Terug naar de Motor-pagina
Vorig - Problemen onderweg
Vervolg - Einde van een Reis

2 mei 2010

Santiago - Mt.St.Michel

...one man, scorned and covered with scars...

Het wakker worden gaat best goed, ook al heeft deze zondag een koud begin. En wat in Ede een handige manier van opbergen leek, met alle zakjes met thee en koffie en dergelijke in de vakken van de kuip op de motor, is, merk ik nu voor op tweede dag, helemaal niet handig. Om koffie of thee te maken moet ik nu eerst de tent uit. Maar goed, er komt vast wel een moment om dat om te pakken. Terwijl de dompelaar voor het warme water zorgt, knabbel ik op de stokbroodjes van de vorige avond. En als de (oplos) koffie klaar is, lees ik nog wat verder in de verbazingwekkende avonturen van Alice, half ingepakt in de nog zo lekker warme slaapzak.

Dan is er telefoon, Joke. Hoe het gaat, waar de route heen gaat, en dergelijke. Ik voel me een beetje schuldig dat ik zo mijn tijd zit te verlummelen, en besluit om na het telefoontje de boel maar weer eens in te pakken, en langzaamaan op weg te gaan. Het inpakken gaat al wat beter, ik krijg een beetje het gevoel dat alles toch de juiste plek aan het vinden is. Om 09:00 staat de motor opgepakt, heb ik voor het handje afval ergens een afvalbak gevonden, en is het pak aan, de oordopjes in. Op weg maar weer, naar de invasie stranden en Mont Saint Michel.

De dag begint droog. Bernieres-sur-Mer uit, en naar Courselles-sur-Mer. Het noordelijke gedeelte van Juno Beach heb ik gisteren al gezien, de plaats waar de Canadezen de bevrijding van Europa inzetten. Nu de volgende bij Courselles-sur-Mer. Dit is het zuidelijke gedeelte van Juno Beach. Ook hier staat een monument, maar in tegenstelling tot andere memoreert dit monument aan het feit dat Charles de Gaulle hier een week na D-Day weer voet op Franse bodem zette.

Verder rijdend, richting Arromanches, waar ik de restanten van de beroemde en zo belangrijke Mulberry-haven wil zien. Ik kom door Paisty-Vert, waar merkwaardig genoeg niets aan de D-Day landingen herinnert. Even later, op weg naar Asnelles passeer ik een wandelaar, rugzak, slaapmat, alles op de rug mee, en op de een of andere manier straalt deze man gewoon “voettocht naar Santiago” uit. Ik stop niet, en heb daar achteraf wel spijt van, maar krijg al gauw weer een ander probleem. Net als gisteren begint de motor te sputteren, net als gisteren slaat de motor af, ondanks dat er nog genoeg in de reserve moet zitten. En net als gisteren sta ik nu langs de kant van de weg. Maar gisteren was het uiteindelijk over, nadat ik de motor even naar links en naar rechts had geschud. En nu?

Het blijft een zwaar geval, zo'n hoog opgebouwde en zwaar bepakte motor, maar toch schud ik de zaak wat heel en weer, en dan probeer ik het opnieuw. Startknop, even volhouden, en..... ja hoor, hij doet het weer. Er is duidelijk iets aan de hand met de reserve stand van de benzine kraan. Maar weer is het nu van belang om snel een tankstation te vinden.

