Terug naar de Motorpagina


Vechta 2013, zaterdag


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Het is nog vroeg, veel te vroeg als ik weer wakker wordt. Een keertje omdraaien helpt even, maar dan is het toch tijd om eens te kijken hoe het de rest van de motortreffende mensheid vergaat op deze koude ochtend. Maar vanwege de kou gaat er wel een uitgelezen hoeveelheid kleding over elkaar heen.

Het lijkt erop dat het ontbijt vandaag al om half acht start. Ik heb daar totaal geen bezwaar tegen, zeker nu de rij bij het ontbijtbuffet nog lekker kort is. Wel merk ik dat de banken en tafels kennelijk al bezet worden gehouden voor onze gastheren, waarop ik, met het meegenomen krukje (ik heb geleerd van voorgaande jaren) uitwijk naar het kampvuur. Theo en Henk vinden ook hun weg naar het kampvuur, met hun ontbijt, en langzaam wordt het wat drukker. Het vuur geeft toch wat warmte, en dat is echt wel nodig. En als er weer vers hout op het vuur gaat, lijkt het wel alsof er, tussen en door de vlammen, een vage regenboog zichtbaar is in de opstijgende wolken. Een tweede ronde koffie, en dan is het tijd om eens te kijken wat ik ga doen deze dag.

een vage regenboog zichtbaar
... een vage regenboog zichtbaar ...

Om te beginnen een kopje koffie bij de Beus halen. Toegezegd en altijd gezellig. En kijk, daar komt Dirk ook even langs. Dirk is op zoek naar gereedschap, en de 'beusmobiel' is van vele soorten gemak voorzien. Ook gereedschap in een zeer ruime sortering. Beus claimt dat hij een complete CX met het aanwezige gereedschap uit elkaar kan halen, en weer in elkaar zetten ook. Ik geloof het zonder meer, als ik de bakken met schroevendraaiers, steek- en ringsleutels en tangen in soorten en maten zie.

Maar Beus wil eerst zeker zijn dat het de accu niet is. Dus een starthulp wordt aangesloten, maar geen succes. Ook het overbruggen van het startrelais heeft geen enkel resultaat. De ondertussen verzamelde Dutch CX-ers moeten het eens zijn met Dirk: het is de startmotor.

Vlot worden de juiste gereedschapjes erbij gehaald, en na wat geharrewar over het loshalen van de accu is de de startmotor aan de beurt. Twee boutjes los, dikke schroevendraaier erbij en daar komt het ding al. De voedingskabel word losgehaald, en dan wordt de startmotor rechtstreeks aangesloten op het starthulp systeem. En nog draait de motor met grote tegenzin rond. Dus moet 'ie open. Makkelijker gezegd dan gedaan want de twee lange bouten die de motor bij elkaar houden zijn in heel erg lange tijd niet los geweest. Maar Beus is niet voor één gat te vangen, en met een waterpomptang en veel kracht weet hij beide bouten in beweging te krijgen. De rest kan met een kruiskop-schroevendraaier.

daar komt het ding al
... daar komt het ding al ...

vet en troep
... vet en troep ...

Als dan de achterkant van de startmotor er af valt is het duidelijk waarom dit niet goed meer werkt. De koolborstels zijn compleet versleten, en een gigantische hoeveelheid vet en troep ligt in het huis van de motor. De onderdelen man, die altijd op 'Vechta' aanwezig is heeft geen losse koolborstels, maar wel een complete startmotor. Dan moet dat maar, maar Dirk moppert wel een beetje, want er liggen twee reserve startmotoren thuis. Als de nieuwe startmotor is ingebouwd in het blok is het een kwestie van 'contact-starten-draaien' zoals een echte CX hoort te doen. Reparatie voltooid. De oude startmotor krijgt een opknapbeurt, en wordt dan Dirk's derde reserve......

Een eindje verderop is Erik bezig met de CX van Jan. Jan heeft het hele stuk vanaf Nijkerk tot Vechta op 'halve kracht' gereden, met slechts één werkende cilinder. Heuvel op was zijn maximum snelheid 60km/u, maar heuveltje af haalde hij de 100 km/u bijna. Voor een CX500 bepaald geen goede resultaten. Erik heeft wat aan de linker carburateur gedaan en probeert een schroefje vast te draaien, maar heeft een extra handje nodig. Via de andere kant van de motor kan ik er net bij, en zo gaat het schroefje vast. Wat deze eerst reparatie poging inhield weet ik niet, maar voldoende was het niet. Als de motor gestart wordt, wordt de rechter uitlaatbocht warm, links blijft de bocht koud.

