Achterstallig onderhoud : Kleppen stellen |
Het was al ruim 10.000 kilometers geleden dat de kleppen van de “Rode Rakker”
afgesteld waren. Nou is het natuurlijk ook zo dat mijn rijstijl niet het niet
echt noodzakelijk maakt om de kleppen elke paar maanden te controleren, maar
het grote boek van Peters zegt : elke vier maanden of 6000 kilometers, en daar
was ik wel overheen.
| |
Om eerlijk te zijn, het stellen van de kleppen was niet het probleem, maar
over het vastzetten van de klepdeksels maakte ik me wel grote zorgen. Ik had
al een keer een afgebroken klepdekselbout gehad, die toen door Theo en Erik
uitgeboord was, en waarvan het schroefgat voorzien was van een helicoil. Stel
dat ik dat weer zou slopen, door de klepdekselbout te strak aan te draaien.
Nee, dat was best wel eng.
| |
Toch, toen op Vechta een geluid vanuit mijn cilinderkop kwam wat ik nog nooit
eerder gehoord had, ja, toen was het echt wel tijd om er eens nader naar te
kijken. Thuisgekomen werd de volgende dag een beginnetje gemaakt met het
inspecteren van de klepafstelling, maar de borgmoertjes zaten wel heel erg
vast. Navraag op het forum van de Dutch CX-V twin club leerde me dat het los
moest kunnen, en als dat niet lukte dan was er ook wel een oplossing te
vinden. Dat geeft de sleutelende burger moed.
| |
Met frisse moed werd de volgende dag de zaak serieus ter hand genomen.
Weliswaar was het met dertig graden best warm, en was de temperatuur tien
graden hoger dan was voorgeschreven, maar ik moest er toch een keertje aan
geloven. En als het fout ging, kon de CX beter achter het huis staan dan
ergens anders.
| |
Met het grote boek erbij, en alle gereedschap bij de hand moest het toch wel
lukken. Als eerste werden de beide bougies verwijderd en grondig bekeken. En
die zagen er eigenlijk prima uit. Niet zwart, niet wit uitgeslagen of wat dan
ook. Een keurige grijsachtig-bruinige aanslag wat aangaf dat het met het
brandstofmengsel prima in orde was. De tank werd losgehaald en aan de
achterzijde een kleine vier centimeter opgetild, en op een balkje gelegd. Zo
hoefde de tank niet helemaal weggehaald te worden, en was er toch voldoende
ruimte om de kleppendeksels te verwijderen.
| |
... zagen er prima uit ... | |
Daarna waren de klepdeksels aan de beurt. En vervolgens werd de dop van het
inspectiegat werd losgehaald, en ook de voorste dop dop bij de krukas werd
losgehaald. Nu lag de hele boel open, en kon ik erbij. En ja, de borgmoeren
van de klepstelboutjes zaten vast, erg vast. Maar het kon ook los, zij het met
wat moeite en beleid. De klepafstand was naar mijn mening toch een beetje
verkeerd, en dat werd, volgens de regelen der kunst netjes gesteld. Het
scheelde dat ik een klepstel-hulpje had gekocht, dat ging toch net iets
makkelijker als het gebruik van een combinatie tang. Ook de schroevendraaier
in het bougiegat hielp, en natuurlijk werd ook gekeken naar de merktekens op
de rotor. Zo kon er niets mis gaan.
| |
... een klepstel hulpje ... | |
En toch ging er wat mis. Het leek of de inlaat klep wel heel erg ver
bijgesteld moest worden. En toen ik dat gedaan had zag ik ook waarom.
Voelermaatje 0.05 en 0.08 zaten met wat olie aan elkaar gekleefd, en dat had
ik pas ik de gaten toen ik de borgmoeren al weer stevig vast had gedraait. Dan
nog maar een keertje, en nu opletten dat ik alleen de 0.08 gebruikte om de
speling af te stellen.
| |
Nadat alle kleppen volgens de specificaties waren afgesteld werd de motor weer
dichtgeschroefd. Doppen op de juiste plek, kleppendeksels plaatsen, en vooral
niet te strak aandraaien. En dan het grote moment: doet 'ie het of doet 'ie
het niet?
| |
Natuurlijke deed hij het, Startknop, eventjes wachten en 'VROEMMMMM', daar
sloeg de motor aan. Naast het huis liet ik de motor een paar minuten draaien,
onderwijl voorzichtig voelend langs de klepdeksel pakkingen of er olie kwam.
De enige olie die ik zag leek nog van het monteren te zijn, toen ik dat weg
geveegd had bleef het schoon.
| |
Alleen nog een proefritje, binnenkort...... | |
| |
|