Terug naar de Motorpagina


Vechta 2007 , dag 1


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


In Apeldoorn is Henk is net bezig de laatste hand aan de CX en camera te leggen. Henk's idee is om onderweg, vanaf de rijdende motor, aan aantal foto's te maken. Dan is dat ook klaar, en de TomTom wordt aangesloten, en we vertrekken. Nog geen tweehonderd meter verder stopt Henk. Niergordel vergeten. We gaan terug, en een paar minuten later gaan we weer op weg. Poging twee.

Vermijd de snelwegen, was Henk's opdracht aan de TomTom. Dat deed 'ie keurig. Maar nog voordat we een kwartier verder zijn staan we vast, in een file die wacht totdat de voorste auto eindelijk opschiet. Maar dat is een vuilniswagen die de vuilnisbakken leegt. Dus dat schiet niet echt op. Eindelijk, de vuilniswagen slaat af, en wij rijden verder, Zutphen in. In Zutphen is men, zoals overal in Nederland, bezig met de weg te vernieuwen, De TomTom, uit voorzorg vast geladen met Duitse kaarten, kan niet goed herberekenen, dus draaien we op een gegeven moment een weg in, en kunnen niet verder. Eenrichtingsverkeer. Ik kijk eens rond. Henk heeft geen idee waar hij heen moet, en de TomTom ook niet. Ik wel. Mijn gevoel zegt : terug, rechts, rechts, en dan komen we goed. En niet voor de eerste keer heeft het gevoel het bij het juiste eind. Ook Henk's TomTom weet nu weer waar we zijn. In een redelijk tempo word de weg vervolgd. Lochem, Goor, Delden, Hengelo. Zo komen om we 11:15 bij Denekamp. Tijd om de Rakker te tanken, en zelf lust ik ook wel wat. De CX van Henk verbruikt een hoop minder dan de mijne, want 1:20 of beter haalt mijn motor niet. Ik gooi de tank van de Rakker vol, en daarna besluiten we om iets te gaan drinken, bij de "Wubbenhof". Eerst parkeren we de motoren, en daarna onszelf in de schaduw. Even bijkomen.


... in de schaduw ...

Na koffie, en voor mij een broodje willen we weer verder. Dan blijkt dat het beugeltje, waarmee Henk's TomTom oortelefoontje aan zijn oor hangt, weg is. Terras en parkeerplaats worden afgezocht. ( "pardon mevrouw, mogen we even onder uw stoel kijken ?") , maar niets. Henk zegt dat hij alleen hier zijn helm heeft afgezet, maar dan krijg ik een inval. Vlug rij ik naar het tankstation waar ik getankt heb, amper 150 meter verder. Op de plaats waar Henk op mij heeft staan wachten ligt een klein zwart dingetje : de beugel. Hier had Henk zijn helm ook afgezet, en hier was het beugeltje gevallen, om netjes te wachten tot ik het vond.

Verder gaat het weer, en bij Nordhorn rijden we Duitsland binnen. De TomTom volgde de route die ik ook had bedacht, maar Henk rijd wat harder dan ik zou willen. Twee, driemaal ziet Henk een mogelijkheid tot inhalen, die ik niet zie, of die ik niet aandurf. Dat heeft natuurlijk tot gevolg dat Henk op een gegeven moment vóór een vrachtauto rijd, en ik erachter. Linge, Freren, en het landschap, bezaaid met kleine dorpjes, prachtige bossen en akkers met wuivend graan begint al iets bekends te krijgen. Totdat ik het doorkrijg. Dit stuk Duitsland lijkt verdacht veel op onze eigen, zo knusse Achterhoek. Alleen de schaal is groter. De heuvels glooiden langer, de dalen zijn iets dieper, en de bossen eindelozer. Vlak bij Fürstenau een ander opmerkelijk uitzicht. De huizen van het stadje zijn als door dezelfde architect ontworpen, een eenheid, terwijl elk huis toch een eigen identiteit lijkt te hebben. Geen 'eenheidsbouw' maar verschillende stijlen, verschillende huizen met dezelfde steensoort, dezelfde dakbedekking.

