Terug naar de Motor-pagina




SJK 2012 - Dag 2

SJK 2012

Sint Jansklooster 2012


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3        Epiloog


Het is in de buurt van 6 uur, als ik, na een veel te korte nacht, weer wakker wordt. Even omdraaien help maar kort, want een twintig minuten later is het al weer over met de slaap. Ik blijf nog even liggen, maar om 7:00 ben ik te wakker, tijd om wat te gaan doen. Als ik, min of meer wakker, de tent uitkruip, en een persoonlijke motortelling ga maken, dan blijkt dat er al meer mensen op zijn, en zelfs er al wakker uit zien.

wakker
... al meer mensen wakker ...

Maar eerst mijn zelf-opgelegde taakje afmaken. Rustig doortellend kom ik tot 78 motoren, en twee scooters, wat toch een redelijk aantal is. Tijd voor het volgende punt, iets drinken. Er is door iemand al water in de waterkoker gedaan, en ik hoef alleen maar mijn beker en een zakje “latte” te halen, om een bakje koffie te krijgen. Zo begint de zaterdag.

De koffie machine van de club is al gevuld, een werkje wat Coen de vorige avond nog heeft gedaan. Aanzetten, en afwachten totdat het klaar is. Nu is het wachten op de rest van de ontbijtspullen. Piet Baten, de cateraar komt mooi op tijd het veld oprijden, en zijn bus is weer zeer volgeladen met alles wat een SJK ontbijt nodig heeft, tot en met de koffie en thee toe. Alles wordt uitgeladen en op de gereed gezette tafels geplaatst. De eerste ontbijters komen al toestromen, en Werner, Theo en ik kijken elkaar eens aan. Kunnen we? Ja, het moet kunnen.

De run op het ontbijt wordt ingezet met de woorden “Let the games begin”, wat zo vlak na de olympische spelen wel past. Het gaat goed, heel goed. Werner zorgt voor de bonnetjes en de broodjes, ik hou een oogje op de snel slinkende voorraad, aanvullend wat aangevuld kan worden, en Theo let op alles.

ontbijt
... "let the games begin" ...

koffie
... slinkende voorraad ...

Bijna alles is er genoeg, alleen de koffiemelk is vrij snel op. En als een Duitser met een ontevreden uitdrukking op het gezicht mijn vraagt hoe hij dan zijn koffie moet drinken, hoef ik niet lang na te denken over het antwoord “Ganz einfach, wie ein Mann !”

Het lijkt erop dat we net genoeg hebben. Even ben ik bang dat er een tekort is. Niet van brood, want er is heerlijk brood in vele soorten, maar het beleg gaat snel. Toch blijkt, om tien uur als we de ontbijtboel sluiten, dat er net iets over is. Een paar plakje kaas, wat ham, wat broodjes. Het was net voldoende.

De ontbijttent stroomt langzaam leeg, de laatste resten van een overvloedig maal blijven liggen, met her en der een verloren zoutvaatje en wat niet opgeruimde borden. Wat rest is het opruimen, de schamele resten die over zijn in de koeling plaatsen, verse koffie klaar zetten, en de koffie machine inschakelen. Nog wat afruimen en klaar. En dan is het einde ontbijtdienst.

Om half elf zal Sieds met zijn toertocht beginnen. Sieds, die vind dat er een andere toertocht moet zijn als de steeds aangegeven Noordwest Overijssel route, heeft met de Wild Star Fan Holland club laatst een route in de omgeving gereden, en met een paar kleine aanpassingen is deze route, in omgekeerde volgorde ook uitstekend geschikt voor een SJK toertocht. Victor V. verheugd zich er erg op, want achterop bij zijn vader tussen zo'n grote groep motoren rijden, is 'vet' en 'cool'.

Ik maak een paar foto's van de vertrekkende tocht. Arno, Henk Theo, Nick en Willem zijn er een paar die ik herken als ze achter Sieds aan vertrekken voor de toertocht. Wat mij betreft, het is warm, de uren slaap waren weinig, ik ga eventjes liggen in de tent.

toertocht
... toertocht ...

vertrekken
... vertrekken ...

Ook in de tent is het erg warm, en een klein half uur later heb ik nog niet geslapen, maar wel liggen doezelen. Dan toch maar eens kijken wat er buiten aan de hand is En net kom ik mijn tentje uit gekropen, of kijk eens wie daar aan komt: Luc L. die de Santiago-tocht had voorbereid en meegereden. Net als Nick krijgt ook Luc het reisverslag Santiago overhandigd. Nick is met de toertocht mee, en Luc wil de toertocht bij de rustplaats ontmoeten. We drinken wat koffie, die nog niet helemaal warm is, lopen langs de motoren, en maken hier en daar een praatje. Dan vertrekt Luc alweer op zijn Pan-European, op zoek naar de toertocht.