Niet al te ver weg is Asnelles. Ook hier zijn ze duidelijk ingesteld op het levend houden van de herinnering aan D-Day. Jeeps, grote borden, maar k zie geen tankstation. Dan maar vragen. Ik wenk een passerende Fransman, wijs op de tank van de motor, geef met duim en wijsvinger aan dat er nog maar heel weinig is de tank zit en zeg in mijn beste Frans (stelt niet zoveel voor, maar toch) 'essance'. En zo weet ik vrij snel de bedoeling duidelijk te maken, want hij lacht even, ratelt in het Frans een paar zinnen en wijst naar achter. Waar de twee jeeps staan is ook een benzine station, zie ik nu. Met een 'Merci' draai ik om, en rij naar de pomp, wat duidelijke beter is als naar de pomp lopen. Is 'tie open of niet? Ja, hij is open, en kent nog wat Engels ook. Maar gloeiende, gloeiende, gloeiende..... wat is de benzine hier duur !!! merk ik bij het afrekenen. Nee, dat kan vast wel beter. Maar in elk geval is de tank weer vol. Volgende punt, Arromanches. Zo ver hoef ik niet te gaan, want in Le Hamel zijn ook delen van de Mulberry haven te zien.


... jeeps en benzine station ...

Grote blokken oud beton rijzen op uit de golven waar ze al meer dan vijfenzestig jaar liggen, stille getuigen van een groots opgezet plan om Europa te bevrijden van Nazi-Duitsland. Tienduizenden soldaten en ontelbare tonnen goederen zijn over deze betonnen noodhavens aan land gekomen. En even denk ik aan al die duizenden die niet zijn teruggekeerd naar huis. Niet alleen de Amerikanen, Canadezen en Engelsen, de bevrijders, die nu als helden worden herdacht, maar ook de bezetters, de gewone Duitse soldaten, die net als de anderen gewone vaders en broers en zonen waren.


... grote blokken oud beton ...

Nu ik bij Le Hamel ben geweest hoef ik niet zo nodig ook nog eens bij Arromanches aan het strand te staan. Verder rijdend kom ik bovenaan de 40 meter hoge kliffen nog een herdenkings museum tegen, maar ook een monument voor de gevallenen. In gedachten neem ik mijn pet af. Een bocht naar beneden, dan het plaatsje Arromanches zelf, en dan verder, naar Omaha Beach.

Maar dat gaat een beetje fout. De TomTom vind dat ik in Sainte-Honorine-des-Pertes rechtsaf moet, maar het bordje zegt: Verboden in te rijden, eenrichtings verkeer. Dan maar niet, maar dan zal de rest van de route ook even aangepast moeten worden, omdat TomTom me anders steeds terug zal sturen, om het eerstvolgende route-punt te vinden. Dus verwijder ik een aantal route punten uit de planning, geef een nieuwe opdracht 'Mont Saint Michel' kortste route, en ga weer op pad. Naar later blijkt mis ik daardoor het grote Amerikaanse oorlogskerkhof, wat wel jammer is, want indrukwekkend, maar dat is achteraf gepraat. Nu ga ik op weg, mis de eerste drie zijweggetjes naar links, maar vind dan toch de vierde.

Deze weggetjes zijn leuk, avontuurlijk en brengen me door het Franse platteland op een onnavolgbare manier. Het enige vervelende is dat het zachtjes begint te regenen. En dat haalt toch het topje van het plezier af. De weg gaat door bossen, langs laantjes, waar de metershoge bermen zijn bekroond met metershoge struiken, waar het wegdek steeds minder en minder wordt en de weg steeds smaller en smaller. Totdat plotseling er een grotere weg is, om amper een kilometer verder weer, na een TomTom afslag naar links of rechts, weer onder te duiken in een amper herkenbaar, maar o zo avontuurlijk kronkelend weggetje waar kilometers lang geen huis te zien is, en nooit een tegenligger komt.

In een bushokje, langs één van de wat grotere wegen, trek ik toch even de regenjas aan. Want het miezerregentje wordt af en toe een flinke bui, kort maar hevig, om daarna weer dreigend af te zwakken tot een druppeltje wat de moeite niet waard is. Ik kom door een plaatsje Manderville, wat op deze zondag morgen totaal uitgestorven lijkt. Maar ik stap even af, even een slokje water, even een foto momentje, en dan weer over die fantastische Franse binnenwegen. Snel? Nee, het gaat niet snel, maar het is wel hartstikke fun.


... Manderville ...