In plaats van de omleiding te volgen, volgt Henk de TomTom. Totdat de weg is afgezet. We pauzeren, drinken wat water, en overleggen. Centrum in en rechtsaf, gok ik. Binnen twee tellen geeft TomTom me gelijk. We rijden verder, Ankum, Bersenbrück, steeds maar in dezelfde richting : Diepholz. Maar dan is het ineens afgelopen met die rustige weg, de 214. Binnen vijf tellen ben ik het spoor bijster. Henk en TomTom leidden me, naar mijn gevoel, het achterland in, en hoe heet het hier nu weer ? Dinklage ? Ergens heb ik dat op de kaart gezien. Ondertussen zijn we al in "Landeskreis Vechta" aangeland, en meer en meer auto's komen we tegen met 'vec' als eerste letters van het kenteken. Vechta wordt aangegeven, we komen dicht in de buurt.

Dan stopt Henk plotseling. TomTom geeft aan dat we aan de verkeerde kant van de stad uitkomen, en stuurt ons terug. TomTom leid, Henk en ik volgen. Maar wat gebeurt er? Dit naambord ken ik wel, van de kaart die ik wel honderd keer heb bestudeerd. Bakum ? Dat is helemaal niet goed ! Ik probeer Henk's aandacht te trekken, en dat lukt. We overleggen. "Waar verd... zijn we?" vraag ik, "we zitten hartstikke fout !" Maar TomTom houd vol : nog 4.7 km, tot aan het doel. Ik leg me er bij neer. Maar als dat ding over 5 km nog niet bij het treffen voor de poort staat, dan... Dan schakelen we over op HansHans, besluit ik.

Henk stopt, ergens midden in het niets. We kijken rond "Hier moet het zijn, de Achterkamp" zegt Henk. Soms werkt mijn hoofd wat traag, dat is waar. Maar we zijn niet waar we zijn moeten, en die gedachte verdringt een andere. Ik ben niet boos, maar wel een beetje razend. "We zitten fout!" zeg ik, "Ik weet waar we zijn moeten, rij maar achter me aan" Ik draai, en geef gas. In mijn spiegel let ik op Henk. Maar die komt niet. Sterker nog, als ik weer terug rij is hij verdwenen. "Gloeiende, gloeiende.....". Nu rondkijken, en even rust. Waar is die kerel nou gebleven ? Een zijweg ? Ja, die is er, en die heet "Achterkamp" zoals zoveel weggetjes in Nederland. Maar hier ben ik in Duitsland, op zoek naar de...

Dan breekt het door: we zitten goed, maar ook hartstikke fout. Eerste punt nu is Henk zoeken. Ik rij op een ingeving en de CX de Achterkamp in. En ja hoor, daar komt Henk me tegemoet. We stoppen naast elkaar "Ja, ik dacht dat het misschien verderop was" verklaart Henk. "Maar wat heb je ingegeven," vraag ik, "Achterkamp of Moorkamp ?" Op de een of andere manier had Henk zich vergist bij het opgeven van de bestemming. Moorkamp blijkt 14,7 km verderop, dat wil zeggen terug, te zijn.

Eindelijk, na een flinke omweg komen we dan bij een bordje "CX-tref". Linksaf, en rechts, waar al meer motoren rijden. Dan de ingang van het BdkJ-jugendhof. We zijn er. Eindelijk.

... inrit-foto ...

Eerst de verplichte inrit-foto. Hoezo, helm af? Ik heb tot aan hier met helm op gereden, zo kom ik aan! Maar er is geen ontkomen aan, de helm moet af. Dan lachen, wan... maar nee, de polaroid is op. Dus nogmaals lachen, want je moet er mooi op staan. Motor parkeren op het gras, op de CX-parkeerplek. Dan inschrijven. Waar en hoe ? Henk wijst me de weg. Bij een jongeman betaal ik en schrijf naam en adres op. In ruil daarvoor ontvang ik een intreebewijsje, en twee bonnetjes voor het ontbijt. Henk bestaat al in de computer van de organisatie, maar daar is wat verwarring over de manier waarop zijn e-mail adres geschreven moet worden. Als Henk even later ook heeft betaald, en zijn bonnetjes heeft ontvangen willen we weglopen. Maar dat gaat zomaar niet! Het meisje, wat de plaats van de jongeman heeft ingenomen wil dat ik ook betaal, anders mag ik niet mee. Als ik laat zien dat ik al een entreekaartje heb, is het wel in orde, alhoewel ik het gevoel heb dat ze het voor geen meter vertrouwd : rare jongens, die Duitsers.

