Terug naar de Motor-pagina
Vorig - Over de Pyreneeën -
Volgende - Van Burgos naar Villamartin de la Abadia -




Van Urrobi naar Burgos

Donderdag 10 Mei

Zo is het toch wel anders wakker worden, met de zon door de bomen, en de belofte van een mooie dag om door Spanje rijden. Beter dan de regen van de laatste dagen. Na de koffie uit de twee koffie apparaatjes van Ron en Nick is het weer tijd om op- en in te pakken. Een droge tent voelt toch veel beter aan bij het opvouwen dan een natte, en ook mijn laarzen zijn vrijwel droog geworden. Een goed begin van de dag.

koffie van Ron en Nick
... koffie van Ron en Nick ...

Ook Hans K., de fiets-pelgrim, staat op het punt te vertrekken. Hij zal pas in Santiago aankomen als wij al weer bijna thuis zijn. Goede reis, en 'bueno camino......'

Eerst tanken, de CX en GL zijn al weer dorstig aan het worden. Het dichtstbijzijnde tankstation is een kleine vijftig meter terug. Dus starten, rijden, stoppen. Het is direct duidelijk dat we in Spanje zijn, want zoveel haast maken ze niet, met het wegzetten van de auto, of het afrekenen. Maar alles lukt, en we gaan nu aan onze volgende etappe beginnen, die hopelijk eindigt in Burgos.

We volgen niet de N135, die naar Pamplona gaat, maar een weggetje rechtdoor, langs de camping, wat ons langs het riviertje voert, terwijl links en rechts hoge rotswanden oprijzen in de strakblauwe lucht. Het riviertje ligt bezaaid met rotsblokken en is een aaneenschakeling van kleine en grotere stroom-versnellinkjes. De rotsen, hoog en kaal, ruw, schitteren in het licht van de morgenzon. Een heel mooie weg, deze NA172 naar Aioz. Op een gegeven moment wordt het smalle dal breder, en wijken de bergen terug. Langzaamaan ligt het gebergte achter ons.

TomTom zegt netjes: 'bij de volgende rotonde linksaf, derde afslag'. Maar er is in mijn beleving geen rotonde te zien. Dus gewoon rechtdoor. Maar dat is ook niet goed, dus ik keer om en rij terug. De rotonde blijkt er heel anders uit te zien als dat ik ooit heb meegemaakt. Weer wat geleerd: een Spaanse rotonde is anders. Dan maar rechtsaf, en kijken waar we uitkomen. We komen uit bij een kunstmatig kanaal, want Spanje kent ook waterwerken. Dit kanaal loopt in de richting Pamplona, dezelfde kant die wij ook uit gaan. In de verte zie ik de 'Alto de Perdon', herkenbaar aan de vele windmolens die daar geplaatst zijn. Behalve de windmolens moet daar ook een beeldengroep bovenop die berg staan, langs de pelgrims-route naar Puenta la Reine en Estela, en die missen we nu. Je kunt niet alles hebben.

Net door Puenta La Reine hou ik halt. Voor de anderen een sigaretten stop, voor mij een fotomoment, daar bij de Koninginnenbrug. En nu we daar toch stil staan kan ik ook wel even die brug op. Het is een oude brug, deze stenen brug, en er hebben al duizenden pelgrims overheen gelopen, en ze lopen er nog steeds, ook nu. Bovenaan tref ik een groepje mensen, en het blijken Nederlanders te zijn. Waar ik vandaan kom, en waar ik naar toe ga. Wel, dat laatste is eenvoudig te vertellen, en ik laat ze het T-shirt zien. En het eerste is ook niet moeilijk, want ik kom uit Ede, en dan blijkt dat er iemand uit mijn buurt bij zit, uit Barneveld.

een oude stenen brug
... een oude stenen brug ...

Een typische 'op de weg naar Santiago' ontmoeting is dit. Ik moet op de foto, met het T-shirt duidelijk zichtbaar, en ik krijg te horen dat ze de ondersteuning vormen van een groep fietsers, ook onderweg naar Santiago. Dan moeten ze weer gaan, en ik ga ook weer, terug naar de motor en de anderen. Tijd om weer een stukje te doen. De TomTom wegwijzert ons weer verder, en weer naar de A12 toe. Kennelijk vinden ze in Spanje dat tolwegen gelijk zijn aan autosnelwegen, en geen tolwegen zijn dan gewone autowegen. Lastig.