Er wordt besloten om de carburateurset er uit te halen, een klein klusje, maar terwijl ik de kabels zou laten zitten totdat de set los is, haalt Erik eerst de gas- en choke kabels los. Zo heeft ieder zijn eigen manier voor een bepaalde reparatie. Na wat prutsen en wrikken zijn de carburateurs toch los. Ze zitten alleen nog vol benzine. Aan de kant, in het hoge gras draai ik de set om-en-om, om zoveel mogelijk benzine kwijt te raken.

de carburateurset er uit
... de carburateurset er uit ...

De linker vlotterkamer wordt opengemaakt en is compleet droog. Hier heeft al een tijdje geen benzine ingezeten. De onderkant wordt weer op de carburateur gezet en dan wordt er gekeken of er benzine doorloopt. Rechts is dat prima in orde. Links komt er geen druppel door. Wat is dat nu weer?

Nogmaals gaat het onderbakje eraf, gevolgd door de vlotter en de vlotternaald. Ik blaas op de benzine toevoerpijp, maar nee, het lijkt verstopt te zitten, Dan blaast Jan van de andere kant. En 'plop', een vuiltje komt uit de benzine toevoerbuis gevlogen. Zou dat het geweest zijn? Misschien wel. Bij Beus wordt, met een klein compressortje, nog het een en ander flink doorgeblazen, en dan wordt de vlotterkamer weer in elkaar gezet. Totdat Theo J. ineens zegt: "moet dat niet andersom?" Toch weten Erik en ik zeker dat de vlotter zo er uit is gekomen. Maar toch.... De vlotter wordt andersom gemonteerd, en dat blijkt de gouden greep te zijn. Jan had de linkervlotterkamer schoon gemaakt, en daarbij de vlotter verkeerd om gemonteerd. Als de carburateurs er weer tussen zitten en de kabels weer zijn aangesloten, dan wordt de motor gestart. Met een flinke wolk rook als resultaat. Maar wel met twee warm wordende uitlaatbochten. Weer een reparatie afgehandeld.

Al dat geknutsel aan motoren maakt hongerig, en bij de koffie die de Berendsen serveren worden de stroopwafeltjes uit Ede genuttigd. Er wordt wat nagepraat, en dan ga ik maar eens kijken of er nog wat te doen is. Ik kom langs de Pizza-kraam, en dat moet dan de lunch worden.

Een pizza-tje later ben ik bij de motoren, op het midden terrein. Meestal tel ik motoren heel vroeg op de op zaterdag morgen, maar dat is er deze keer niet van gekomen. Dus nu snel even het aantal CX-en tellen. Maar het zijn er niet zo heel veel, en bij 117 ben ik al aan het einde. Het kan natuurlijk zijn dat er een aantal onderweg zijn, maar het blijft een tegenvallend aantal.

De binnenjas, die zo optimistisch uit het motorpak gehaald was, wordt er weer in geritst. De warme trui krijgt een plekje in de tas, en die kan er vanavond dan nog bij. Ik kruip de tent uit om te kijken wat er te doen is, en tref Coen. Die vraagt of ik meega naar de Dümmersee, naar het trefpunt daar, vanwaar een gezamenlijke terug-tourrit plaats vindt. Even aarzel ik, zal ik, of zal ik niet. Maar op de motor is het vast wel warmer als hier op het gras.

Er zijn meer die mee rijden, en om half twee gaan we vertrekken. Dat geeft mij mooi de tijd om de video-camera te voorschijn te halen, en die te installeren op de "Rode Rakker" Misschien lukt het om de terugrit te video-en. Maar voordat het zover is moet er eerst getankt worden. Om kwart voor twee zijn we bij het bekende tankstation in Vechta. 'Oh ja', denk ik, als ik de verschillende soorten benzine zie, 'wat moest ik ook al weer hebben hier'. Het wordt de 'super', en niet de 95E10. Duidelijk is dat de tank nog lang niet leeg is, maar er zijn momenten dat een volle tank toch veiliger aanvoelt.

Dan wordt, met Werner als voorrijder de tocht naar de Dümmersee aangevangen. Werner rijd vrij vlot door, iets sneller dan ik, in tweede positie, prettig vind. Dus, jammer dan, ik doe wat rustiger aan. Toch zijn we met een half uurtje bijna op de juiste bestemming. Werner stopt, wijst naar links en rechts, en heft de handen omhoog. We zijn bij de juiste straat, dat kan ik zien, maar nu het juiste adres nog. Dat had ik thuis al uitgezocht, dus ik geef aan dat linksaf de juiste weg is. Zo komen we bij het bekende verzamel plekje aan de Dümmersee. De motoren worden geparkeerd, en direct staan er mensen om Werners 'rat' heen. Niet erg, maar mijn gewone CX-je staat daar naast, en en ik heb amper ruimte om om mijn motor heen te lopen.

het bekende verzamel plekje
... het bekende verzamel plekje ...

