Terug naar de Motor-pagina
Vorig - Bezoek aan de invasie stranden -
Volgende - Thuisreis -



>

Naar het noorden van Frankrijk

Woensdag 23 Mei

Opstaan gaat wat moeilijk vandaag, want de “buren” waren tot laat in de avond bezig met Hartenjagen, en de wanden zijn erg dun. Maar goed, een bezoek aan de douche maakt me weer een beetje mens, en na een flinke bak koffie is het leed van de afgelopen nacht vergeten en vergeven. We ontbijten vrij uitgebreid buiten, want binnen moet er ernstig schoongemaakt worden. De schoonmaakkosten zijn hier nog hoger dan op de vorige camping: 50 euro maar liefst. Terwijl Nick eieren staat te bakken let hij even niet op, en het karton van de verpakking begint al te branden. Ook een manier, bedenk ik me, om alles 'brandschoon' achter te laten. Maar toch maar niet......

Boenen, schrobben, alles krijgt een schoonmaak beurt. Er wordt flink werk van gemaakt, maar de juf van de receptie is amper onder de indruk. 'Good enough for man, woman can do better' is haar commentaar. En dat vind ik helemaal niet aardig.

alles krijgt een schoonmaak beurt
... alles krijgt een schoonmaak beurt ...

Op weg, naar Lisieux, waar volgens mijn gegevens een Honda dealer moet zitten. En dat betekent, motorolie 10W40. Na het bijvullen van de GL en CX vind Ron dat er nieuwe voorraad moet komen. Vandaar de weg naar Liseux. Nick gaat voor. Kennelijk heeft hij de 'briefing' gemist, want ik had nog even langs Quistreham willen rijden. Ten eerste is daar een museum, vanwege de landing bij de bruggen daar, tweedens is de brug daar een heel ander ding dan het 'viaduct de Calix' wat ik ken uit 2010. Ook toen had ik er al een probleem mee. Als ik Nick duidelijk heb gemaakt dat die brug straks komt is het al te laat om om te keren. Dat gaat minstens een half, maar waarschijnlijk een heel uur extra duren. Dat hebben we vandaag niet, weet ik uit de planning. Dus gaan we over het Calix-geval heen. Voor de laatste keer concentreer ik me op de nummerplaat voor me, komt er een motor naast me om het zicht naar beneden te blokkeren, en zo gaat het. Net, maar 't gaat.

De weg naar Lisieux is een tweebaans weg. Het lukt me om Nick een beetje bij te houden, maar het lukt Ron en Luc niet om ons bij te houden. Er is simpelweg niet genoeg ruimte voor hen om de vrachtwagens in te halen. Als we even wachten, rijden de vrachtwagens ons weer voorbij, en begint het spel van voren af aan. Misschien was het toch eenvoudiger geweest om niet in te halen.

Bij Lisieux krijg ik de kop. In mijn TomTom staat de plaats van de Honda dealer, dus is het logisch dat ik voorop rij. We draaien de D613 op, die een eind verder naar beneden duikt. De vorige keer reed ik hier omhoog, en dat is lang niet zo..... ongecontroleerd, zal ik maar zeggen. Omlaag ga ik steeds sneller, is mijn gevoel.

Lisieux is de stad waar ter ere van Theresia van Lisieux, een door Paus Johannus Paulus II heilig verklaarde non, een reusachtige basiliek is gebouwd. De vorige keer zag ik deze maar even, nu, met de zon erop is het een feest voor het oog, een prachtig gebouw. Het spijt me dat we er niet dichterbij komen, maar misschien een andere keer. Onderaan de D613 neem ik een verkeerde afslag, maar TomTom weet me te corrigeren, en zo komen we snel op het juiste adres aan, bij de ...Kawasaki dealer ??? Ach, die zal ook wel olie hebben, maar we moeten wel opschieten, want om 12 uur sluit hij, tot half twee.

Kawasaki dealer
... een Kawasaki dealer ??? ...

Iets verderop, een paar honderd meter maar, wordt er getankt. Nu wordt de koers naar Louviers en Les Andelys gezet, waar we de rivier de Seine zullen oversteken.