Bij de registratie tent is wat aan de hand, toch even kijken. Het blijkt dat de GL500 van Arnold V., die met zoon Victor de toerrit wilde rijden, bij een bocht naar rechts de hoofdzekering had opgeblazen. Hulp van de ANWB, die niets kon vinden, liet de motor met een vernieuwde zekering weer rijden, maar bij een volgende bocht: “plif” weer de zekering stuk.

Michael, die aardig wat weet van de stroom toestanden van een GL500 en dergelijke was al aan het zoeken, Volgens hem kon de oorzaak van de totale stroomuitval alleen maar rond het balhoofd liggen. Maar welke draad zou het zijn? Uiteindelijk weten we samen de draad te identificeren. Een zwarte draad met witte streep was tussen de 'eind-aanslag' en het uitslaande stuur gekomen en was beschadigd geraakt. En net nu, tijdens de toertocht, was de beschadiging zo groot geworden dat bij elke bocht naar rechts, waarbij de kabelboom langs het balhoofd werd getrokken, er sluiting met het frame werd gemaakt.

draad
... beschadigd geraakt ...

Terwijl ik de draadboom iets opzij houd, hersteld Michael op vakkundige wijze de beschadigde isolatie. Een stuk uit een plastic PET fles wordt voor het balhoofd langs geplakt, en de GL is weer in een werkende toestand. Michael hangt de draadboom met wat Tyre-Wraps op een andere plaats, zodat het schuren vermeden wordt en klaar is de GL. Helaas te laat voor de toertocht.

Het is warm, en tijd om wat te gaan eten, en veel, heel veel drinken, en ik hou het even rustig. Om het hoofd koel te houden gaat het petje onder de kraan, en nat en wel weer op het hoofd. Het staat misschien wat raar, maar het is heel erg effectief.

Er is overleg met Theo vU. die als organisator van het langzaam rijden is ingedeeld. Verder staat er niemand in het draaiboek vermeld, maar of ik zo vriendelijk wil zijn om te assisteren. Ja hoor, zo vriendelijk ben ik wel. Het eerste punt is de vraag wat we eerst gaan doen: het langzaam rijden of de kleppendeksel race? Beide staan voor 4 uur ingepland, en dat gaat natuurlijk niet. Besloten wordt om eerst langzaam te gaan rijden, en dan te gaan racen.

Het oproepen van de deelnemers aan het langzaam rijden heeft, net als in voorgaande jaren, in eerste instantie weinig succes. Twee of drie personen lopen naar de motor. Toch, als er één langzaam rijder over de dam is, volgen er snel meer, en bij tien wil ik de inschrijving eigenlijk stoppen. Maar er kunnen er nog meer bij. Maar ergens is de maat vol, en 13 is wel erg veel., maar 't kan nog.

Waar in de voorgaande jaren het publiek tot aan de randen van het langzaam rijden parcours stond samengedromd, is er nu alleen van grotere afstand belangstelling, en wel vanuit elk plekje schaduw wat voorhanden is. Ik ben wel blij dat we de deelnemers kunnen laten opstellen achter de registratie tent, waar de bomen die langs de rand van het veld staan, voldoende schaduw geven om de langzaam wachtende rijder iets te verkoelen.

Dit jaar worden er, in plaats van de gebruikelijke drie ronden, maar twee ronden langzaam gereden. Tezamen met het grote deelnemers veld van 12 of 13 personen, en de hitte zal het toch al een langdurige kwestie worden, niet alleen voor de deelnemers , maar ook voor Theo vU. en mijzelf Het langzaam rijden heeft een kleine wijziging ten opzichte van het vorige jaar. De deelnemers starten nu met een 'vliegende start', dat wil zeggen dat ze voor de startlijn beginnen met rijden, en dat de starter, ik dus, het signaal aan de tijdwaarnemer, Theo vU. geeft wanneer het voorwiel langzaam de starlijn overgaat. Zo voorkom je dat iemand meerdere seconden wacht met wegrijden, terwijl zijn tijd al loopt.

langzaamrijden
... langzaamrijden ...

Het is weer een heel gebeuren, dit langzaam rijden. Halverwege komen er nog mensen, waaronder een Engelsman, vragen om mee te mogen doen, maar dat gaat niet, het is al bezig, en dan zou hij een extra ronde moeten rijden. Dat wordt te gecompliceerd. Volgend jaar is er weer een kans. Onder de brandende zon probeert de een na de ander nu heel erg langzaam het stukje af te leggen, maar soms gaat het voetje aan de grond, en dan is het jammer,maar helaas, volgende... Na twee ronden is er een duidelijke winnaar, maar de regels van het spel verhinderen dat deze nu al bekend gemaakt gaat worden. Pas later, bij de prijsuitreiking.

