Terug naar de Motorpagina


Vernieuwen van de nokkenasketting


Het is best wel een hele afstand, die ruime 80.000 kilometer die mijn CX en ik samen hebben afgelegd in de laatste twaalf jaar. Maar, zoals al vaker vermeld, met een beetje onderhoud op de juiste tijd kan zo'n CX nog vele kilometers mee. En het basis onderhoud staat allemaal netjes beschreven in het grote CX boek van Peters. Het lijstje begint met 'elke 300 kilometer ….' Mooi lijstje, maar ik ken eigenlijk niemand die elke 300 kilometer het accuwater nivo, de olie en remvloeistof en banden naloopt. Dat doe je gewoonlijk 'on the fly' bij het langslopen.

Voor het controleren en vervangen van het luchtfilter heb ik een min of meer vaste tijd gekozen. Een week of twee voor de motorzegening in Grubbenvorst wordt dat gedaan, en dat is elk jaar in april. Ook de olie wordt min of meer regelmatig gecontroleerd en eens in de zoveel tijd ververst, waarbij dan ook het oliefilter vervangen wordt.

Maar er is ook een klusje wat ongeveer na 80.000 kilometer eens gedaan moet worden. Alhoewel sommigen ook aangeven dat het ook na 120.000 kan, of soms nog later. Maar hoelang zitten de nokkenas ketting en de spanner al in mijn CX? Bij Frans werd met behulp van een spiegeltje en endoscoop camera vastgesteld dat de spanner nog niet op het einde staat. Maar dat is de spanner, zeurde het door mijn overbezorgde hoofd, en heb ik die wel goed ingesteld?

Daarnaast was er ook het probleem dat ik echt niets wist van de onderhoudsgeschiedenis van deze motor van voor 2006, voordat ik hem twaalf jaar geleden kocht. De geschiedenis daarna was wel bekend en ook uitvoerig gedocumenteerd in mijn motorlogboekjes.

Nu wist ik dat mijn CX minimaal 80.000 km met deze ketting had gereden, maar ik wist echt niet of de stand van 5400 km die twaalf jaar geleden op de teller stond een originele stand was, of dat de teller vervangen was. Ergens vermoede ik dat de teller wel vervangen was, evenals het voor-spatbord, gezien de deuk in de benzinetank die er al bij aanschaf ingezeten had. En dan bleef natuurlijk de vraag: waarom en wanneer is dat gebeurd, en hoelang zit de nokkenas ketting in het blok?

En omdat het antwoord op die tweede vraag vrijwel niet te vinden is, besloot ik dat het blok open moest, en dat dan de nokkenas ketting vervangen zou worden. Tevens kon dan het olielekje achter de carburateur netjes gerepareerd worden met een nieuwe pakking, en kon ik kijken hoe de algehele staat van het blok aan de binnenzijde was. Misschien kon ook wel de versnellingsbak meteen nagekeken worden, want soms, meestal bij gehaast schakelen, sprong de CX uit de tweede versnelling. Maar dat kon natuurlijk ook aan mezelf liggen.....

Er werd voorzichtig wat rondgevraagd, en nagedacht en onderdelen gezocht. En dat alles resulteerde erin dat de CX op een goede avond naar JiMi werd gereden, waar ik in de ruime werkplaats mijn CX direct op de brug kon rijden. JIMi's Deauville werd zolang buiten gestald, maar wel met de hoes van de "Rode Rakker" er overheen.

En toen de Deauville netjes was ingepakt begonnen we met het demonteren van mijn CX-je. Het duurde niet zo heel erg lang voordat de kuip er af gehaald was, en de tank, en de kabels los waren en.....

... de kuip er af ...
... de kuip er af ...

De uitlaat gaf wel een klein probleempje. Het was natuurlijk makkelijk zat om de uitlaatpijpen te verwijderen, aangezien die nog geen maand geleden ook al losgekomen waren, bij het vervangen van de hoofdstandaard. Meer moeite hadden we om de voorbochten, samen met de H-box, weg te halen. Maar ook dat lukte, op de een of andere manier. En toen moest het zware werk gedaan worden, namelijk het verwijderen van het blok uit het frame. Nu had ik dat al een paar keer gedaan, en met behulp van een karretje en een krik lukte het ook deze keer weer.

