Terug naar de Motor-pagina
Vorig - Technische problemen met een GL500 Silverwing -
Volgende - Over de Pyreneeën -




Naar Saint Hilaire-de-Lusignan

Dinsdag 8 Mei

Wakker worden in een echt bed, met beneden een echte keuken waar we een echt ontbijt kunnen maken, met gekookte eitjes, lekker brood, melk en wat dies meer zij is geweldig. Dat het buiten regent is wel een tegenvaller, maar slechts een kleine tegenvaller. Terwijl de anderen na het ontbijt buiten een rookpauze nemen volg ik even de aandrang van de innerlijke mens. Dan ineens geroep van 'Hans, kom gauw kijken, kijk nou eens!' Het duurt even een minuutje, maar dan sta ik ook buiten. En daar staat, breed lachend, Mike, en achter hem, naast onze drie motoren staat een vierde, de Silverwing van Nick. Mike is vroeg opgestaan, en heeft in een anderhalf uur tijd de GL weer helemaal opgebouwd, afgesteld en keurig rijklaar gemaakt. De proefrit was naar ons overnachtings adres.

Mike
... daar staat Mike ...

We staan alle vier perplex. Misschien dat je zoiets in een boek tegenkomt, of in een film, maar dit, in het echte leven? Het is ongelofelijk, maar waar. We laden de spullen op de motoren, Mike wordt opgehaald door zijn zoon Ben, en we volgen de auto naar Mike's huis.

Daar wordt een laatste controle uitgevoerd, de laatste puntjes nagekeken, en, ook niet onbelangrijk, de rekening aan Nick overhandigd. Ik krijg nog een half litertje olie in de 'Rode Rakker' en dan kunnen we weer op weg, zonder noemenswaardig tijdverlies. Ongelofelijk.

We volgen de TomTom, die ons naar de bewoonde wereld terug brengt. Via links en rechts draaiende bochtjes, wordt het wegdek steeds beter, en uiteindelijk, op de D911, is er goed asfalt onder de banden. De D911 eindigt op de N10, een Route Nationale. Hier mag er 110 gereden worden. Maar het is nat, het regent, en het opspattende water ontneemt me een groot deel van het zicht. Toch, als de andere gas geven, moet ik mee met het inhalen. Ook in bochten gaat het inhalen gewoon door, met 110-120 worden vrachtwagens ingehaald. Ikzelf zou heel wat rustiger gereden hebben, zeker met dit slechte weer. Aan de andere kant, we schieten wel op, een afstand van ongeveer 50 kilometer over deze weg.

In Deviat stoppen we even. Het is nu droog, en dat moeten we even uitbuiten. Op het plein voor het gemeentehuis stoppen we. Als ik afstap merk ik hoeveel water er zich in mijn linkerlaars heeft verzameld. Laars uit, sok uit, sok droog wringen, en de laars onderste boven houden. En dat laatste geeft natuurlijk een raar effect als het water er in een straaltje uit loopt.

Terwijl wij daar zo op het dorpspleintje zitten komt er een man naar ons toe. Het blijkt de burgemeester van het dorpje te zijn, en hij komt even kennismaken. Helaas, hij spreekt geen Engels, wij te weinig Frans. Jammer, had best leuk kunnen worden.

Nadat we min of meer droog zijn, en de sigaretten opgerookt zijn, stappen we weer op. Naar Saint Hilaire is het nog ver. We zoeken en vinden de A21, de route national naar Agen. Dat is de snelste manier om in St. Hilaire te komen. Maar al die kilometertjes kosten wel benzine, en weer moet er gezocht worden naar een tankstation. Volgens de TomTom moet er eentje in de buurt zijn, weet ik, als we langs Castillones rijden, een plaatsje gebouwd op een heuvel. De eerste pomp is niet te vinden, maar de tweede is niet te missen. We rijden het pleintje op en beginnen te tanken. Achter me komt een Harley rijder staan. Niets aan de hand, maar een paar minuten later staan er acht, negen Harleys. Nog steeds niks aan de hand, ook een Harley-Davidson moet welk eens tanken. En weer hoor ik, nu in het Engels, iemand zeggen, wijzend op mijn motor: 'zo een heb ik ook gehad'.

tanken
... tanken ...

Na de Harleys komt er ook een zijspan het plein opgereden. Het is een Duitser met een Pan-European, op weg naar.... juist, Santiago de Compostela. Vrouw in het bakje en hij stevig door blazen, flink snel over de wegen in Duitsland en Frankrijk. Hij was pas gisterochtend vertrokken.......

Het duurt nog een flinke tijd voordat we Agen bereiken. Vanaf daar is het nog eventjes naar de camping, maar als we er dan ook zijn, zijn we er ook. We worden hartelijk ontvangen, hebben keuze uit welke plaats we willen, en kom straks maar even inschrijven.

De tenten worden opgezet, de natte spullen te drogen gehangen over de motoren, en dan gaan we kijken of er wat te eten en te drinken geregeld kan worden. Nou kan dat eigenlijk niet, want officieel is de bar dicht, maar toch worden er een paar flinke bekers bier op tafel gezet, met natuurlijk de onvermijdelijke cola voor mij. Ook het eten is wat moeilijk, maar er is 'pizza to go' en dat mogen we ook aan de tafels voor de receptie opeten. Een tweede biertje, met een tweede cola erbij, en het leven lijkt toch wel weer wat zonniger te zijn. Ook de campingkatten komen kennis maken, en maken van de gelegenheid gebruik om stukjes van de pizza van ons af te bedelen.

pizza
... pizza, biertje ...

Die avond heb ik last van 'ik wou dat ik thuis was' gevoelens en gedachten. Is het heimwee? Kan natuurlijk. Ik vertel het de anderen. De avond gaat verder in een redelijke rust voorbij, al zakt Nick door zijn stoel, dit ter vermeerdering van de feestvreugde. Mike vraagt per SMS nog even hoe de dag verlopen was, en Nick en ik geven ieder afzonderlijk een antwoord. 'Bike fine', 'Head not so fine' is de samenvatting van de berichtjes. Ik kruip vrij vroeg de slaapzak in, daarbij nog even denkend aan de vorige avond, in dat ontzettend gastvrije huis van Mike en Annette. En dan val ik in een heel diepe slaap.





Vorig - Technische problemen met een GL500 Silverwing -
Volgende - Over de Pyreneeën -