En het blijft warm. Van de een of ander krijg ik het bericht dat Theo wat moe was van de toertocht, die juist voor de start van het langzaam rijden weer binnen gekomen is, en wat duizelig in zijn tent is gaan liggen, om wat bij te komen. Dat is niet helemaal goed, bedenk ik me, toch maar even poolshoogte nemen. Inderdaad ligt Theo in zijn tent. Ik stel voor dat hij, gezien de duizeligheid, een douche neemt om wat af te koelen, en de daarna schaduw opzoekt. Dianne, die ook Cosmar al onder de verkoelende douche had gestuurd, is het helemaal met me eens. Voor de zekerheid, duizeligheid door de hitte is een raar ding, blijf ik voor de deur staan wachten. Ben komt een beker soep brengen. Niet om op te warmen, maar om Theo's zout gehalte aan te vullen.

De kleppendekselrace is al begonnen, als een enigszins opgeknapte Theo en ik een schaduwplekje opzoeken voor het toiletgebouw. Deze keer heb ik geen kleppendekselracer en doe ik dus niet mee. Maar er zijn wel weer fraaie stukjes huisvlijt te bewonderen.

kleppendekselrace
... kleppendekselrace ...

huisvlijt
... huisvlijt ...

In de schaduw van het toilet gebouw is het eigenlijk best uit te houden. En daar blijf ik dan ook een tijdje rustig zitten. Tezamen met JiMi, Erik en Jan. Flauwe verhalen vertellend is het zo weer tijd voor mijn laatste dienst, met Coen achter de bar.

Ik kijk eens naar de lucht, kijk eens op de thermometer, en bedenk me, tussen het uitgeven van biertjes door, dat het misschien een heel goed idee is om niet de volgende dag, zondag, terug naar Ede te rijden, maar dat deze avond al te doen. Ik zit er wel een beetje mee dat ik dan het afbouwen aan de anderen overlaat, en dat hindert me toch wel. Ruggespraak met Coen doet me besluiten om toch door de iets koelere nacht terug te rijden.

Van 17:30 tot 19:30 heb ik, samen met Coen, bardienst. En dat is tijdens de barbeque die door een aantal dapperen aan de gang gehouden wordt. Het is niet niks, tropische hitte, en dan boven zo'n vuurtje staan om de talloze stukken vlees van de hongerige CX-ers keurig en zorgvuldig te braden. De braders krijgen een wat extra's te drinken uit de koelwagen. De rij wachtenden strekt zich al snel uit tot buiten de tent, als meer en meer mensen zich aansluiten.

Ik neem de tijd om Theo J. even wakker te maken, die in de schaduw in slaap gevallen is. Ook Theo, aardig opgeknapt van het dutje, voegt zich in de rij met wachtenden.

Als iemand mijn 'dienst' even overneemt zorg ik ervoor dat ik wat te eten krijg, en vindt ik een plaatsje, ergens achter de bar, aan een laag tafeltje, om even bij te komen, en mijn eten naar binnen te werken. Een paar flinke slokken water, en dan kan ik er weer even tegen, hoop ik.

Een Duitse SJK-gast wil een 'mineral-wasser'. Geen probleem, dat hebben we. Maar hij wil geen afstreep-kaart kopen, en wil contant betalen. Mijn uitleg wordt niet begrepen, maar het is dan ook erg warm. Uiteindelijk pak ik mijn eigen kaart, streep een vakje door, en schuif hem zijn geld weer toe. Wegwezen en tot ziens, of niet natuurlijk.

Officieel hebben Coen en ik tot 19:30 bardienst. Dan moeten we afgelost worden. Maar op dit moment sta ik alleen, en het is toch echt wel 19:30 geweest. Waar blijven Rembrandt en Henk? Rembrandt is nergens te zien, maar Henk is nog aan het eten, dus dat laatv ik even zo. Maar om 20:15 vindt ik het wel even genoeg. Ik loop op Henk af, die verbaasd reageert: Bardienst? Nee hoor. Toch staat er op het papier dat het wel zo is, en of Henk maar wil komen, want ik ben er voor dit moment helemaal doorheen.

Even rusten, op de schaduwplekje, ook al is de zon nu duidelijk in kracht aan het afnemen, en dan de tent inpakken. Binnen een half uur is bijna alles bij elkaar gepakt en opgeladen. Nog even blijf ik, en maak een rondje over het terrein, alvast afscheid nement van deze en gene. Het is nog warm, maar toch besluit ik om nu, om 21:15, te vertrekken. Helaas mis ik daardoor het toespraakje van Coen, met de aankondiging van de diverse prijs winnaars, maar je kunt niet alles, en zeker niet tegelijk hebben.