Zo zitten we nu toch weer op de autoweg, in de richting Estella. Nou ja, vooruit dan maar. Na een tijdje voel ik me wat meer op mijn gemak, en probeer zelfs even in te halen. Dat gaat goed, totdat ik ineens een bord 'Estella' bij een afrit zie. Ik heb niet veel tijd om te beslissen, want ik ben net bezig om de inhaal af te ronden. Toch eraf, want we willen langs Estella. Het gaat, met redelijk veel ruimte over. Maar Luc, net achter mij, kan niet meer voor de vrachtwagen langs, en mist de afslag. Ron en Nick weten wel mee te komen. En zo sta ik ineens langs de kant van de weg, zonder Luc, en hoe moet ik dit nu weer oplossen?

Eerst de motor uitzetten. Ik sta al stil, linker- en rechter handel aangetrokken, maar voordat ik de motor kan uitzetten moet ik eerst nog wat doen, maar ik weet niet meer wat dat is. Het duurt even, terwijl Nick en Ron om me heen lopen en vragen beginnen te stellen, voordat ik weet wat ik moet doen. De motor kan pas uit als het groene lampje brandt, en dat gaat aan als ik iets doe, maar wat ook al weer ? Ik ben duidelijk de kluts, en de weg, even kwijt. Uiteindelijk lukt het de motor in de vrij en uit te zetten, en op de zij-standaard te plaatsen. Even afstappen.

Nick heeft al contact met Luc weten te leggen, de volgende afrit was al een kilometer of twee verder, en Luc had die gewoon genomen. Ze spreken af dat wij verder Estella inrijden, totdat we hem tegen komen. Gaat dat zo gemakkelijk? vraag ik me af. En ja, zo gemakkelijk gaat dat, merk ik, als we nog geen tien minuten later een rode Pan-European aan de overkant van de weg zien staan.

Nadat we Estella uit zijn gereden volgen we toch maar weer de TomTom, die ons, ondanks het 'snelwegen vermijden' over de A12 blijft sturen. Maar in Spanje kun je een TomTom, nieuwe kaarten of niet, niet echt vertrouwen merken we, als TomTom ons rechtdoor wil laten rijden, waar in het geheel geen weg te bekennen is. De realiteit van de economische crisis heeft de planning van de wegenbouwers ingehaald. Dan maar de borden volgen, dat gaat ook goed. Logrono is de volgende plaats, Burgos komt daarna.

Wanneer we Logrono voorbij zijn en weer op een stuk A12 zitten schiet Nick naar voren, en loodst ons een parkeerplaats op, naar een restaurantje wat in de hoek zichtbaar is. Helaas is het gesloten, en dat kennelijk al een aantal maanden. Dan maar naar het tankstation, en in de schaduw van dat gebouw worden de motoren neergezet, en zetten we onszelf ook neer. In tweetallen word er binnen wat te eten, en vooral ook wat te drinken gehaald. Het is warm vandaag, erg warm.

in de schaduw van het gebouw
... in de schaduw van het gebouw ...

Na drie kwartier, een uur, vertrekken we weer, weer de A12 op, die op een bepaald moment ook op is. Nu hebben we de N120 onder en voor ons. Het is te begrijpen dat de Spanjaarden die A12 willen aanleggen, want het is erg druk , met veel vrachtverkeer, op deze weg.

Langzaam wordt het tijd om weer te gaan tanken. Het plaatsje heet Belorado, en als ik daar naar binnen rij zie ik een pompstation. Direct aan de kant, en tanken. Als mijn Rakkertje vol met benzine zit pak ik de bankpas, en loop naar binnen, waar een nors kijkende meneer beduid dat dat niet gaat, elektronisch betalen. Met de pas in de hand loop ik achter hem aan, en betaal dan toch maar contact. Geen bonnetje, dat betekend: alles snel even opschrijven, dan weet ik nog wat er getankt is. Maar het aantal liters is al weer van de pomp verdwenen, nu de volgende al staat te tanken. Uitgaande van de literprijs en van wat ik betaald heb reken ik op de iPhone snel even uit hoeveel liter dat was. Dan snel alles inpakken, want Nick, Luc en Ron zijn ook al weer klaar.

Het 'Repsol' station staat op een rotplek, want vlak naast ons raast het verkeer verder, zodra de verkeerslichten op groen gaan. Ook het wegrijden met de motoren geeft wat problemen, want welk verkeerslicht moeten we nu hebben. Uiteindelijk wordt er een verkeerslicht groen, is er ruimte, en weg zijn we. Aan de andere kant van het stadje is ook een tankstation, ruimer en moderner ogend. Maar dat wisten we niet toen we de stad inreden.

