Vechta 2025 - Dag 1 - Vrijdag |
Alles wat ik nodig dacht te hebben, en een beetje meer, was ingepakt. Omdat ik in Vechta een slaapplek had gereserveerd, een bed op een vierpersoons kamer, ging er niet zoveel mee als andere keren. Geen tent, geen matrasje, geen stoeltje, ik had eigenlijk zelfs de topkoffer niet nodig. Toch werd die wel meegenomen, voor wat grijpklare zaken, waaronder mijn tas met al die zaken die een modern mens nodig heeft, zoals pasjes en een rijbewijs. Ook scchoenen gingen mee, want de hele tijd op motorlaarzem rondlopen is erg vermoeiend. En omdat het erg warm beloofd te worden, ook een fles met koel water. | |
Om acht uur had ik de motor al opgehaald en voor het huis gezet. Opladen gaat makkelijker als de motor lekker dichtbij staat, tenslotte. En om kwart over negen, een half uur voor de tijd van mijn planning, vertrok ik. Heel even leek het erop dat de Honda niet zou aanslaan, maar hij startte min of meer normaal. Een zwaai, en daar ging ik op weg naar dat voorlopig nog verre Vechta. | |
Er was een poging geweest om met de familie Berends mee te rijden, maar omdat de geplande vertrektijden toch wat ver uit elkaar lagen, was daar niets van gekomen. Toch keek ik een beetje naar ze uit toen ik langs de N304 in de richting Otterlo reed. Nee, ik zag geen Volvo, geen motoren, geen CX-en op de afgesproken plek. Doorrrijden dan maar, want ze zouden vast al ver voor me uit zijn. | |
Terwijl de zon langzaam in kracht toenam ging ik er eesn goed voor zitten. De kilometers rolden rustig onder de banden door, het motortje maakte geen bijzondere geluiden, en ja, ik had het best naar mijn zin, zo eerst over de N304, en even later over de A1. Het enige wat me aanvankelijk verbaasde was dat bij de grensovergang bij “ De Poppe ” een file-achtige vertraging van tussen de acht en tien minuten op de TomTom werd weergegeven. Totdat ik me bedacht dat daar wel eens een grenscontrole zou kunnen zijn, waar de Duitse politie op illegale vreemdelingen controleerde. Maar de weg tussen Denekamp en Nordhorn vertoonde in het geheel geen vertraging of opstopping. Zou ik dat doen, of toch niet ? | |
En zodoende week ik van het zorgvuldig opgestelde routeplan af, en ging langs Oldenzaal, naar Denekamp. Jaren geleden was ik daar ook de grens wel overgestoken, toen ik de route via A1 en afslag Gildenhaus, richting Nordhorn, nog niet bekeken had. Via Denekamp naar Nordhorn vond ik wat minder prettig rijden, maar nu, met die vertraging voor de grens, was die weg weer een stuk aantrekkelijker. | |
Voorbij de grens werd de rondweg om Nordhorn gevolgd. En voorbij Nordhorn, nabij Klausheide, was de plek waar ik wilde gaan tanken, en ook, al was het wat vroeg, een kleine lunch gaan pakken. Juist, daar was het beoogde tankstation. De motor werd naast de pomp gezet, en afgetankt voor de verdere reis. Binnen was het heerlijk koel, en koffie en een broodje waren er ook. Een prettige onderbreking van een prettige reis. | |
Verder maar weer. Tank vol, buikje vol, en “pruttel, pruttel, zwoei...” ACCU LEEG !!? Geen twijfel mogelijk. Na ruim 100 kilometer rijden, met meer dan genoeg tijd om op te laden was de accu van de Deauville weer zo ver ontladen dat er niet meer gestart kon worden. Aanduwen ? Met de CX was dat ooit wel eens gelukt, maar dat was toch een heel andere motor. Nou ja, eerst maar het machien uit de weg zetten, en dan eens gaan denken wat te doen. De Deauville werd op een plekje naast het tankstation geduwd, en het denken nam een aanvang.... | |
