Terug naar de Motorpagina


Op zoek naar het olie-lek - Deel 2


Nog voordat de motor in verband met een grondige remrevisie eventjes buiten gebruik gesteld werd, was er al sprake van een kleine olie-lekkage. Ja, eigenlijk was er al sprake van dat kleine lekje vanaf begin Juni, maar na schoonmaken van het blok, gevolgd door het iets aantrekken van de kleppendekselbouten van de linkerkop was het over. Om een paar dagen later weer terug te komen. Ook tijdens de 500 Euro Challenge was het lekje er, en verbruikte de CX toch meer olie als ooit voorheen. Een eerste poging om het lek te stoppen, met het verwisselen van de koppakking had jammer genoeg geen resultaat opgeleverd. Waar zat dat lek ?

Frans wist een methode om het lek duidelijk en definitief te vinden. Het recept was feitelijk eenvoudig: Maak het blok in de omgeving van het lek schoon, strooi een flinke hand meel over het blok op de verdachte plek, en ga een eind rijden. Controleer om de zoveel kilometer of en waar het meel donkerder word, en daar zal het lek zitten.

Op 17 Oktober werd het blok schoongemaakt. En ook werd er gecontroleerd of we dat meel niet voor het avondeten nodig hadden. Meel op het motorblok, en zelf niets eten, nee, dat was geen goede combinatie. Er werd met gulle hand meel over de verdachte plek gestrooid en geblazen. Net achter de inlaatpijp is een lastig plekje om bij te kunnen komen, maar het lukte. Een klein zakje meel ging mee, om onderweg nog een extra handje bij de hand te hebben. En dan maar een klein stukje rijden.

Vijf kilometer en minder dan tien minuten later werd een zijwegje ingeslagen. De telefoon werd erbij gehaald, en met de camera die daar in zit werden wat foto's gemaakt. Zo'n iPhone is plat genoeg om tussen de aanzuigbuis en het benzine kraantje door gestoken te worden, en daar ergens moest dat verdraaide lek zitten.

Er werden een stuk of tien foto-tjes gemaakt, zodat ik zeker alle hoekjes en gaatjes daar achter die aanzuigbuis zou hebben vast gelegd. En ja, op de eerste foto was al een donkere vlek in het verder nog witte meel te zien. Goed, ik wist nu waar het ongeveer lek was. Zo goed en zo kwaad al het ging werd het meel van dat stuk blok gehaald, en werd een nieuw laagje aangebracht. Opstappen, en een kilometer verder weer stoppen.

... donkere vlek in het verder nog witte meel ...
... donkere vlek in het verder nog witte meel ...

Nogmaals werden er foto-tjes genomen. En nu was er duidelijk een klein plekje te herkennen waar de olie door het meellaagje heen kwam. Tijd om weer naar huis te gaan, en de foto's op het grotere scherm van de computer te bekijken. En om eens uit te zoeken, met behulp van Internet en de foto's op de computer, wat er nu precies onder dat punt zat.

Het lekje bleek precies boven de bout te zitten waarmee de waterpomp door het achterdeksel heen vastzit aan het blok, Iets verder als de doorgang van de inwendige waterpijp. Die waterpijp voert op dat punt koelvloeistof uit het blok door het achterdeksel naar de waterpomp. Dat zou kunnen betekenen dat er olie in de koelvloeistof kon komen, of koelvloeistof in de olie. Maar beide waren kortgeleden, bij het wisselen van de koppakking, nog gecontroleerd en er waren geen onregelmatigheden aangetroffen. Dus dat zou goed moeten zijn.

Het werk aan de remmen en de kuip, op 19 en 23 oktober zorgden ervoor dat de “Rode Rakker” een paar dagen rustigjes bleef staan waar hij was neergezet. Maar toen de remmen weer in orde waren, en de kuip, voorzien van een nieuw laagje verf, ook weer gemonteerd was, ja, toen was het tijd om een stukje te gaan rijden. Lek of geen lek, ik ging rijden, want ik moest toch de remmen uitproberen, was het smoesje.

Het ritje ging naar Bodegraven en terug. Via de snelweg is dat bij elkaar 140 kilometer, en met het mooie herfstweer was het een genot om een stukje te rijden. Zeker nu de kuip was opgeknapt. Teruggekomen werd het olielek nagekeken. Maar, welk lek dan ?

Er was geen spoor van en lekkage over de linkerzijde van het blok te ontdekken. En een aantal maanden geleden was hetzelfde lekje ook al eens spontaan verdwenen. Wel was het net zo spontaan weer teruggekomen, en dat zou zomaar weer kunnen gebeuren. Wat nu?