Wel moesten er, voordat het blok genoeg kon zakken, nog een paar stekkertjes van onder het zadel los gehaald worden. Dat was voor een deel eenvoudig, loshalen, volgende loshalen. Maar de laatste stekker, met de drie gele draden vanaf de generator, die wilde niet, die zat vast, heel erg vast. Eerst werd geprobeerd de stekkers uit elkaar te trekken, en daarna werd steeds zwaarder gereedschap gebruikt om de beide stekkerhelften te scheiden. Met meer geweld dan koel en rustig overleg werden uiteindelijk de stekker helften losgehaald. De binnenkant zag er niet echt fris en gezond uit. Jaren geleden had ik dat ook al eens meegemaakt en toen waren de draden via een kroonsteentje aan elkaar vastgezet, stevig in plastic gewikkeld. Pas twee jaar terug had ik dat kroonsteentje vervangen door een vervangende stekker, en nu zag het er uit als of het heel snel weer vervangen moest worden. Maar dat was voor later zorg, als het blok weer ingebouwd zou worden. Nu stond het blok op een karretje, en even later al weer op de werkbank van JiMi. Voorlopig was het genoeg. De volgende dag zou er weer verder gewerkt worden.

... niet fris en gezond ...
... niet fris en gezond ...

JiMi was al weer druk bezig toen ik aankwam en had de waterpomp en het achterdeksel al verwijderd. En dan ziet zo'n blok er toch heel anders uit. De los gehaalde onderdelen werden nauwkeurig bekeken, maar er waren geen sporen van overmatige slijtage of lekken te zien. Op de plek waar het miniscule scheurtje had gezeten, wat me een paar maanden lang nogal wat hoofdbrekens had gekost, was de pakking losgescheurd. Nou ja, er moest toch wat anders in, dus dat was geen echt probleem.

Er werd verder gewerkt aan het blok. Er moest nog wel het een en ander uit en los en verwijderd worden voordat we verder konden gaan. Maar voor het zover was werd toch even het uiteinde van de nokkenas bekeken. Na het loshalen van het achterdeksel had JiMi een hoop zwarte smurrie aangetroffen in de ruimte tussen de waterpomp en de oliekeerring. En het uiteinde van de nokkenas zag er nou ook niet helemaal netjes uit. Het leek alsof er wat was weggesleten.

Ook langs de nokkenasketting waren een aantal plekken die niet helemaal meer volgens de fabrieks specificatie waren. Op één plek was het aluminium van het blok flink weggesleten, kennelijk door een klapperende ketting. De ketting spanner was echter wel in een goede conditie. Misschien was er toch wel eens iets gebeurt met dit CX blok. Ook op het vliegwiel zat een beschadiging. Als ik dat zo eens allemaal bij elkaar zag, dan zou het helemaal niet vreemd zijn als er ooit eens een nieuwe ketting en een nieuwe spanner in gezet was.

... flink weggesleten ...
... flink weggesleten ...

... een beschadiging ...
... een beschadiging ...

Nu ging er in elk geval weer een nieuwe ketting in. Maar daarvoor moest de oude er wel eerst uit. En daarvoor moest het vliegwiel eraf. Dat bleek nog een hele klus te zijn, want het leek erop dat het vliegwiel er niet af wilde. Beetje kracht zetten, en nog eens, maar nee hoor, het zat goed vast. Tijd voor koffie, en overleg.

Een half uurtje later stond het blok er nog steeds. Boortje acht zat op de juiste plaats, de afdruk bout zat op de juiste plaats, en er werd nog een laatste keer het probleem aangepakt. En ja hoor, heel langzaam zat er beweging in, en even later nog wat meer. Totdat ook het vliegwiel losgekomen was, zonder beschadigingen aan ijzer, aluminium en ledematen.

Nu konden we de plaat loshalen en tenslotte waren we bij de nokkenasketting gekomen. De ketting werd voorzichtig uit de motor gevist, en naast de nieuwe ketting gelegd. Het verschil in lengte was niet echt heel groot, dat scheelde weer. Toch zat deze ketting al meer dan 80.000 kilometers in de CX. Misschien had ik toch redelijk rustig gereden.

Maar voor nu was het even voldoende geweest. Het blok was uit de CX gehaald, en open gemaakt, en het vliegwiel was verwijderd en ook de nokkenas ketting was al verwijderd. Hoog tijd om even bij te komen van de arbeid, en de boel voorlopig even de de boel te laten.

Dacht ik.

