Terug naar de Motorpagina


Een Motorzegening in Grubbenvorst


In Grubbenvorst, een klein plaatsje aan de Maas, in het midden van Limburg, wordt al 30 jaar een motorzegening gehouden. Meneer Pastoor houd een korte mis, en zegent daarna de motoren en hun berijders tot heil en zegen van hun mede weggebruikers. En, omdat het een goede traditie is, werd er ook in het jaar 2017 een motorzegening georganiseerd door de MC 't Mucke, de 31ste alweer.

Diverse CX waren in voorgaande jaren geweest, en ook ik had er al een aantal zegeningen op zitten. En omdat ik het niet alleen een mooie, maar ook een goede traditie vind, vertrok ik op die zondagmorgen, 23 April, naar Grubbenvorst. Coen, Lieke Michael en Maria hadden daar hun tent en caravan op een camping amper twee kilometer buiten Grubbenvorst neergezet, en dat was een goede plek om elkaar te ontmoeten.

Het was wel een beetje koud deze zondagmorgen, maar een dik pak, warme kleding en een stevige kuip voor mijn neus maakte het allemaal heel goed te doen. Wel moest ik, amper onderweg, even stoppen omdat ik weer eens vergeten was om de oordopjes in te doen. Dus na vijf kilometer snelweg even rust. Maar toen dat in orde was, kon ik weer rustig verder, het luidde gebrom van de CX verzacht tot een tevreden gesnor.

Ik had dit jaar al verschillende kleinere tochtjes op de motor gemaakt, maar dit zou de eerste langere rit sinds een paar maanden worden. Het is niet zo heel erg veel, net honderd kilometer, maar toch, als je een tijdje geen snelweg gereden hebt is het oppassen, en goed om je heen kijken. Maar het ging allemaal goed en van het spreekwoordelijke leien dakje. Ik keek om me heen, zag dat het leven op de motor goed was, en reed rustigjes verder naar het zuiden, naar Grubbenvorst.

Vlak voor de nieuwe brug over de Waal werd ik ingehaald. Niet zo heel erg bijzonder, maar wel bijzonder was het voertuig wat me inhaalde. Laag, gestroomlijnd, op twee wielen en geheel overkapt. Dat had ik nog nooit gezien, maar het zag er wel goed uit. Op dat moment had ik geen idee wat het was. Later op internet eens wat zoektermen losgelaten, en toen bleek dat dit vrij unieke voertuig een Peraves Monotracer was, een tweewielig voertuig waarvan er slechts 300 zijn gemaakt, en waarvan er volgens de verhalen op het internet maar één in Nederland rondrijd.

Een heel eind verderop, rond de twintig kilometer voor Grubbenvorst, zag ik nog een voertuig, en deze keer was ik aan het inhalen. Men mag daar tenslotte 130km/u rijden, en daar zat ik niet heel ver onder. Het leek wel, met die twee uitlaten en dat aparte achterlicht..... De blauwe zijkapjes met daarop de aanduiding CX500 kwamen in een flits voorbij. Later hoorde ik dat Arnold, want die was het, op dat moment ongeveer 100 reed, en dat ik wel vrees'lijk hard ging.

Tijd om iets af te remmen. Met een beduidend lagere snelheid als mijn tot dusver gemaakte gemiddelde maakten we samen de laatste kilometers naar de camping bij Grubbenvorst vol. Daar werden we hartelijk verwelkomt door de Berendsen en Co, die net bezig waren met de koffie. En of we ook wilden?

... net bezig waren met de koffie ...
... net bezig waren met de koffie ...

Natuurlijk wel, en zo zaten we een gezellig half uurtje, of iets meer, aan de koffie, verhalen vertellend en ronduit gewoon te kletsen over van alles en nog wat, ja zelfs over motoren...... totdat het echt wel tijd was om de laatste kilometers naar Grubbenvorst af te leggen. En daarbij wilde ik wat uitproberen, wat later misschien ook wel leuk zou zijn.... Mijn eigen kleine 'point-and-shoot' fotocamera had het na jaren van min of meer trouwe dienst toch echt begeven. En dit was al de derde van het zelfde merk en type. Van een zoon kreeg ik, omdat hij overging naar een grote camera met meer mogelijkheden dan ik kon bedenken, zijn pocketcamera. En ik had ook nog een klein micro statiefje in de kuip gemonteerd zitten. De camera had de mogelijkheid om elke zoveel minuten en/of seconden een foto te maken. En dus ging de camera op het statiefje, achter de ruit van de Polaris, en ingesteld om elke twee minuten een fotootje te maken. Ik zou wel zien wat het ging worden.

