Terug naar de Motor-pagina
Vorig - Eerste epiloog
Volgend - Weer op weg - Dag 2


24 augustus 2010

Opnieuw op weg

Dag 1, My destiny calls and I go, again

De tijd heelt alle wonden, zegt men. Soms twijfel ik daar aan, maar vaak is het waar, dat met het verstrijken van de dagen, de weken, de scherpe kanten van de gebeurtenissen vervagen, dat er weer uitzicht komt op nieuwe kansen, dat er weer vooruit gekeken kan worden.

Een maand of twee na de terugkomst uit Vitre, begin ik alweer te denken aan een nieuwe poging. Hetzelfde, maar dan anders. Niet luidruchtig verkondigen dat ik vertrek, wat de ogen van de hele club op me gericht houd, maar stilletjes, op een mooie dag, gewoon er tussenuit piepen. En de route? Niet dezelfde, maar ook anders. Deze keer plan ik een weg langs door het oosten van Frankrijk. Minder kans op hoge bruggen, minder druk.

Helaas laat de "Rode Rakker" het met ontstekings problemen afweten. Maar de "Bah'kup" doet het wel. Een CDI-wissel, en ik hoop dat de hoge toeren problemen opgelost zijn. Wel moet ik, de middag en avond na het fantastische weekend in Sint Janskoooster, nog even een aantal dingen omzetten van de "Rode Rakker" naar de "Bah'kup". Zo gaat de houder van de PDA-TomTom over, en ook, met wat meer moeite, de 'cruise control'. Het plan is om maandagochtend te vertrekken, maar striemende regen en harde wind zorgen ervoor dat ik mijn vertrek uitstel tot de volgende ochtend. Het geeft me nog wel de kans om een klokje te kopen en op de CX te plakken. Er is geen tijd om de Polaris toerkuip over te zetten, maar met de wind aan de ene kant, en de verwachte hoge temperaturen aan de andere kant is dat misschien ook niet nodig.

Om kwart over negen, de volgende ochtend is het dan zover. De bagage zit op de motor, de helm op het hoofd, en ik ben er helemaal klaar voor. De wind is nog steeds ergens tussen kracht 4 en 5, en dat is minder leuk, maar dan rij ik hoofdzakelijk binnendoor naar Eersel, waar ik van plan ben om Belgie binnen te gaan. En dat levert ook interessante wegen op. Het begint goed, Ede uit, richting Wageningen, en dan naar Rhenen toe. Maar voordat ik ernstig onderweg ben, eerst nog even een kleine test op een snelweg. Bij Ochten ga ik de A15 op, richting Tiel. Deze weg gaat vrij recht tegen de nog steeds harde wind in, althans het eerste stuk. Ik geeft gas, schakel op, en terwijl de snelheid oploopt luister in scherp naar de motor, kijk naar de toerenteller. Maar helaas, bij de beruchtte 5500 tp/m grens hikt de motor, en wil niet sneller rijden. Terug schakelen, opschakelen, en langzaam, heel langzaam gas bijgeven, nu komt de toerenteller boven de 6000 tp/m en de snelheid komt op de 120 km/u. Het kan dus wel. Maar bij Leeuwen ga ik toch maar van de snelweg af, toch binnendoor. En na een paar keer links, rechts en waar moet ik nu weer heen sta ik bij de veerpont over de Maas, bij Lith. Hier heb ik jaren geleden ook gestaan, met een gehuurde Suzuki. Aan de overkant verder, achter de TomTom aan, die me via de binnenwegen naar Eersel moet brengen. Maar ergens zijn de wegen gewijzigd, want een bord 'verboden voor motorvoertuigen' kan ik niet negeren, en dus moet ik omrijden.

Een dorp, een stad, een open stuk weg, weer een dorpje. Steeds dichter kom ik in de buurt van Eersel, volgens de TomTom. En dan zie ik het, bekend terrein, ik ben hier eerder geweest. Dan Eersel, en de keus: tanken of niet. Ja, want ik nog geen precies idee wat het verbruik van deze "Bah'kup" is. Meteen ook maar een broodje en zo, in de zon, is het leven goed.


... tanken ...


De klok blijft tikken. Niet dat ik haast heb, maar ik wil toch verder, in de richting Frankrijk. Bij Postel steek ik de grens over, ga verder in de richting van de 'Baileybrug' en stop daar, om een foto te maken. Net voordat het verkeerslicht weer op rood springt rij ik de brug op. Losse planken rammelen onder de banden. Maar da's nog niets. Aan de overkant liggen de beruchte belgische 'kinderkopjes' en ik raak bijna de controle over de motor kwijt, daar op dat vreselijke stukje weg. Langs de rand ligt een randje van een centimeter of 40 beton, en daar rij ik verder, totdat er weer een beetje normale weg onder mijn wielen kan komen.


... baileybrug ...


Belgie door, langs Balen, waar ik in gedachten even 'hallo' zeg tegen Jan R., en verder langs Diest, Tienen, Hoegaarden. En plotseling ben ik uit Vlaanderen, en in Wallonië. Op slag is de taal Frans, niet langer Nederlands, Een duidelijke, maar niet aangegeven grens ben ik over.