![]() ... naast het tankstation ... | |
Mijn hoofd is van het soort wat binnen bekende situaties best redelijk functioneert. Ook minder bekende situaties kan mijn hoofd goed aan. En helemaal in de paniek was ik ook al niet. Maar het nalopen van de diverse openstaande mogelijkheden, en de gevolgen daarvan en wat er dan ook nog kon gebeuren, nee, dat was even niet makkelijk, en kostte wat tijd, en een klein beetje stress. | |
Als eerste werd Joke op de hoogte gesteld. Ja, iets aan de motor kapot, hij start niet. Nee, met mij is alles in orde, ik ga gewoon verder naar Vechta (hoop ik). Toen bedacht ik me dat de Berends' misschien al in Vechta zouden zijn, dat was wel hun planning. Maar Coen nam niet op. Ik liet een berichtje achter of hij mij zo snel mogelijk kon terugbellen. Ook Lieke, met de auto onderweg, kreeg een berichtje. Als de motor niet verder kon, dan was er in elk geval hulp onder telefoon bereik. | |
Contact opnemen met de ANWB ging heel wat moeilijker. In plaats dat ik een echt mens aan de telefoon kreeg, werd ik doorverwezen naar een website, waar ik mijn gegevens maar moest achterlaten. Maar ook al stond 'Locatie Weergeven' aan, het lukte me niet om de computer door te geven waar ik stond. Eindelijk wist ik met een telefoniste van de ANWB in contact te komen. Maar ook het doorgeven van het kenteken was wat lastig. Normaal beheers ik het Navo telefoon alfabet redelijk (wat heel anders is als het Nederlands telefoon alfabet) maar deze keer kwam ik er niet uit: “ Noord – Hufter – Moeilijk –... ” waren niet helemaal de juiste letters. Voor het doorgeven van de locatie had ik de hulp van de juffrouw van het tankstation nodig, en ook toen waren mijn spellingvaardigheden niet optimaal : “ Karl - als in karel op z'n Duits, Braun als in bruin op z'n Duits....” | |
De ANWB beloofde dat ik binnen twee uur teruggebeld zou worden. En als dat niet gebeurde moest ik maar even bellen. Nou ja, twee uur, dat was nog te overzien. Broodjes en koffie, en een toilet waren beschikbaar, binnen draaide de airco, dus het wachten kon een aanvang nemen. Na een half uur werd er teruggebeld. Een Duits sprekende meneer (ja, logisch, in Duitsland) vertelde me dat ze binnen anderhalf uur er zouden zijn, en of ik maar bij het voertuig wilde blijven. Nou ja, dat wilde ik wel, nog hooguit anderhalf uur, dan is er iemand.... | |
Het wachten werd verkort met nog een broodje, en met het kijken naar de zuil die de benzine prijs aangaf. En volgens mij hanteren ze daar geen dag prijzen, maar half-uur prijzen. Ik zag de prijs voor een liter Super E10 in de tijd dat ik er zat wel drie maal veranderen..... | |
Na iets meer dan een uur zag ik een grote ADAC wagen het terrein van het tankstation oprijden. Snel graaide ik alle spullen bij elkaar, liep naar buiten en begon hevig te zwaaien, zo van ‘Hier moet je zijn !!’ Het zwaaien werd opgemerkt, en de auto parkeerde vlak bij de motor. De bestuurde stapte uit, en na een kennismaking mocht ik uitleggen wat er aan de hand was. Gelukkig had ik een korte samenvatting opgeschreven tijdens het wachten, dus het was redelijk snel uitgelegd. | |
Een booster werd aangesloten, en de NT startte direct. En bij geen booster, niet starten. Met een voltmeter werd wat uitgezocht, en het leek erop dat er voldoende spanning werd opgewekt door de dynamo, maar dat de opgewekte spanning niet in de accu kwam, of bleef zitten. Volgens de ADACer was het niet de dynamo, niet de gelijkrichter, maar de accu zelf, waarschijnlijk kromme platen, begreep ik. De oplossing zou zijn: nieuwe accu. | |
