Terug naar de Motorpagina


De Grubbenvorster Motorzegening 2024


Het was best wel fris, die ochtend van de 21ste april. Toch was het vaste voornemen er, om naar de motorzegening in Grubbenvorst te gaan. Maar dat was van later zorg, eerst was er natuurlijk een uitgebreid ontbijtje, en het eerste stukje kijken van, wat later bleek, alweer een F1 overwinning van Verstappen. Terwijl de F1 jongens hun rondjes draaiden in China, werd er koffie gezet, en een heel klein lunch pakketje samengesteld. Terwijl ik daarmee bezig was gebeurde er in China van alles op het circuit, wat ik, druk in de keuken, natuurlijk helemaal miste. Nou ja, dat komt later wel. Nu eerst Grubbenvorst.


Vroeger, in de goede oude tijd, ging het allemaal veel sneller. Nu, met oordopjes en motorhoes en extra warme kleding had ik wat langer nodig om te vertrekken. Ook aan dat soort dingen kon ik merken dat ik, heel langzaam, toch iets ouder werd. Maar na een kwartiertje had ik de helm op, de sleutels in het contact, tas met van alles en nog wat bij me, en vertrok ik, nagezwaaid door Joke, op weg naar Grubbenvorst. Wel via een omweg langs een tankstation, want voor de heenreis was er nog genoeg benzine, maar niet voor de terugreis.


De elektronische juffrouw in de TomTom vond dat ik toch echt terug door Ede heen naar de snelweg moest, ikzelf had daar een ander idee over. En kijk, na nog geen 500 meter zag de ingeblikte juffrouw dat ik het bij het juiste eind had. Nu de goede samenwerking met de navigatie weer was hersteld loodste de TomTom me langs de heide over de N224 naar de A12, en vandaar naar de A50. Niet dat ik het zonder de TomTom niet had weten te vinden, maar toch prettig om in goede harmonie met de techniek op pad te zijn.


A12, A50 , de Deauville nam ook deel aan de harmonie tussen mens (ik dus) en machine(s) en rustigjes aan rolden de kilometers onder de banden door. Het verkeer viel mee, en waar er wat heen en weer geschoven moest worden tussen de rijbanen verliep alles ook gladjes. Voorbij de afslag Nijmegen-Dukenburg werd het verkeer merkbaar minder, iets waar ik feitelijk wel mee gerekend had. Rustigjes aan ging het verder, soms met een wolkje voor de zon, soms zonder zo'n wolkje. Maar de temperatuur wilde nog niet echt oplopen, en weer was ik blij dat ik ooit een flinke uitgave had gedaan en, heel luxe, handvat verwarming op de motor had geïnstalleerd.


Grubbenvorst, en : ‘neem de afslag,’ adviseerde de stem uit de TomTom. Ja, dat was wel een goed idee, anders reed ik er voorbij, en dat was nou ook weer niet de bedoeling. Na wat verwarrend gedraai bevond ik me op een stuk weg wat ik kende, de weg Grubbenvorst in. Doorgaand verkeer gesloten , zei een bord, maar omdat ik, en de andere motorrijders die dezelfde kant uitgingen, geen doorgaand verkeer was, reed ik gewoon rechtdoor.


Volgende probleem. Helemaal vanuit Ede naar Grubbenvorst gereden, maar waar laat je dan, op een beetje goede plek, je Deauville? Niet te ver naar achteren, en vooraan zou er ook wel totaal geen plek meer zijn en...


... vooraan totaal geen plek ...

... vooraan totaal geen plek ...

“Hee !, Hans !” riep iemand. Huh? Het was Maria, die, vergezeld van Michael en een hond, die mij had opgemerkt. Ik wist dat ze er zouden zijn, maar dat het zo vlot zou gaan om in die mensenmassa bekenden te vinden, dat had ik niet gedacht. Een korte begroeting, maar ik moest nog steeds die motor ergens neerzetten Dat was nu de eerste prioriteit.


Verderop stonden verkeersregelaars het verkeer te regelen. Daar zag ik een zijstraat, eigenlijk een fietspad, naar rechts. Er stonden al wat motoren en daar kon die van mij vast ook wel tussen. Maar wel zo, dat het voorwiel de goede kant uit stond. Dus reed ik het fietspad op, keerde, en reed terug, waar het plekje wat ik had willen hebben al lang bezet was door een andere motor. Zo gaat dat. Kennelijk stond ik wat verwilderd onder mijn helm rond te kijken, want een verkeersregelaar wees me een plek op een stoep, vlak achter een gigantische, geel gespoten, zijspan combinatie, naast een terras. Ging dat? Was de stoep niet te schuin? Proberen maar....


Zijpootje uit, en langzaam aan... ja, de Deauville bleef staan. Met een zucht zette ik het contact uit, en stapte af. Handschoenen uit, helm af, ik was in Grubbenvorst. En het was hoogt ijd voor een kopje koffie en een bijkom momentje.


