klopte niet, of de pastoor was aan de late kant. In elk geval duurde de 'bikermuziek' een kwartier langer dan stond aangegeven. Dit was, zo werd vermeld door de organisatie, een nieuwe pastoor, omdat pastoor Peeters met emeritaat gegaan was. De nieuwe pastoor, Verheggen, was zo te horen niet gewend aan het opdragen van een Mis voor zovelen, waarbij er ook nog een groot aantal waren die het nodig vonden om toch even de motor te laten brullen, voordat de pastoor klaar was met zijn Mis. Op de een of andere manier sprak deze man me niet aan, en dat was in voorgaande jaren wel eens anders geweest. Wat ook niet hielp was een aantal bezoekers die het maar wat lang vonden duren, wat die pastoor aan het doen was, en die dus zelf maar 'amen' begonnen te roepen. Gelukkig stoorde de pastoor zich daar niet zo aan, of hij hoorde het niet, wat waarschijnlijker is.

... de nieuwe pastoor ...
... de nieuwe pastoor ...

Na de Mis was het tijd voor de zegening. Met Coen werd afgesproken dat, mochten we elkaar kwijtraken, we elkaar op de camping weer zouden ontmoeten. Maar het ging weer als van het spreekwoordelijke leien dakje, alhoewel deze pastoor toch nog flink moest oefenen volgens mij. Waar Peeters elke motor met voldoende wijwater wist te raken, een precisie verkregen door jaren zegenen, leek deze pastoor zich wel geïntimideerd te voelen door al dat motorgeweld wat zo op hem af kwam stormen, en zijn zegenende water bereikte me amper. Maar juist bij deze gelegenheid telt het gebaar, en hij had nog vele motoren om te oefenen.

De TomTom was voordat de tocht langs de pastoor begon al op de camping gericht, en loodste ons door Grubbenvorst heen. Het was vreemd te bedenken dat de plekken waar we langs kwamen amper een uur tevoren nog vol hadden gestaan met motoren in soorten en maten, waar nu alleen een paar verlaten dranghekken herinnerden aan de drukte van zo kort geleden.

Zonder problemen werd de camping weer bereikt, en werden de motoren op hun plek geparkeerd. Het volgende punt was een kopje koffie, en even napraten over al wat er gezien en gehoord was. Maar ook werd er af en toe een wat zorgelijke blik op de lucht geworpen, gevolgd door een kijkje op de buienrader-app. Die app vertelde me dat het zou gaan regeneen, de lucht vertelde me dat het wel zou meevallen. Alles bij elkaar vond ik dat het tijd weer om maar weer een op huis aan te gaan.

Juist toen ik op het punt stond te vertrekken kwamen Werner en Chantal met Cosmar aan op de camping. Jammer, maar het werd 'hallo en tot ziens' in één zin. Tijd om te gaan, want tot Ede is het toch wel een kleine 100 kilometer. Ik reed de camping af in de richting Horst. Toch ging het niet in één keer door naar de A73, want tijdens de rit naar Grubbenvorst en terug had ik de winterhandschoenen verwisseld voor de meegenomen zomerhandschoenen. En dat was best een beetje aan de frisse kant. Dus op de zelfde plek waar ik het vorige jaar het regenpak had aan getrokken wisselde ik nu van handschoenen.

Op de A73 dacht ik nog aan de terugrit van het vorige jaar. Toen hield de CX er af en toe mee op, en de opgeroepen ANWB-er wist het niet te vinden. Het bleek later een vervuild luchtfilter te zijn. Dit jaar niets van dat alles, want luchtfilter en olie waren twee weken tevoren vernieuwd. Ook was er amper regen deze keer, en de paar minuutjes dat het wel regende waren snel vergeten. Na korte tijd ging de A73 over in de A590, en bij de afslag Wageningen ging ik het laatste stukje binnendoor, een rustige weg naar huis. Na een half uurtje was ik weer in Ede, waar ik de 'Rode Rakker' op z'n eigen plekje neerzette. Toen ik de TomTom controleerde bleek dat ik toch wel een beetje moet uitkijken, want de hoogst gehaalde snelheid lag op de 132km/u.

Best een beetje erg snel vond ik zelf.......





Terug naar de Motorpagina