Ergens passeer ik Saint Lo, ergens steek ik de weg naar Courtanges over, maar ik kan niet navertellen waar dat dan gebeurde. En maakt het wat uit? Nee, want dit is heerlijk rijden zo. De zon laat zich steeds meer en meer zien, het is niet echt koud, en de omgeving is prachtig.

Een flink aantal kilometers voor Mont Saint Michel, terwijl de zon tussen de bladeren van de bomen schijnt en het leven op de motor goed is, is er ineens een helling van een 8% of 10% of zo. Afremmen op de motor wordt aanbevolen, dus het zal best wat wezen. De hoge berm en de bomen ontnemen me het gezicht op de weg, maar goed, we hebben al meer bochten en hellingen gedaan. Maar als ik door de bocht heen ben is daar een adembenemend uitzicht. Verweg, flink wat lager als dat ik nu ben, ligt een stad, ik gok dat het Avranches is, en daar achter, nog verder in de mistige verten van de zonovergoten baai, een silhouet wat bekend is van internet: Mont Saint Michel.

Hoewel het langzaamaan tijd wordt om even te pauzeren rij ik door, bordjes naar Mt.St. Michel volgend, de weg die ik op Google Earth al eens heb verkend. Steeds groter wordt de berg met de Abdij, soms door een bos gedeeltelijk aan het oog onttrokken, soms duidelijk zichtbaar over vlakke weilanden heen. Bij het begin van de toegangsweg naar Mont Saint Michel is een compleet dorp met hotels, restaurants en dergelijke opgebouwd. Dat is voor later. Nu eerst stuur ik mijn motor over de dam die het voormalige eiland met de kust verbind. Is het door ingrijpen van de mens, met deze dam, of door natuurlijke omstandigheden dat er nu tot aan de voet van de berg droge grond is? De begroeiing lijkt een beetje op de Mokbaai of de Slufter op Texel, waar de zee ook zeer zelden toegang heeft. Op een gegeven moment kan ik niet verder naar de berg toe, en wordt ik de parkeerplaats opgestuurd. Ik heb er hoegenaamd geen zin in om te voet die berg verder te bekijken, want ik wil ergens wat gaan eten. Aan de parkeerwachter vraag ik naar de uitgang, en dan mag ik zonder te betalen over het parkeerterrein naar de uitgang rijden. Weer op de dam aangekomen kan ik het niet laten. Ik moet een foto van mij bij de berg hebben. Met de camera in de hand wenk ik een passerende toerist, die meteen snapt wat de bedoeling is. Een foto van een zeer vermoeide, maar toch wel tevreden Hans bij de Mont Saint Michel is het resultaat.


... bij de Mont St. Michel ...

Weg van de berg vind ik in het restaurantjes-dorp een plekje uit de wind waar ik de CX kan neerzetten, en vlak daarbij een 'Salon de The' waar vast wel wat te eten te krijgen is. Ik ken genoeg Frans om duidelijk te maken welk broodje ik wil, en welke thee, en zo heb ik een lekkere lunch bij elkaar.

Een Nederlands gezelschap wat een paar minuten later binnenkomt heeft er wat meer moeite mee, want hoe hard ze ook roepen, 'stokbrood met ham en kaas' de Fransen snappen er niets van. Maar in het land der blinden is eenoog koning, zeggen ze, en dus wendt ik mijn kennis van de Franse taal aan om te vertalen: 'Jambon avec Fromage' en dat snappen ze aan de Franse kant weer wel. Maar het is duidelijk te merken dan de Nederlanders het maar belachelijk vinden dat die Fransen geen Nederlands verstaan........
De zon schijnt nog steeds als ik naar Vitré vertrek. Eerst nog even tanken, en dan een telefoontje naar Jean-Yves dat ik onderweg ben. Al heel gauw is de Mont Saint Michel verdwenen achter het golvende landschap, en rustig tour ik naar Vitré. Tijd zat, geen haast, prima zo. In Vitré is de weg niet helemaal duidelijk, en TomTom stuurt me een rondje om de kerk, voordat ik besluit om iets anders te rijden. Dan wordt het ook TomTom weer duidelijk, en sta ik een paar minuten later voor de deur van nummer 19. Jean-Yves doet open, en de motor wordt achter het huis gereden, op een miniem binnenplaatsje. Dat kost nog even moeite, want de CX moet tussen een muurtje en een grote tafelvoetbal-tafel door, waarbij de bepakking achterop de motor bijna omver laat tuimelen, maar hij staat in elk geval veilig. Hoe ik hem er straks uit krijg is een ander verhaal, maar dat zien we dan wel weer.