Coen rijdt met een slecht werkend achterlicht. Tijdens de stop in Nederland had ik dat al geconstateerd, maar och het werkt. Nu heeft Coen bij het tankstation achterlicht lampjes gekocht, en kunnen we die er in zetten. In het rechter achterlicht zit een knipperlicht-lampje, wat wel oplicht als de rem wordt ingetrapt, maar niet als achterlicht functioneert. Dat lampje eruit, een lampje met twee gloeidraden erin, en klaar. Ja, dat dacht ik. Want het achterlicht gedeelte werkt goed, maar het remlicht gedeelte van dit lampje is zwak. Snel controleer ik de bedrading, maar die is goed. Vreemde zaak.

Veel tijd om er over na te denken is er niet, want nu al begint het opstappen en samenstellen van de terugreis colonne. Zadel er weer op, en opstappen. Ik controleer snel de camera, en die lijkt te werken, en dan rijden wij ook naar de opstel plaats.

Ik kom achter twee Nederlanders te rijden, ergens halverwege de groep. En dan zet de lange rij zich in beweging, op weg naar Vechta. Zoals gebruikelijk blijft iedereen zijn eigen positie houden, en is het enige probleem dat er geen al te grote gaten mogen vallen, waar een automobilist zich in kan wurmen. Maar alles gaat goed, de gaten die vallen worden snel weer dicht gereden, kruispunten zijn afgezet, verkeerslichten worden genegeerd en rotondes afgeblokt.

Maar terug in Vechta heb ik nog steeds een probleem, want bij het tankstation hadden ze wel benzine, maar geen batterijen voor mijn foto-toestel. Dus, terwijl de meesten hun CX weer op het midden-gras parkeren, draai ik een rondje, wacht totdat alle motoren gepasseerd zijn, en vertrek in de richting uitgang. Dan tref ik Lieke. Die weet te vertellen dat Michael in Vechta is aangekomen, maar ergens in de stad rondrijd. Wel, als ik hem zie, neem ik hem mee, achter de TomTom aan, naar het terrein van de BdkJ.

in de richting uitgang
... in de richting uitgang ...

Tien minuten later ben ik in bezit van batterijen voor het fototoestel, gehaald bij de plaatselijke Aldi. En nu, terug naar kamp Nieuw Holland? Of een rondje door de stad. Het wordt een rondje door de stad, maar daar zijn ze overal bezig met de weg, en de ene afzetting na de andere doemt voor me op. Nee, niet echt leuk, besluit ik, en draai om. TomTom weet de Moorkamp te vinden, en daar ga ik naartoe.

Vlak voor de Moorkamp staan er twee mensen ijverig te zwaaien. Een motor en een scootertje. Ik stop, want ze willen wat weten, lijkt het. En ja, dat willen ze, want, zo wordt me gevraagd, waar is het motortreffen? Vierhonderd meter verder, en dan nog eens een kleine vijfhonderd meter, zie ik op de TomTom. Maar eenvoudiger is: "rij maar achter mij aan". En zo komt ik weer terug op het BdkJ, waar Michael ondertussen is gearriveerd.

De organisatie heeft wat nieuws bedacht. Geen touwtrekken, geen krukas gooien, maar een behendigheidsspel. Het heet kratten race of zo iets, en het is de bedoeling dat een team van vier personen met behulp van een viertal (bier) kratjes een parcour aflegt, waarbij het natuurlijk om het snelste team gaat.

De bierkratjes zijn vervangen door lage platformpjes en de spelregels worden uitgelegd. Twee jeugdteams en drie 'volwassen' teams hebben zich aangemeld, waaronder ook een Nederlands team. Naast de Nederlanders is er een Duits team, en een internationaal meisjes team. De Duitsers hebben al een keertje geoefend, dus die weten al hoe het moet. Maar toch weten de Nederlanders bijna de eerste wedstrijd te winnen.

de eerste wedstrijd
... de eerste wedstrijd ...

internationaal meisjes team
... internationaal meisjes team ...

Het doorgeven van kratjes, het evenwicht bewaren en het achter elkaar langslopen, waarbij tot groot vermaak van het publiek er nogal eens iemand omvalt, dat alles maakt deze kratten race tot een succes. Uiteindelijk moeten de drie teams in een beslissende finale tegelijk tegen elkaar uitkomen, waarbij de meisjes van het internationale team de winnaar zijn.

Langzaamaan begin ik toch weer een beetje trek te krijgen, en als ik zie dat er goulashsoep bij de snackkar is, dan wil ik die graag proberen. Warme soep, stevig gevuld, broodje erbij, dat doet een mens goed op een koude dag als vandaag. Het avondeten wordt afgerond met een pizza en een bakje frites. En terwijl ik dat achter elkaar naar binnen werk denk ik heel even aan de weegschaal thuis. Heel even maar, en dan weer lekker dooreten. Dergelijke gewichtige zorgen zijn voor een andere keer.