Vanaf de camping was het eenvoudig om op het Pastoor Vullinghsplein te komen. Eerst de richting aanwijzer naar Grubbenvorst volgen, en dan gewoon rechtuit blijven rijden, tot in het centrum. In voorgaande jaren werden we bij het binnenrijden van de afgesloten zone, waar tijdens de motorzegening alleen motoren mogen komen, verwelkomt door een vrijwilligers, die ons een klein programma boekje overhandigden. Die waren er nu niet. Nou, gewoon verder dan maar.

Ik reed, zoals vaker, op kop. Dus viel aan mij ook de taak toe om een mooi parkeerplekje te vinden voor onze vijf motoren. Ik vreesde dat er niet meer genoeg ruimte zou zijn op de 'eigen' plek, vlak voor 'De Zwaan' maar kijk eens, hier zou het nog wel passen. En ook hier zou ik, mocht het onverhoopt nodig zijn, vlot weg kunnen komen, uit de drukte. Het koste even wat moeite en heen en weer geschuif met motoren, maar uiteindelijk stonden we alle vijf netjes op een rijtje.

En net dacht ik van: okee, we zijn er, toen Frans kwam aanstappen. Hij had zijn motor nog wel voor 'De Zwaan' gezet, in afwachting van ons arriveren. Wat te doen, wij allemaal daar naar toe, of Frans hier naar toe. Het laatste was natuurlijk het eenvoudigste, en zo kwam Frans met zijn CX, voorzien van een heel mooie Polariskuip de rij aanvullen. Lieke haalde een voorbijganger over om een foto van ons te maken, en zo werd het gebeuren vastgelegd.

... een foto van ons ...
... een foto van ons ...

Terwijl andere alvast een rondje gingen maken, en op zoek gingen naar de koffie bedacht ik me dat de camera nog steeds trouw elke twee minuten een foto aan het maken was. Dat mocht nu wel even stoppen. Een eerst oppervlakkige controle leerde me dat er wel foto's gemaakt waren, maar of ze erg goed gelukt waren was de vraag. Het was niet zo goed te zien. Wel had ik onderweg gemerkt dat het misschien niet zo'n heel goed idee was, want onderweg ging mijn aandacht wel heel vaak naar de camera, en dan blijft er minder aandacht voor de weg over.

Harald, de EHBO-er, kwam ook langs. Hij had me al gezocht bij “De Zwaan'maar omdat we daar niet stonden had hij gedacht dat ik er deze keer niet bij zou zijn. En kijk, ik was er toch. De volgende keer, in 2018 moest ik maar gewoon weer bij 'De Zwaan' voor gaan staan, iedereen zocht me daar.....

... de EHBO-er ...
... de EHBO-er ...

Samen met Frans maakte ik een rondje langs de opgestelde motoren. Er was weer van alles te zien. Een Harley met een groot wiel, en een brede, ja heel brede achterkant. Een andere motor waarvan de achterband genoeg rubber bevatte om er minstens twee sets banden voor een CX te maken. En natuurlijk was er een grote schakering aan kleurrijke exemplaren. Sommige motoren die er stonden bevatten een hele reeks knopjes en wijzertjes, en er waren heel veel motoren die per stuk veel meer kostten dan onze verzamelde CX/GL bij elkaar. Ook waren er elektrische motoren, wel opvallend, maar of ik het nu echt mooi vond? Nee, dat nou ook weer niet.

... groot wiel ...
... groot wiel ...

... kleurrijke exemplaren ...
... kleurrijke exemplaren ...

... knopjes en wijzertjes ...
... knopjes en wijzertjes ...

... wel opvallend ...
... wel opvallend ...

Bij een broodjes tent werd even halt gehouden, en braaf in de rij gestaan. Maar het schoot niet op, en toen Frans aan de voorkant poolshoogte ging nemen bleek dat de voorraad aangevuld diende te worden. Wachtten? Nee, het kon nog wel even duren. En zo kwamen we weer bij ons vertrekpunt, de eigen motoren.

Daar merkte in dat ik toch wel een beetje last had van de drukte, die een paar meter verder aan de gang was. Als ik nou eens.... Achter een stalen kast met daarin weet ik veel wat voor gemeentelijke apparatuur, op een laag tuinmuurtje, en met aan de andere kant een dichte heg, vond ik een plekje. De tas werd als kussen gebruikt, en na een blik op de klok, die aangaf dat het nog geen kwart over twaalf was, deed ik heel eventjes de ogen dicht. Van slapen zou toch niks komen, maar eventjes wat minder prikkels zou al erg ontspannen werken.