![]() ... de ADAC ... | |
Terwijl ik druk bezig was om kalm te blijven, wat maar gedeeltelijk lukte, wist hij een accu handel in het nabij gelegen Nordhorn te bereiken. Nee, die hadden geen accu voor een motorfiets, maar het beste konden we het proberen bij de BMW motorzaak verderop. Nu zijn mijn ervaringen met onderdelen zo, dat er vrijwel altijd één of twee dagen tussen bestellen en inbouwen zit. En om bij een BMW dealer aan te komen met een Honda, voor een accu, nee, daar had ik weinig vertrouwen in. | |
Met de booster werd de Deauville gestart, en achter de ADAC auto aan reed ik naar die BMW dealer. Dat was een kilometer of tien verder, in de richting waar ik naar toe wilde. Dat viel mee. Maar aan de balie bij Helming & Sohn, de BMW dealer, werd moeilijk gekeken toen de ADACer uitlegde dat we een accu nodig hadden, en nog wel voor een Honda! Toch gingen ze zoeken in het magazijn. | |
![]() ... BMW dealer ... | |
En toen belde Coen. Hij was net in Vechta aangekomen, en zag mijn berichtje. Ik legde de situatie uit, en kreeg de verzekering, dat als de motor niet verder kon, dat ik dan met de auto opgehaald zou worden. Vrijwel tegelijkertijd kwam een BMWer met een accu op de proppen, die wonderbaarlijk genoeg in de Deauville zou passen. Ik lette niet op wat voor een accu het was, want de ADAC man nam afscheid, en die moest ik wel even heel erg bedanken voor zijn hulp. | |
Het was wel spannend, en een klein beetje kwam de paniek opzetten. Met een glaasje water werd ik in de ontvangstruimte gezet, en geen zorgen, we maken het in orde. Korte tijd later kwam een medewerker me ophalen. De accu was ingebouwd, en het enige wat ik nog hoefde te doen was betalen, en dan kon ik weer op weg. De rekening viel mee, en dat was dat. Nu nog op weg. Eerst een appje naar huis : hij doet het weer! Dan een berichtje aan Coen: we rollen weer, ik kom eraan. En dan rustig proberen om TomTom, headset en telefoon weer met elkaar te verbinden, want dat was door alle bellen en toestanden niet meer goed gekoppeld. | |
Rond kwart over drie reed ik weg. Een beetje huiverig nog, want stel je voor dat er iets niet goed is, en de motor uitvalt en niet meer start !! Natuurlijk was dat niet het geval en met elke verreden kilometer nam het vertrouwen ietsjes toe. De motor deed het, alles was in orde. Maar dat niet alles in orde was bleek toen de weg was afgesloten door een politie auto, die dwars over de weg stond. Auto's draaiden om, om een andere weg te zoeken. En wat die auto's konden, kon ik ook met de motor. Iets terug was een zijweg, en daar kon gewoon gereden worden. Een beetje op het gevoel, een beetje op de borden, en op een gegeven moment kwam ik op een rotonde uit die me heel bekend voorkwam. Linksaf, vierde afslag, ik zat weer op de route naar Vechta. | |
Maar een blik op de TomTom liet me weten dat het, via de uitgezette route, toch nog een flinke tijd zou duren. Kon dat niet sneller. En ja, het kon sneller door gewoon voorlopig de borden 'Diepholz' en 'Vechta' te volgen. Hierdoor kwam ik wel op de Autobahn uit, maar ook dat had ik al eerder gedaan. Bovendien leek het vrij rustig op de weg. En zo reed ik met een hogere snelheid dan normaal over de weg, totdat een bord zei dat de volgende afrit 'Vechta' was. En al snel zat ik weer op een bekende weg. Hier naar rechts, wat verderop naar links, dan weer rechts, en daar was de Moorkamp al. | |