Nauwelijks had ik op het kleine trapje naar het terras plaatsgenomen of Michael en Maria kwamen er aan. Of ik een goede reis had gehad, en of het koud was, en dat zij en Coen en Lieke helemaal vooraan stonden en of ik daar ook naar toe wilde en nog veel meer.


Maar nee, ik wilde eerst even een kop koffie, dan bijkomen en daarna nog wat koffie en een broodje. Dus nee, allemaal erg aardig en vriendelijk, maar nu even niet....


Na het bijkom moment, en het broodje moment, en het koffie moment was het tijd om eens verder te kijken. Maar waar laat je nou je helm? De grote topkoffer had ik niet meegenomen, dus de helm werd onder de motor gelegd, dicht tegen het voorwiel aan. Dat zou wel kunnen, dacht ik.


Ik keek rond, en zag nog net Coen lopen, maar hij had mij niet gezien, Nou ja, ik wist van Michael waar zijn motor ongeveer moest staan, en begon in die richting te lopen. Fotootje hier, fotootje daar, allemaal motormensen in de meest verschillende outfits. Toch leek het erop dat het minder druk was als voorgaande jaren. Maar het waren evengoed een flink aantal mensen, zo bij elkaar. En rustig was het ook al niet, met de luide ‘bikermusic’ die door de opgestelde en heel erg luide luidsprekers klonk.


Iemand tikte me op de schouder. Coen, die naar mij op zoek was geweest had me gevonden, en samen liepen we naar de drie Deauville‘s en het grote Honda zijspan van Coen, Lieke, Maria en Michael toe. Ze stonden inderdaad heel ver naar voren, en bij de zegening zouden ze best eens als eerste groepje langs de pastoor mogen rijden.


Niet veel later begon de pastoor aan zijn verhaaltje, Ik deed mijn best om er wat van op te pakken, maar het geluid uit de luidsprekers weerkaatste tegen de gevels van de huizen rondom het plein, waardoor ik alles twee keer hoorde, maar de tweede keer wel met wat vertraging. De resulterende woordenbrij ging grotendeels langs me heen, maar de bedoeling kreeg ik wel mee.


... de pastoor ...

... de pastoor ...

Na de mis en alles wat daarbij hoorde was het tijd om de individuele motoren te zegenen. Terwijl pastoor en kapelaan hun posities innamen zocht ik de motor weer op. Oordopjes, helm, sleutels...? Sleutels? Waar heb ik nou... In de tas, gelukkig....


Na wat geruzie met de zijstandaard, die niet helemaal wilde inklappen, werd de motor in de rij van langsstromende motoren gereden. Stapje voor stapje ging het, traag maar gestaag. Vlak voor me vond iemand het heel interessant om eventjes te laten zien hoe goed hij zijn band kon laten roken. Wat mij betreft was dat niet nodig, want verkouden of niet, dat kon ik ruiken!


... rij van motoren ...

... rij van motoren ...

De pastoor had een hoog tempo ingezet. Ik weet niet of er een regel is van zoveel zegeningen en wijwater zwaaien per minuut, maar het zou zo maar kunnen dat hij een nieuw record vestigde. Vrij snel was ik aan de beurt voor de zegen en het bijbehorende drupje van de wijwaterkwast.


Dat was dat. Tijd om ook nog even een kopje koffie bij de Berends‘ te gaan doen. Het adres van de camping, van Coen gekregen, had ik al in de TomTom gestopt, en die stuurde me langs wegen en wegjes uit Grubbenvorst, naar Horst, waar, na nog meer wegen en wegjes de camping gevonden werd.


Zoals verwacht was de groep van Coen veel eerder aan de beurt geweest, en dus waren ze al bezig om wat stoeltjes en een tafeltje neer te zetten. Tijdens het kopje koffie werd er nog nagepraat over de dag, de zegening en meer van dat soort dingen.


Allemaal heel gezellig, maar het weerbericht had voorspeld dat tegen een uur of vijf er een buitje zou vallen rondom Ede. En als ik dat buitje voor wilde zijn, en dat wilde ik, dan moest ik toch wel op tijd vertrekken. Zodoende werd er bedankt voor de koffie en de koekjes, werden helm en handschoenen weer aan gedaan, en werd de motor gestart. En omdat de zij-standaard weer eens niet helemaal inklapte..... kon ik een tweede keer de motor starten.


Maar daarna was ik ook weer onderweg. Vrij snel bereikte ik de A73, wat het begin was van een vrij rustige reis terug naar Ede. Onderweg werd het zegenen nog even overgedaan, met een paar spatjes regen. Net genoeg om op te merken, maar veel te weinig om me er druk om te maken.


Het laatste stukje werd, traditie getrouw, binnendoor gereden, en om vier uur werd de motor achter het huis geparkeerd. Tijd voor thee.....



Terug naar de Motorpagina