De laatste 20 kilometer tot Burgos voert door een dor en droog en zeer onaantrekkelijk landschap. Dat de N120 nog steeds druk is draagt ook niet bij aan een algemeen feestgevoel, evenals de warmte, die nu toch wel het punt heeft bereikt dat we denken: wat een hitte. Een kilometer of vijf voor Burgos verlaten we de N120, en rijden door een stoffig en vrijwel verlaten lijkend dorpje, steken een klein riviertje over, en komen door een tweede dorpje, minstens zo stil en stoffig als het eerste. Het is niet helemaal uitgestorven, want er loopt een hond ergens door een zijstraat.

Nu naderen we Burgos, en daarmee ook de camping. Voor het hek houden we halt. Terwijl de anderen even een sigaretje opsteken loop ik vast naar de receptie. Gelukkig spreekt ze Engels. Ja, ze hebben plaatsen voor vier tenten, maar het is ook mogelijk om een huisje te nemen, zegt de aardige jongedame aan de receptie, dat scheelt bijna niets. Ik overleg met de anderen. Huisje? Een goed idee. Zodoende ga ik terug om dat te regelen. Maar er is een probleem.....

Ik heb twee bankpasjes bij me, maar kan er maar eentje vinden. Verloren? Of misplaatst? Ik hoop op het laatste, gebruik het andere pasje even, en als we eenmaal het huisje hebben gevonden waar we zullen verblijven gaat alles wat er in mijn jaszakken en in mijn tanktas zit, over de tafel. Zonder het geld wat op die rekening staat kom ik niet ver meer. Dan zit ik hier vast......

De paniek slaat toe. Ik kan amper uit mijn woorden komen als ik probeer uit te leggen dat er een bankpasje weg is. Weer haal ik alles uit de jas, probeer de voering van de zakken of er geen gat in zit, haal alles binnenste-buiten. Eindelijk kan ik een heel klein beetje nadenken, en dan weet ik dat ik het pasje bij de laatste keer tanken, bijna 50 kilometer terug, nog heb gehad. Maar ik kan me niet herinneren dat ik het heb weggestopt. Het was nogal hectisch, daar bij die pomp.

Nick en Ron zeggen meteen: 'dan rijden we wel even terug'. Terug? Vijftig kilometer, met deze hitte? Dat is toch te veel, dat kan helemaal niet. Maar voordat ik die woorden bij elkaar heb gestameld zijn de Diversion en de Silverwing al op weg, terug de weg die we gekomen zijn.

Ik blijf helemaal in de war achter met Luc. En als die mij vraagt of hij even door mijn spullen mag kijken knik ik maar wat. Het duurt een ruim half uur, waarin ik langzaamaan weer wat rustiger wordt. Ik weet nog niet hoe dit gaat aflopen, als de pas weg is en blijft moet er van alles geregeld worden. Maar ik kan niet bedenken wat dan.

Luc's telefoon gaat. Het is Nick, en die verteld dat ze de pas hebben, en zo aan de terugreis beginnen. Inderdaad was het bij het tankstation op de grond gevallen, en de bediende had het opgeraapt. Hij wist waarvoor ze kwamen, maar het was wel verdacht dat de persoon van wie de pas was, er niet bij was, zo leek het. De tankstation bediende krijgt vijf euro voor een biertje die avond, en Ron en Nick rijden weer weg. 'Ja', zei Nick later, 'als we langer hadden gewacht had hij de pas weer terug genomen'.

Ik ben allang blij en trakteer mijn helden van de dag op een driedubbel welverdiend biertje. Daar, in Burgos, introduceert Luc het broodje 'Lomo' bij ons, wat hij nog kent uit zijn tijd als internationaal chauffeur. Lekker, een stokboord met veel warm vlees er op.

Klein onderhoud aan Luc's motor is het volgende, want er zit een moertje los. Ron en Luc weten het bijbehorende boutje op de juiste plaats te krijgen, met veel gefriemel op moeilijke plekjes, en dan is er een steeksleutel nodig. Hoewel ik gereedschap bij me heb wordt dat afgekeurd, en moet er ergens anders vandaan gereedschap komen. Ook goed, dan niet. Voor mij is het in elk geval nog goed genoeg.

De avond gaat voorbij, terwijl we zitten op het terras van ons huisje. En langzaamaan vind ik het hoog tijd om een stukje te gaan slapen..........





Vorig - Over de Pyreneeën -
Volgende - Van Burgos naar Villamartin de la Abadia -