Er zitten adembenemend mooie stukken in deze weg, de D613. Je merkt het amper, maar toch klimt de weg langzaam omhoog, en dan, ineens, rijden we weer een dal in, wat zich zo ver we kunnen zien, voor ons uitstrekt. Het uitzicht is ook prachtig en als Nick ons op een viaduct wijst, waar de A28 bovenop lig, ben ik blij dat wij hier in het dal rijden, waar we lekker rustig ….'Flits' …. toch veel te hard rijden. Ik ben nog nooit zo vaak geflitst als in deze drie weken in Frankrijk en Spanje. Voordeel is wel dat ze van de voorkant flitsen, en daar is geen kentekenplaat op de motor.

Niet ver voor Louviers komen we achter een tractor. Niet alleen wij, ook een aantal auto's voor ons. En dat juist op een plek waar de weg een lange neerwaartse bocht naar rechts maakt. Toch: de ene na de andere auto schiet erlangs. Of ze wat zien of niet, of misschien kennen ze de weg wel, ze geven een dot gas en weg. Nick, Ron en Luc doen dat ook, maar net als ik ook wil: een tegenligger. Ik had hem niet gezien, en waar er één is, kunnen er meer zijn. Dus wacht ik, terwijl de mede-motoristen al bijna bij Louviers zijn, op een plek waar ik genoeg zie, en ga er dan langs. Voelt toch wat beter.

Bij Les Andelys steken we de rivier over. Op de rotonde is het direct rechts, en even later parkeren we in de schaduw van en groepje bomen, aan de kant van de weg. Nick vind dat het tijd is om de olie te controleren, en Ron doet het ook , en mij wordt dringend aangeraden het ook te doen. Ik weet dat mijn CX olie verbruikt, en bijvullen helpt maar even. Tot een bepaald niveau wordt alle olie verbruikt, en daaronder blijft het gewoon zitten. Maar er moet bijgevuld worden want de peilstok geeft aan dat er te weinig olie in zit. Ook goed, vul maar bij. Over een dag staat het toch weer op het lagere niveau.

Als ik de rommel van het vullen, de lege oliefles en zo, wegbreng naar een prullenbak neem ik ook even de kans waar om de brug van Les Andelys op de foto te zetten. Vorige keer niet gedaan, en nu bijna weer niet. Ook de ruine boven op de berg wordt op de foto gezet. De eerste keer kwam ik van de andere kant, en toen heb ik die hele ruine, die groot boven het stadje uitrijst, helemaal niet gezien.

ruine
... ruïne boven op de berg ...

brug bij Les Andelys
... brug bij Les Andelys ...

Vlak voordat we, op de D28, de grens tussen de departementen de Somme en 'l Oise oversteken, wordt er een rookpauze ingelast door Nick, Maar hij had best een betere parkeerplak kunnen kiezen, want het kost even wat moeite om de motoren netjes neer te zetten, zonder gevaar voor omvallen. Luc's remlicht geeft Ron nog steeds zorgen. Er wordt weer wat geprutst, en nu gaan er twee eurocenten tussen de handel en de zuiger. Misschien dat het zo beter gaat, want Ron weet niet wanneer Luc remt, met verrassende gevolgen voor Ron, die soms plotseling heel dicht bij Luc komt.

op de D28
... op de D28 ...

We rijden verder, want we zijn nog lang niet bij de beloofde camping in Etaing. Een tijdje later gaat Nick ineens linksaf, kennelijk op zoek naar een tankstation, dat op een bord staat aangekondigd. Het is ruim vijf kilometer verder, maar er is benzine. Vanaf hier gaat het over een reeks van kleine wegen door een evengrote reeks van kleine dorpjes. Langs de stad Albert, en over de D929, in de richting van onze camping.

Als we over de D929 rijden zie ik bordjes langs de kant van de weg. Dit zijn de slagvelden van de eerste wereld oorlog, merk ik, als ik snel de bordjes lees. Hier was de frontlijn op die dag en hier was de frontlijn een dag later Zo weinig terreinwinst, tegen zulke hoge kosten. Langs de weg staan herdenkingsplaatsen voor die en die slag, en liggen er de begraafplaatsen van o.a. de Australische soldaten van de eerste wereldoorlog.