Waar o waar is de Nederlandse delegatie, voorzover aanwezig. Ik heb, natuurlijk, geen flauw idee waar ik moet zoeken. Maar Henk loopt op een plek af, en daar wordt in elk geval Nederlands gesproken. Nou ja, gesproken. Het blijkt Werner te zijn, die luidkeels van zijn onvrede blijk geeft, nu de organisatie van het treffen hem eerst wel toestemming voor een plek, maar de brandweer hem later geen toestemming voor die plek voor zijn tent heeft gegeven. Ik zoek een plekje voor de tent, en besluit de eerstvolgende plek in het rijtje, naast een groene tent, te claimen. Met de hulp van mijn handschoenen en helm geef ik aan welke ruimte ik nodig denk te hebben.

Het volgende punt is de spullen ophalen. De aangekondigde kruiwagens zijn in geen velden of wegen te bekennen, dus de tent wordt op de schouders genomen. Het lijkt heel wat, dat pak op mijn nek, maar de helft daarvan is slaapmat. Ik plof het pak op het gras en begin met opzetten. De grond is op 5 cm diepte nogal hard, maar met behulp van Henks's kampeerhamertje lukt het toch vrij aardig de haringen de grond in te slaan. Na een 30 tot 45 minuten staat de tent, en een kwartier later liggen alle spullen die nog op de "Rakker" lagen, er ook. Zo, klaar, en nu ?

... staat de tent ...

Langzaam maak ik kennis met de anderen op "Kamp Holland". Daar is Frans, die ik ken van Kent, toen zijn motor even niet wilde leende ik hem de "Rode Rakker". Daar is Werner, de onbezorgde druktemaker, Boeroe is er en Puk en Carolien. Edward is aanwezig, en Floris en vele anderen. Onder de Hollanders zijn ook twee Noren, geadopteerd, zo vertelde Henk me later. Drie jaar eerder waren ze "gevonden" bij een tankstation waar ze in het engels op hun CX de weg vroegen. De Dutch CX-club had ze meegenomen naar Vechta 9, en sindsdien zijn Edle en Per lid van de familie.

Coen moest natuurlijk nog even "Hollands" op de foto. Samen met Robin, op klompen, word een tweede inrit foto van hem gemaakt. Even verderop staat "Angel", het CX 650 zijspan van Lieke. Dit is één van de mooiste motoren van het hele weekend, en heel veel komen even kijken naar het span.


... op klompen ...


... CX 650 met zijspan ...

We lopen wat over het terrein. En natuurlijk langs de geparkeerde CX-en. Het is een kwestie van "kijken en bekeken worden". Het is niet te schatten hoeveel er staan, en in hoeveel vormen en ontelbare wijzigingen. Edward, die duidelijk al eens eerder is geweest, verzekerd me dat er geen twee dezelfde zijn, dat er altijd wel een verschil te vinden is. Als ik het zo zie geloof ik hem meteen.


... niet te schatten ...


... geen twee dezelfde ...

Die avond was er een van vele hernieuwde en nieuwe kennismakingen, vooral onder de wat ervarener Vechta gangers. Daar was Annika, met een eigen motor hier. Daar waren Duitsers en Engelsen, Trev-H en Shuggy, een Deen(?) waarvan ik alle namen niet kon onthouden. En daar waren de kinderen van Lieke; Robin, Stèphanie en Kaithlyn. En behalve die vrolijke kinderen was er natuurlijk Roy, het hondje dat met Werner en Grietje mee reist in een tanktas. En iedereen kende iedereen....

De avond gaat voorbij met een drankje, een hapje en een praatje. Over waar we elkaar voor het laatst gezien hebben en over de toertocht die deze of gene deed. Over het verkeerd instellen van de TomTom, en over olie die zich moet zetten in het blok. Over waarom Frans' motor het eerst niet, en daarna weer wel deed. Het wordt later en later, en terwijl de band blijft spelen, en het houtvuur knetterd, merk ik ineens dat ik toch aardig moe ben.


... iedereen kende iedereen ...


... een drankje, een hapje ...

Tijd om de slaapzak op te zoeken. Even naar de douche en tanden poetsen. Zo. Misschien kon ik slapen. Maar nee, dat zou voorlopig niet gebeuren. Af en toe doezelde ik wel even weg, maar de muziek was zo luid, dat er van slapen niet veel kwam. Ook naast me hoorde in iemand draaien in de tent van de Noren. Per kon het niet zijn, die snurkte tegen de klippen op. Het moest Edle zijn, die ook de slaap niet kon vatten.

Eindelijk, nadat er al twee mensen over de scheerlijnen waren gestruikeld, om half drie, hield de muziek op. Eindelijk slapen, totdat een verlate onverlaat toch nog over de scheerlijn struikeld.......


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Terug naar de Motorpagina