JiMi had andere plannen, want amper thuis gekomen was er een app-je met foto's. En nog een foto, en nog meer. JiMi was eventjes ijverig bezig geweest om mijn CX-blok weer in elkaar te zetten, met een nieuwe ketting, nieuwe ringen, nieuwe pakkingen. Tot ver na achten werd er doorgewerkt. Met dit tempo zou de CX de volgende dag misschien al weer in elkaar zitten. Maar er bleek een kleine kink in de kabel gekomen te zijn. Bij het lijstje met te bestellen onderdelen was er een enkele oliekeerring niet opgenomen, en dus ook niet besteld. De bij het verwijderen van het blok beschadigde toerenteller kabel was ondertussen al wel in bestelling, maar deze keerring moest toch een aparte bestelling worden.

Tijd om even, min of meer gedwongen, rust te nemen.

Maar eerder bleek al dat rust een woord is wat met hele kleine lettertjes in JiMi's woordenboek voorkomt. In plaats van rustig bij te komen toog hij naar de bouwmarkt, waar een dikke dop, een stuk draadeind en nog wat los materiaal werd aangeschaft. En de volgende middag werd de oude waterpomp seal uit het achterdeksel getikt, en even later er net zo snel weer ingezet, als oefening in het waterpomp seal monteren. Natuurlijk werd alles ter plekke eerst grondig schoongemaakt, want er zat best veel vuil en kleverig zwartig spul in de ruimte achter de seal.

... vuil en kleverig zwart spul ...
... vuil en kleverig zwart spul ...

Maar die as, met dat afgesleten stuk, dat was iets wat mij toch een beetje verontruste. Zou dat kwaad kunnen? Een vraag van die strekking werd, met een foto van het enigszins beschadigde uiteinde van de nokkenas, of het forum van de CX-club geplaatst, en ook nog per mail naar CX techneuten verstuurd. Want het was me wel duidelijk dat het niet helemaal fabrieksnieuw meer was, met die vervorming aan het einde.

... zou dat kwaad kunnen? ...
... zou dat kwaad kunnen ...

Van alle kanten ontving ik geruststellende berichten. Nee, zo hoort het inderdaad niet, maar er is nog steeds niest aan de had. De oorzaak was niet duidelijk, maar de as was nog in een goede staat, ook al was er duidelijk een paar millimeter afgeslepen. De vlakken waar keerringen en dergelijk moesten komen waren nog allemaal in orde. Niet teveel zorgen maken, gewoon monteren.

De bestelde keerring kwam op donderdag binnen, maar vanwege diverse redenenen werd er pas zaterdag weer aan de CX geklust. Nieuwe pakkingen werden op het blok geplaatst, de juiste pasbussen werden gezocht, en waar nodig vervangen. De nieuwe seal werd met de aangeschafte dop, draadstang, en overige spul keurig netjes in het achterdeksel geperst. En uiteindelijk werd het blok dichtgemaakt, en werd de waaier van de waterpomp gemonteerd, keurig voorzien van een nieuw koperen ringetje, en zelfs nog een nieuwe dopmoer. Deksel erop, met een nieuw rubber randje, en klaar, nou ja, bijna dan.

... keurig netjes in het achterdeksel...
... keurig netjes in het achterdeksel ...

... nieuw koperen ringetje ...
... nieuw koperen ringetje ...

Voor de laatste handelingen werd de woensdag middag gereserveerd: het inbouwen van het blok, om het geheel weer een echte motorfiets te laten lijken. JiMi had een flinke hoeveelheid werk vezet, en alleen het inbouwen van het blok moest nog gebeuren. Voorzichtig werd het blok van de werkbank getild, en op een karretje onder het frame gemanoeuvreerd. Met een krikje werd vervolgens heel voorzichtig het geheel omhoog gewerkt. Een beetje draaien naar links, wat wurmen naar rechts, iets omhoog en dan weer naar beneden, maar uiteindelijk konden we de bouten er zonder veel moeite inschuiven en vastdraaien.

In een hoog tempo werden de carburateurs vastgezet, de gaskabels en de chokekabel aangesloten en de nieuwe toerentellerkabel geplaatst. Vervolgens was de elektra aan de beurt waaronder de drie zo ernstig verschroeide gele draden vanaf de generator. En daar twijfelde ik nog even. Zou ik een nieuwe driepolige stekker plaatsen, of losse schuifplugjes gaan gebruiken? Tenslotte werd het een kroonsteentje, met het goede voornemen om daar binnen niet al te lange tijde iets aan te doen. Wat dat zou worden zou ik dan wel weer zien. Voorlopig zat het.

... olie en water toevoegen ...
... olie en water toevoegen ...