Richting Philippeville, en nu heb ik even geen TomTom nodig, dus zet ik het apparaat uit. Dat is ook wel nodig, want er komt steeds een melding dat de hoofdaccu laag is en ik het apparaatje moet uitschakelen. Dat doe ik dan maar, in elk geval tot aan de Franse grens. Maar daar ben ik nog niet. Hier de N5 op, dat weet ik nog uit de planning, en dan is het tijd voor een korte rustpauze. Een zijweg is net wat ik nodig heb om even te stoppen. Aan de kant van de weg even bijkomen, een hapje, een slokje water, en even de benen strekken. Belgie heeft aan het einde van de N5 nog een leuk stukje verrassing voor me, als ik ineens, vlak na Couvin de bergen induik, een slingerweg op, kennelijk een uitloper van de Ardennen.


... langs de N5 ...



... rustpauze ...


Dan een stadje, Bruly, met de aankondiging dat Frankrijk nog 700 meter verder is. Ik vraag me af waarom dat bord met "Frankrijk" niet op de grens staat, maar vind er geen verklaring voor. Het zal wel iets Belgisch zijn, denk ik. Maar dan ben ik al in Frankrijk, en volg het bordje richting Rocroi. En kijk, daar staat de aankondiging voor de camping al: 'de la Muree', deze afslag, en daar boven aan, linksaf. TomTom, ook weer wakker geworden, is het er mee eens. Maar als TomTom zegt dat ik er ben, geloof ik het niet, want dit is duidelijk geen camping. Verderop dan, misschien. Ik stuur de CX verder, en na een paar honderd meter staat daar "Camping de la Muree". De "Bah'Kup" en ik draaien de oprit op, en dat is dat. Einde van de eerste etappe van deze reis. De campingbeheerster kent 10 woorden Engels, ik ken 15 woorden Frans, en samen komen we eruit. Dat veld, en ga maar staan waar je wilt. Een plekje onder de bomen lijkt me wel wat, maar net als ik de tent heb staan, en alle bagage van de motor heb gehaald dringt het tot me door dat hier geen stroom is. Dus geen kans om de TomTom op te laden, mijn bed op te pompen etc.

Dan maar een ander plekje gezocht, eentje waar ik wel bij een stopcontact kan komen. En ja hoor, dat lukt. Bij de ingang, dus niet al te ver bij de CX vandaan, die ik liever niet op het weiland neerzet, nu ik geen extra steun voor jiffy of middenbok heb, want die liggen, juist, in de kuip van mijn (on)trouwe "Rode Rakker".

Als de tent staat, het bed is opgeblazen, en de toiletten zijn bezocht en uitgeprobeerd is het tijd voor het volgende hoofdstuk. Tanken hoeft nog niet, omdat ik dat in België nog heb gedaan, een 20 kilometer voor de grens. Maar wel moet ik zorgen voor een hapje eten, als ontbijt morgenochtend. In tegenstelling tot "Vechta" en Nederlands eigen "SJK" moet ik hier zelf voor mijn eten zorgen. Dus weer op de motor, die zo zonder al die bagage erg leeg aanvoelt, en op weg naar Rocroi. Daar is een kermis of zo in het centrum, dus daar kan ik niet door. De buitenrand dan, en ja, daar zie ik een Carrefour, wat als ik me goed herinner een soort van supermarkt moet zijn. En dat klopt. Wat brood, ham en kaas rijker kom ik even later weer bij de CX, waar een Frans mannetje een gesprek met me probeer aan te knopen, wat totaal mislukt doordat ik amper Frans spreek. Dan wijst 'ie naar de lucht, naar de zon, naar de motor, en ik begrijp dat hij zegt 'mooi weertje voor op de motor'. 'Ah', zeg ik , 'Qui. Merci'.


... plekje bij een stopcontact ...


Weer terug naar de camping, loop ik wat rond, totdat het zes uur is geworden. Ik maak een praatje met een stel uit Nederland, lees een stukje uit een boek op de iPhone, en doe warempel een heel kort dutje. Dan inschrijven, en dat heb ik gerepeteerd: 'Un tent, un nuit, un person, un motor, avec electricite' en dat wordt uitstekend begrepen.

Om zeven uur gaat het restaurant open, maar pas een half uur later laat ik me daar zien. Het lukt om te bestellen, en zo zit ik dan aan mijn eerste Franse maaltijd van deze reis. Het smaakt uitstekend, na een dag met rijden en reizen. Terug in de tent overdenk ik de route voor de volgende dag, richting Auxerre. Maar de vermoeidheid ligt op de loer en na een korte douche kruip ik de slaapzak in. Gisteren in een echt bed, eergisteren nog op SJK, er gebeurd een hoop op deze manier. En dan, dan val ik als een blok in slaap.





Vorig - Eerste Epiloog
Volgend - Weer op weg, Dag 2