Terug naar de chronologie.

Muziek Mercuur februari 1971

De nieuwste schepping van orgelconstructeur Versteegt:

Het JOHANNUS kerkorgel

Productie in eigen bedrijf.

Een lang gekoesterde wens van orgelconstructeur J. Versteegt (niet ten onrechte "de vader van de Nederlandse elektronische orgels" genoemd) is in vervulling gegaan. Hij heeft zijn grote serie instrumenten bekroond met een groot kerkorgel. Bovendien kon inmiddels de produktie hiervan een aanvang nemen in zijn eigen fabriek, Electronium N.V. aan de Tuinstraat te Veenendaal.
Sinds de vorige maand is daar een voormalige kledingfabriek ingericht voor de constructie van het Johannus orgel (met een u) zoals de maker het heeft gedoopt. Een imposant instrument met veel regis-termogelijkheden. In de fabrieksruimte waar de ontwerper het demonstreerde viel ons bij gebruik van het volle werk de goede verhouding op tussen de kernachtige bovenstemmen en het sonore basfundament.

Dit orgel juicht...

Dit orgel juicht, aldus een tevreden heer Versteegt die zoals bekend aan de wieg heeft gestaan van vele Nederlandse instrumenten: eerst van Eminent, later van Riha en de laatste jaren van Viscount. Telkens bleken zijn modellen een goed onthaal te vinden. Nu de Viscount-serie voltooid is, kwam er gelegenheid om een oude wens te vervullen.
- Ik heb altijd gedroomd, nog eens een groot kerkorgel te maken. Met dit Johannus orgel ben ik drie jaar bezig geweest. Het orgel vergde twee jaar maar de aanpassing van de klank heeft me nog een jaar gekost. Ik wilde een orgel dat in elke ruimte klinkt, of het nu een grote kamer, een kapel of een kerkgebouw is. Dit is het zestigste orgel dat ik gemaakt heb; het is de bekroning van mijn werk.

200 Stuks

Voor het eerste jaar heeft men een serie van 200 instrumenten gepland, waarvan de eerste hun voltooing naderen. Men is begonnen met 12 mensen, straks zullen dat er ongeveer 20 worden. Bij een bezoek aan Electronium NV proeft men nog de sfeer van de werkplaats van een instrumentenbouwer. Wij zien het magazijn, de produktiezaal waar het elektronische binnenwerk wordt gemaakt, het laboratorium (waar de voortekenen er op wijzen dat de heer Versteegt nog wel eens met een 61e orgel voor de dag zal komen). Niet zonder trots loodst de directeur van het nieuwe bedrijf ons de opvallend smaakvolle en gezellige kantine binnen. De eerste orgels worden afgebouwd in de montage- en assemblageruimten op de begane grond, waar ook de kantoren zijn.

De heer Versteegt: we gaan het Johannus-orgel in Nederland verkopen via een beperkt aantal handelaren. Die krijgen allemaal de beschikking over een instrument. Wij geven 5 jaar garantie en verzorgen zelf de service, evenals het plaatsen van het instrument bij de klant. Wij verwachten dat 80 % van de afnemers uit kerken en instellingen zullen bestaan en 20 % uit particulieren.
De verkoop zal niet tot ons land beperkt blijven; de export-activiteiten zullen worden verzorgd door Van Doorn International.

Het Johannus orgel is ontworpen als een kerkorgel, d.w.z. als een elektronisch orgel dat speciaal gedacht is voor het ten gehore brengen van de kerkorgel-literatuur. De dispositie legt daarvan getuigenis af en spreekt in bijgaand overzicht voor zichzelf. Overeenkomstige registerbenamingen als bij het pijporgel zijn aangehouden. Vermelding verdient het Fernwerk, waarvan de registers uit een luidspreker klinken welke afzonderlijk kan worden opgesteld.
Er zijn contrastrijke solostemmen, vulstemmen en mixturen zijn goed vertegenwoordigd, tongwerk-effekten (o.a. het neuzige regaal) werken sfeervol.
De ontwerper is in zijn element wanneer hij dit alles demonstreert. Ik ben zo gelukkig dat mijn werk en mijn hobby samenvallen, zegt hij. Eigenlijk hoeft hij dit nauwelijks te vertellen. Uit alles wat de heer Versteegt zegt en doet spreekt zijn belangstelling en liefde voor de muziek en voor de instrumenten waarmee hij zovelen al gelukkige uren heeft bezorgd.

W.K.

mm71axs

Terug naar boven