Ik ben veel vroeger dan verwacht, en ondanks de regen die plotseling boven het stadje losbarst gaan we toch even de stad bekijken. Jean-Yves is een goede gids, die me alle bijzonderheden van Vitré en omgeving weet te vertellen. Ook wijst hij me een aantal grote bronzen plakkaten aan, die in de weg zijn ingeslagen: De pelgims-staf van Santiago, met de Mont Saint Michel op de achtergrond. Ik ben op de weg naar Santiago.......


... de weg naar Santiago ...

Vitré is een oude stad, waarvan de sporen van de geschiedenis zichtbaar zijn, in de oude binnenstad, in de goed bewaarde vestingswallen, waar metersdikke muren nog steeds staan, getuigen van een roerig verleden. Jean-Yves verteld me dat Vitré één van die vier grensvestingen was, om het achterliggende land te verdedigen tegen invallen vanuit Bretagne. Twee van de anderen waren Fougeres, en Chateaubriant (de vierde ben ik vergeten).


... oude stad ...


... vestingwallen ...

Terug in het huis bekijk ik de route voor de volgende dag. Over de snelweg, dat was het idee. Maar het is, zelfs over de snelweg, een grote afstand. Maar het hotel waar ik een kamer heb staat te wachten, en afspraak is afspraak dus ik moet daarheen. Toch heb ik helemaal geen zin in een dag Franse snelweg, en Franse tolweg. Binnendoor zou nog kunnen maar dan ben ik minstens 7 en een half uur onderweg, rustpauzes niet meegerekend. Als ik dan om half negen vertrek, ben ik niet voor 5 uur 's avonds daar, en waarschijnlijk veel en veel later, eerder zeven of acht uur 's avonds. Ik laat het heel even rusten, misschien is er een andere oplossing.

Om ongeveer acht uur wordt er gegeten. Laat voor Nederlandse begrippen, maar ja, je bent in Frankrijk, nietwaar? En plotseling, als iedereen van het gezin over en weer zit te praten, er een ontspannen sfeer onderling heerst, plotseling ben ik alleen, valt er een stuk eenzaamheid op me. En ik kan niet weg. De motor staat hier achter, en is niet weg te krijgen, mijn spullen liggen her-en-der, ik moet morgen zoveel kilometers rijden, hoe moet dat nu......
Een steeds sterker wordend gevoel van onrust en onbehagen bekruipt me. Om de een of andere reden lukt het niet meer om een rustpuntje te vinden, is er niets meer wat me terug kan brengen naar een plekje waar ik mijn mogelijkheden kan overzien. Ik moet morgen verder, ik ben pas drie dagen onderweg, en zoveel mensen hebben me gesteund, en steunen me nog steeds, ik moet verder. Maar hoe kom ik ooit morgen bij dat hotel uit? Acht uur rijden door, en ik kijk naar buiten waar een zware regenbui tegen de ramen slaat, door dergelijk weer? Onmogelijk, dat gaat niet........

Een belletje naar diverse mensen helpt ook niet echt. Mijn hoofd werkt nu niet meer, ik kan geen oplossingen bedenken en het enige wat misschien helpt is gaan slapen. Dat doe ik dan ook maar, maar ik weet, de volgende morgen moet er een besluit genomen worden, moet ik weten wat ik doen ga...........





Vorig - Problemen onderweg
Vervolg - Einde van een Reis