Het forum van de Dutch CX-V Twin club had een paar suggesties opgeleverd, ongeveer vanaf totaal uit elkaar halen en opnieuw opbouwen tot gewoon niet op letten, met elkaar een zeer breed scala aan mogelijke oplossingen. Maar niet elke oplossing paste bij mij. Laat ik eens kijken wat ik kan doen, en vooral hoe het er uit ziet. En daarvoor ging de linker aanzuigbuis eraf, om een beter zicht te krijgen op het probleem gebied.

Mooi zag het er niet uit, met plakken vastgekoekt meel en donkere vlekken van de lekkage. Maar daar waar het lekje zat, dat hele kleine puntje, daar kon ik wel een verhaal van maken. Het zag eruit alsof de olie met kracht langs de achterdeksel-pakking omhoog geperst werd, en dat er maar een minimaal klein gaatje ontstaan was. Zo klein, dat de olie, aan het einde van het gaatje, zoveel kracht had dat het aanwezige meel gewoon weggesproeid werd uit de directe omgeving van het lekje.

... dat hele kleine puntje ...
... dat hele kleine puntje ...

De voorgestelde mogelijkheden werden overwogen. In het allerergste geval moest het blok eronderuit, de nokkenas ketting en de waterpompseal vervangen worden, en als het helemaal tegenzat moesten ook de nokkenas ketting spanners vervangen worden. Aan materiaal alleen al een kostenplaatje van meer dan 300 euro.

In het allerbeste geval kon ik alles laten zitten, en er op gokken dat het lekje vanzelf dicht zou blijven, misschien door een piepklein vuiltje in de olie, wat net op dat punt zou blijven zitten. En dat zou helemaal niets kosten.

Maar ook was geopperd om de boel dicht te smeren. Ik had dat ooit eens bij een Silverwing gezien, waar vloeibare pakking aan de buitenkant van het blok gesmeerd was, om een klein olielek tijdelijk te stoppen. Het werkte prima en had er maanden gezeten voordat het blok uit elkaar moest.

De oplossing was: laat ik maar eens wat proberen. En dus werd een kleine tube siliconenkit gehaald, en werd de buitenzijde van het blok, ter hoogte van het lekgaatje schoongemaakt. Eerste met een messing borsteltje, daarna met een klein schuurpapiertje en tot slot met ammonia, on het echt goed schoon en vetvrij te krijgen. De siliconenkit was geschikt voor kachels en dergelijke, kon gebruikt worden op metalen, en had een temperatuurvastheid van 300 graden Celcius. Het achterdeksel zou zulke hoge temperaturen nooit halen, het was van metaal, en de kosten van het tubetje waren vele malen lager als het openhalen van het blok. Het was bijna 50 maal goedkoper als de duurste oplossing, dus alleszins de moeite waard om te proberen.

Met zorg werd een ruime plek rondom het lekgaatje voorzien van een laagje zwart plakkerig spul. Mijn poging om het een beetje netjes in een ovaaltje te duwen stranden hopeloos op de kleverigheid van het zwarte spul. Nou ja, als ik de inlaatbuis er weer voor zou zetten, zou het zwarte plekje alleen nog zichtbaar zijn als je precies wist waar je moest kijken. Dus werd de inlaatbuis terug geplaatst, en werd het hele gedoe met rust gelaten, in de hoop dat het niet te koud zou zijn om uit te harden.

... het zwarte plekje ...
... het zwarte plekje ...

De volgende dag werd er per motor naar het werk gereden. Terug bij huis was er geen spoor van een lekkage te vinden. Dat geeft de motorrijdende burger moed. Misschien was het overmoedig, maar ik moest nog even naar Kleve, in Duitsland, en dat zou wel een goed oefenstukje kunnen worden voor deze reparatie.

In Kleve werd gekeken of er olie langs de linkerkant lekte. Maar er was niet te zien, en ook het reparatie plekje leek zicht prima te houden. Dus werd met al wat meer vertrouwen de terugweg aangevangen. Maar net Kleve uit, op de dijk, schoot me de opmerking van iemand te binnen dat geen olie lekkage ook kan betekenen dat er te weinig olie in de motor kan zitten. Toch, het waarschuwingslampje ging niet aan, de motor maakte niet meer lawaai dan gebruikelijk, en het voelde gewoon goed aan.

Terug in Ede, op het veilige plekje achter het huis, werd na een korte afkoelperiode de peilstok nagekeken. Het oliepeil zat keurig halverwege de markeringen, er was dus genoeg olie in het blok aanwezig. Ook waren er geen leksporen te vinden.

Het leek erop dat ik de lekkage afdoende had gerepareerd.....

Misschien......

Hoop ik .....




Terug naar de Motorpagina