Ik zoek het kampvuur op, waar diverse motorrijders het warm proberen te krijgen. Maar ik ben best een beetje duf en moe van deze dag, en een slapende figuur in een stoel bij het kampvuur doet me besluiten om ook een dutje te gaan doen, maar dan gewoon in de tent. Met jas en al ga ik op het matrasje liggen, de slaapzak over me heen. Ondanks de kou ben ik snel inslaap, en wordt een klein uurtje later een stuk fitter weer wakker. Zo, wat nu?

Langs het CX-veld loop ik naar de podiumwagen, waar de prijsuitreiking en toespraken zullen plaats vinden. En om acht uur is het zover. Na het welkom een heel erg kort moment van stilte voor degenen die nu "op een hemelse CX rijden". En dan de bedankjes voor de organisatie en het team. Nu is dat allemaal goed en zo, maar ik wil toch graag weten welke prijs voor wie is. Natuurlijk is er een prijs voor het beste team bij het "bierkiste rennen", de kratjes race, en ook de beide jeugdteams worden heel even in het helaas nog steeds afwezige zonnetje gezet.

Er is een prijs voor de jongste CX-er, nauwelijks 18, en eentje voor de oudste, die aangeeft 74 te zijn. Ook wordt er opgemerkt dat er een Duitse CX-er is, die al 30 jaar CX rijdt, en tot dit jaar nooit van Vechta, of een CX-club in de buurt had gehoord. Een ander opmerkelijk feit is dat van een motorrijder die al 10 jaar lang naar Vechta komt, en nog steeds met dezelfde banden onder de motor. Maar hier zijn geen prijzen voor. Waarvoor dan wel?

 het beste team
... het beste team ...

buitengewone 'Verkleidung'
... buitengewone 'Verkleidung' ...

De organisatie heeft besloten een prijs toe te kennen aan de meest buitengewone 'Verkleidung', de opmerkelijkste aankleding. Die prijs gaat naar, hoe is het mogelijk, Jan vd G., dezelfde die op een CX met 1 werkende cilinder naar Vechta is gekomen. Fijntjes word het mosrandje onder zijn kuipscherm aangewezen. Een CX met begroeiing.......

Een andere prijs is voor de meest opvallende motorfiets. En welke zou dat nou zijn? Geen twijfel mogelijk, het is de 'rat' van Werner, Hij krijgt van de organisatie een sleutelhanger die hij vast nog niet heeft, met de tekst "remove before flight". Maar daar vergissen de Duitsers zich in, want na eventjes zoeken komt Werner tevoorschijn met een sleutelhanger met precies dezelfde tekst..........

De allermooiste CX, dat wordt er eentje uit Denenmarken. Chroom, chroom en chroom blinkt je tegemoet. Op de vraag hoe hij de tijd vindt om dat alles te poetsen zegt de Deen: "Ich bin verheiratet", wat natuurlijk voor verschillende interpretaties open staat .

meest opvallende motorfiets
... meest opvallende motorfiets ...

chroom, chroom en chroom
... chroom, chroom en chroom ...

En dan is het al bijna negen uur als de spreker ons nog een gezellige avond en voor de volgende ochtend een goede thuisreis toewenst. Het podium wordt overgedragen aan een zanger, die heel niet onaardig Ierse volksliedjes ten gehore brengt. Het is een internationale avond bedenk ik, met Nederlanders, Fransen, Zweden en een een Deen die naar Ierse liedjes luisteren op een Duits treffen met Japanse motoren.

Het wordt wel koud, en da's niet fijn. De kring mensen dicht om het kampvuur blokkeert effectief de warmte-straling, en ik denk dat dat nog wel even zo zal blijven. Zou Beus........

Beus zit met Theo van D. en Arno in de voortent van de 'beusmobiel' met een flinke camping kachel de koude te verdrijven. En ik mag erbij komen, want hoe meer zielen, hoe minder deugd of zo iets. Waar anderen een biertje doen, doe ik een cola-tje, en zo al pratend over van alles en vooral nog wat gaat de tijd voorbij. Theo verteld dat hij de terugrit vanaf de Dümmersee erg leuk had gevonden, en eerst achteraan, dan meer naar voren, en dan bijna vooraan had gereden in de stoet. Daar kijk ik eerlijk gezegd wel van op, want het is de gewoonte om in zo'n toerrit niet van plek te veranderen, dat geeft alleen maar onrust.

Kaithlyn komt goedennacht zeggen, en dat lijkt me ook wel een goed plan. Ik neem afscheid van de Beus en zijn gasten, ga bij het kampvuur langs om ook daar een welterusten aan diverse mensen te brengen, vul de kruik met goed warm water, en duik, met de warme kruik, de tent en de slaapzak in. En val prompt in slaap.





Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Terug naar de Motorpagina