Naar mijn gevoel waren er hoogstens vijf minuten voorbij gegaan. Maar de klok was het niet met me eens. Het was al bijna één uur, ik had kennelijk echt liggen slapen, ondanks de herrie, sorry, ik bedoel natuurlijk 'BikerMuziek' om me heen. Tijd om de wereld weer eens van een meer rechtop gepositioneerd standpunt te gaan bekijken.

De broodjes tent was gesloten, kennelijk helemaal uitverkocht. Bij de cafetaria was het niet gewoon druk, maar heel erg druk, ook geen mogelijkheid voor een snelle hap. Daarnaast, meneer Pastoor zou zo langzaamaan wel beginnen met zijn verhaaltje, en dat wilde ik toch wel horen. Onderweg daarheen kwam ik Frans tegen, die, hoe is het mogelijk, een extra kop koffie bij zich had, onder het motto: ik kom wel iemand tegen die ….

Toen de koffie op was, was ook de Pastoor begonnen met wat Pastoors doen, de mis. En het was te horen dat de Pastoor, die het vorige jaar dit evenement voor het eerst mocht doen, zich had verdiept in de materie van het motorrijden. Hij maakte er in elk geval een mooi verhaal van, al sloeg hij, volgens mij, de plank hier en daar toch een beetje mis.

Niet iedereen kon de woorden van de Pastoor waarderen. Met overduidelijke nadruk werden twee zware Harleys gestart en langsgereden. Zelfs de Pastoor, met zijn versterkte stem, kon zijn eigen woorden niet meer verstaan, totdat de beide lawaaimakers waren verdwenen. Deze jongens waren duidelijk alleen voor 'het feestje' gekomen, niet voor een Pastoor of een motorzegening. Terwijl ik weer zat te luisteren, kwam Harald kwam nog even een praatje maken. Met een 'nou, tot volgend jaar' nam hij even later afscheid, en liep weer verder.

Ik vertrok ook weer, want de zegening zelf zou zo wel beginnen, en dan wilde ik wel bij mijn motor in de buurt zijn. Vanwege de plek waar we onze CX-en hadden geparkeerd was het invoegen in de zeer grote en erg luidruchtige stroom motoren wat lastiger. Maar uiteindelijk zaten we met elkaar in de goede rij, en niet veel later werden de motoren en wij door de Pastoor gezegend, en dat was dat.

... grote en erg luidruchtige stroom motoren ...
... grote en erg luidruchtige stroom motoren ...

Er was aangekondigd dat we na de zegening vooral niet bij de kerk linksaf moesten gaan, omdat er weer een 'Truckrun' plaatsvond. Dus werd het rechtsaf. Een eindje verderop moest er even gewacht worden omdat niet iedereen aangesloten was, maar daarna werd Grubbenvorst verlaten via een weg waar ik niets van snapte. Mijn TomTom snapte het wel. Laat ik die dan maar volgen, dacht ik......

Een paar kilometer verder reden we dan toch weer op de camping aan waar de motoren netjes werden neergezet, en toen werd er met spoed gezorgd voor een bakkie koffie. En lekker was het! Het was erg gezellig, maar Coen en Lieke moesten nog een tent afbouwen, Michael en Maria hadden nog een caravan in te ruimen, en Arnold en ik, ja, wij hadden de leukste taak, want wij mochten onze CX naar huis rijden.

... netjes neergezet ...
... netjes neergezet ...

Deze keer reed Arnold voor. Ik had hem wel gewaarschuwd dat ik nog ergens moest tanken, en vlak voor de Shell langs de A73 ging ik er eventjes voorbij, om aan te geven dat de 'Rode Rakker' dorst had. Tanken, afrekenen, en weer in het zadel, maar niet voordat ik de oordopjes, die ik weer had vergeten, alsnog in mijn oren had gestopt.

Net over de Waalbrug nam Arnold de afslag naar de A15, terwijl ik op de A50 bleef. Na de volgende brug, over de Rijn, nam ik ook de afslag, en ging het laatste stukje binnendoor. En eventjes leek het erop dat er toch nog een buitje zou vallen. Gelukkig bleef het daarbij want de drie, vier spatjes die vielen stelden eigenlijk weinig voor. Een paar minuten later parkeerde ik de CX weer op zijn plekje achter het huis.

De eerste echt lange rit van het jaar zat erop, en dat er nog vele mogen volgen......





Terug naar de Motorpagina