Een paar kilometer voor Etaing houden we nog even halt. Alles gaat goed? Ja, we kunnen weer. En zonder al te veel op Luc en Ron, met hun veel krachtiger motoren te letten, rijden Nick en ik verder. Maar waar blijven ze toch, vraag ik me af als we een paar kilometer weg zijn. Bij de afslag naar Etaing even een kort overleg met Nick. Wachten of doorrijden, dat is de vraag. Het wordt doorrijden, het plaatsje in.

Etaing is een heel erg klein plaatsje, zo klein, dat Nick en ik er bijna al weer doorheen zijn voor we dat in de gaten hebben. Luc en Ron arriveren een tien minuten later. De centen oplossing voor Luc's rem had een ander probleem veroorzaakt, namelijk dat Luc's rem was vastgelopen. Met nog meer moeite dan dat ze erin waren geschoven werden de centen weer uit het systeem verwijderd. Het remlicht bijft raar reageren, maar de rem is in elk geval wel weer los. En ze zijn weer bij ons, en we zijn ook nog eens in Etaing. Maar nergens staat er een camping aangeduid....

Wat nu, daar sta je dan, ergens in Frankrijk, op zoek naar een camping die er zou moeten zijn, maar er niet is. Ergens is er wat fout gegaan. Het is niet de tijd of plaats om daar over te gaan ruziën, want langzaam aan hebben we allemaal een beetje de pap op voor vandaag, en we hebben nog niet eens gegeten. Wat nu? Gelukkig heb ik, control-freak als ik ben, alle ANWB campings van Europa in de TomTom geladen. Daarmee weet ik een camping te vinden, niet al te ver bij onze huidige positie vandaan, een municipal. Zodoende leid ik ons groepje naar Plouvain, waar die camping is.

Bij de inrit wordt ons te verstaan gegeven dat we bij de andere kant van de camping moeten zijn, en nou, vooruit dan maar. Uiteindelijk krijgen we een klein plekje voor onze vier tenten en motoren, en nee, we mogen de motoren niet op een ander stuk neerzetten. Als we meer ruimte willen dan moeten we ook een tweede plaats erbij nemen. Wat mij betreft kunnen deze mensen de pip krijgen, 't is maar voor één nachtje, we redden het wel.

Maar we zijn wel hartstikke moe van vandaag. Tenten worden neergezet, bagage afgeladen, en even bijkomen. Dan naar het dorpje toe, waar een restaurant moet zijn, en hopelijk zijn ze daar wat vriendelijker.

Hotel-restaurant 'La Gare' ziet er van buiten een beetje sombertjes uit. Maar ondertussen heb ik wel geleerd dat de buitenkant niets zegt, in een land als Frankrijk of Spanje. Dus naar binnen. We worden door de eigenaar onthaald, zelfs met wat Engels, en nemen plaats in de eetzaal. Helm en tanktas en dikke jassen, alles word op een grote berg voor de haard gelegd, uit vrees dat een kapstok dat alles niet kan dragen. Een kapstok is trouwens ook niet te zien, die zal wel ergens anders staan. Een vriendelijk meisje komt voor de bestelling, en ze spreekt ook nog eens prima Engels.

een klein plekje
... een klein plekje ...

Hotel La Gare
... Hotel La Gare ...

Even later komt er nog een motorrijder binnen, die zijn helm en jas ook maar aan de stapel voor de haard toevoegt. Het is een Engelsman, onder weg naar Zuid-Frankrijk en Italië, met een grote BMW. Hij heeft nog een hele vakantie voor zich, maar ook een hele hoop kilometers te gaan.

Als het eten komt is onze aandacht eventjes daarbij, want het is gewoon erg lekker. Ook een dessert gaat er in, en dat was dan het laatste avondeten van deze reis. Als alles goed gaat eten we morgen allemaal weer in ons eigen huis.

Zover is het nog niet. We zoeken onze kleding weer op uit de grote stapel en rijden rustig naar de camping terug, plaatsen de motoren netjes naast de tenten, en gaan op het tegenoverliggende plekje nog wat napraten en de laatste drank uit de voorraad opmaken. Om een uur of half elf vind ik het genoeg, pak ik mijn spullen, en zoek tent en slaapzak op. Die zijn snel gevonden, en het lukt me ook om snel in slaap te komen.





Vorig - Bezoek aan de invasie stranden -
Volgende - Thuisreis -