De benodigde hoeveelheden olie en water werden aan het blok toegevoegd, en een eerste inspectie liet geen vervelende dingen, zoals olie lekkage of zo iets, zien. Tijd voor het volgende klusje, de uitlaat. Maar het samenstel van de uitlaat en H-box liet zich niet erg makkelijk terugplaatsen. Het koste wat heen en weer geschuif en draaien en proberen, maar plotseling zat het toch ongeveer op de goede plaats. De bochten werden aangesloten, en de uitlaten konden op hun plek komen. En toen dat vast zat, en de meeste schroeven en bouten en moeren op hun plek zaten, en gecontroleerd waren, werden de deuren open gedaan en de kon de CX langzaamaan achteruit naar buiten gereden worden. Het grote moment was daar: doet 'ie het, of doet 'ie het niet?

Even doorstarten, en nog even, en toen was daar een geruststellend 'BROEMMM' van het blok. Geen vreemde geluiden, geen geratel of wat dan ook, het leek erop dat we er bijna waren, en dat de ketting wissel een succes was geweest.

De motor werd uitgezet, en weer terug geduwd de schuur/werkplaats in. Het zadel en de kuip moesten nog gemonteerd worden voordat het weer mijn eigenste "Rode Rakker" was. En ook dat ging vlot. Nog een controle op losse boutjes en vergeten dingen bracht geen grote fouten aan het licht, en ook onder het blok bleef het keuig netjes droog en was er geen spoor van olie- of waterlekkage te zien. Mooi, de operatie leek geslaagd.

Ondertussen was het vijf uur geweest, en was het hoog tijd om een hapje te eten. Ik vertrok met mijn auto, en alle spullen die ik had meegesleept terug naar Ede met de afspraak dat JiMi me die avond zou komen ophalen, waarna ik de motor naar huis zou rijden.

Op de afgesproken tijd was JiMi daar, en amper twintig minuten later stond ik naast mijn CX. Het pak werd aangetrokken, de laarzen aangedaan, en de deuren van de werkplaats gingen uitnodigend open. JiMi werkte de CX naar buiten, en ik mocht hem starten, en wegrijden. Dat starten ging eigenlijk best goed, maar het wegrijden was een heel ander verhaal. Want wat ik ook probeerde, ik kreeg de motor niet in de eerste versnelling. En ook de tweede leek moeite te geven, vooral bij het terugschakelen. Ergens was er iets niet goed.....

Terug naar de werkplaats dan maar, waar de "Rode Rakker" naast JiMi's Deauville werd gezet. Want er moest iets fout zitten. Diverse rampscenario's kwamen langs in mijn hoofd, want het zou zomaar een verkeerde vertanding van de versnellingbak kunnen zijn, of een per ongeluk vastgeklemde arm van het een of ander. JiMi boog zich over het probleem...

... terug naar de werkplaats ...
... terug naar de werkplaats ...

Twee tellen later was het euvel gevonden, en nog twee tellen later had JiMi de schakelpook losgehaald en een enkel tandje hoger weer vastgemaakt. Bij de montage was gebruik gemaakt van een merkteken op de schakelas, maar in plaats van een tandje na het merkteken was de schakelpook gemonteerd op een tandje voor het merkteken. Zodat de schakelpook vastliep tegen de uitlaat, en niet ver genoeg naar beneden bewogen kon worden. Probleem opgelost....gelukkig.

Nogmaals werd de CX uit de werkplaats gereden, en weer naar het pleintje. Deze keer lukte het wel om te schakelen, en na een zwaai en ongeveer 1000 en 1 bedankjes reed ik voorzichtig terug naar Ede. Eerst de kleinste wegen, dan de rondweg met 80 m/u en tenslotte een kort stukje snelweg, onderweg steeds maar luisterend naar onverklaarbare en vreemde geluiden die uit het zojuist vernieuwde motorblok zouden komen. Maar het enige wat ik hoorde was het vertrouwde gebrom van een oude CX.

Na een probleemloos ritje van een klein half uurtje werd de CX op zijn eigen plekje achter het huis neergezet, met een schoon plankje onder het blok, om eventuele lekkage op te vangen.

De volgende dag was er van lekkage geen spoor te vinden, en een ritje, een paar dagen later heen en weer naar het werk gaf ook geen aanleiding tot hevige ongerustheid. De eerstvolgende 80.000 kilometer zou het blok voor een nokkenasketting zeker niet meer open hoeven.........





Terug naar de Motorpagina