De inrit foto liet een ietwat vermoeide motorrijder zien, en dat klopte helemaal. Het was bijna vijf uur, en ik had om half twee willen aankomen. De Deauville werd op het veld voor de overige motoren gezet, en terwijl ik daar mee bezig was kwam Coen er aan. Die had me kennelijk staan opwachten, en was blij dat ik het gehaald had. Welnu, ik was ook blij dat ik het gehaald had. | |
![]() ... vermoeide motorrijder ... | |
Nu eerst maar aanmelden, was mijn gedachte. Het was niet druk bij de aanmeldtent, en na vertoon van de papieren en betaling van twintig euro borg kreeg ik een sleutel, en tot ziens. Het was wel aardig geweest als ze me hadden verteld waar de deur was waar die sleutel zou passen, maar het lukte om de juiste kamer te vinden. Van de vier bedden was er één onderbed al duidelijk bezet, maar de overige bedden waren nog beschikbaar. En het tweede onderbed, zo besloot ik, was voor mij. Helm, tassen en toilettas werden op het bed gelegd, en dat was duidelijk: hier slaap ik. | |
![]() ... hier slaap ik ... | |
Nu mijn slaapplek geregeld was, werd het tijd om rond te gaan kijken, en te zien wie er waren, en dan vooral de Dutch CX-ers te begroeten. Aan de ene kant was een deel van de Nederlanders neergestreken, en ook op het andere veld waren Hollandse stemmen te horen. Terwijl ik zo heen en weer liep tussen treffengangers en motoren, zag ik dat, helaas, Heinz met zijn snackkar niet aanwezig was. Toch, een mens moet wat eten, dus haalde ik een frietje met een broodje bij Meyers Grillhaus. Het was allemaal wel te eten, maar ik kon toch een verschil merken tussen de vroegere snackkar, en deze van meneer Meyers. Jammer, maar helaas. | |
Lieke en Coen vertelden me dat ze wegens technische dingen toch later dan negen uur uit Ede waren vertrokken. Eigenlijk had ik ze bij de N304 moeten zien staan, zeiden ze. En ook, dat als Lieke tijdens de reis haar telefoon had kunnen checken, dan had ze mijn bericht gezien en zou ze langs het tankstation gereden zijn waar ik op de ADAC stond te wachtten. | |
Het verhaal van mijn avonturen had de ronde gedaan, dat was wel duidelijk. Maar wat voor accu had ik dan gekregen, vroeg men zich af. En ik had er geen idee van, en de accu uitbouwen vond ik even geen goed idee. Totdat ik het bonnetje van de BMW dealer goed bekeek, want daar stond het type nummer op: AGM Batterie LTX9. Degenen die er meer verstand van hadden dan ik waren van mening dat het een goede accu was, en dat de prijs een stuk lager was dan ik in Nederland voor zo'n accu zou moeten betalen. | |
Rond half tien maakte ik een ronde over het terrein om te tellen hoeveel CX/GL motoren er waren, en hoeveel overigen. De meest motoren stonde op de twee grote parkeervlakken, maar ook waren er nog veel die bij tent of caravan / aanhanger stonden. In totaal kwam ik uit op 96 CX/GL en 48 overigen. Weer minder CX/GL dan de voorgaande keer. Maar niet alleen de CX werd ouder, ook de bestuurders.... | |
Terwijl de band van de avond ‘ Young and Grey ’ luide rockmuziek ten gehore bracht vond ik het tijd om de kamer weer op te gaan zoeken, en de douche daar goed te gaan gebruiken. Het zweet en de spanning van de dag kleefden nog aan me. Om tien uur lag ik, wat onwennig, in het vreemde bed, en niet heel veel later sliep ik .... | |
![]() ... Young and Grey ... |