Nagezwaaid door de diverse bekenden rij ik het SJK-terrein af. Maar amper de Vollenhovense weg over of ik stop even, want mijn broek knelt op een pijnlijk plekje. Anders zitten helpt niet, dus afstappen, wat sjorren aan de kleding, en zo zou het weer moeten gaan. Ook een goede gelegenheid om het licht te controleren, en inderdaad, alles doet het.

Door de snel invallende schemer, die al gauw overgaat in de donkerte van een bewolkte, en dus maanloze nacht, rij ik door de polder. Genoeg benzine is er, dus ik hoef niet bij het tankstation te stoppen. Alles is in orde. Of toch niet. Bij het licht van de enkele lantaarnpaal die langs deze N50 staat zie ik dat de linker flap, die het kuipvakje afdekt, nog maar met 1 drukknoopje vast zit. Snel vastdrukken voorkomt dat het ding wegwaait, en controle aan de andere kant geeft als resultaat dat ook daar het een en ander los hangt. Zoiets gebeurt je niet als je overdag wegrijdt, dan vallen dat soort dingen veel beter op.

De N50 verandert in de A50, en het gaat lekker. De rijwind koelt voldoende, en de oordopjes onder de nieuwe helm laten maar weinig geluid door. Inhalen, terug, en zo komt Apeldoorn snel dichterbij. Het volgende stuk is naar Arnhem, en dan de laatste kilometers naar Ede.

Weer een auto, mijn snelheid is toch weer hoger dan de zijne, knipperlicht, inhalen, alles gaat prima. En dan ineens is er een auto die me met een hoge snelheid van achteren nadert, en plots zijn grote licht aandoet, naar mijn gevoel boven op mijn koffers. Wat voor de drommel is dat voor een rare toestand. Ik maak de inhaal beweging netjes af, en de auto schiet me voorbij, knippert zijn licht uit en aan, en nog een keer, voordat hij weer gas geeft er ervan door spuit. Huh? Wat is dat nou weer?

Zou mijn licht niet aan staan? Maar de koplamp doet het, dat kan ik zien, ook de meter verlichting is in orde, dat is ook te zien. En als de meterverlichting het doet, dan is de zekering van het achterlicht ook in orde. Piekerend wat er aan de hand kan zijn blijf ik voorlopig even wat langzamer rijden, ongeveer 100km/u. Auto's beginnen me in te halen, en dan maakt een passagier, in een auto die even naast me blijft rijden, een gebaar met de hand : open, dicht, open, dicht....

Er klopt iets niet, er is iets echt fout. Vluchtstrook op, en daar is ook een vluchthaven. Afstappen, en nu eens kijken. En verdraait: het achterlicht is uit. Koplamp is goed, ook de meterverlichting, ook de knippers en de alarm schakeling. Het enige wat ik kan proberen, voordat ik de ANWB ga bellen, is de 'P' stand van het contactslot. En ja, nu doet het achterlicht het wel. Wat nu?

Ik weet dat de stroom voor het achterlicht een tamelijk complexe weg door de schakelaars en stekkerverbindingen aflegt. Maar als alles, zelfs de meter verlichting werkt, dan is er maar één echte fout oorzaak: het contactslot. Tegen beter weten in, maar voor de zekerheid, ga ik de zekeringen controleren. Gelukkig weet ik waar ik een schroevendraaier heb, en ook waar de zaklantaarn is. De zekeringen lijken goed, en de bedrading daar naar toe ook. Ik trek en duw wat aan de bedrading en schuif de zekeringen heen en weer, en sluit dan het dekseltje boven de zekeringen weer.

Nog maar een keertje proberen. En verrek! Het achterlicht doet het weer. Slecht contact bij de zekering, vermoed ik. Maar dat kan zomaar weer optreden, en dat is op een snelweg helemaal geen fijn idee. Dus: verder rijden, maar zo snel mogelijk een afrit opzoeken. Dat wordt de afrit Schaarsbergen. En daar wordt weer het achterlicht gecontroleerd. Geen probleem, dat werkt. Binnendoor verder, en bij de oprit van een benzine station langs de N224 wordt weer het achterlicht gecontroleerd. Beter één keer teveel controleren, als een auto die me niet ziet bovenop de kofferset krijgen.

Om 23:00 ben ik thuis. Het laatste stukje was best wel spannend, en moe ben ik ook wel. De bagage wordt van de motor gehaald, en in de bijkeuken neergelegd. Morgen verder afpakken en opruimen. De twee dagen SJK waren heel gezellig en feestelijk en geweldig, maar ook, en dat merk ik als ik in bed rol, erg vermoeiend.


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3        Epiloog



Terug naar de Motorpagina