Terug naar de Motorpagina


Vechta 2014, vrijdag


Proloog        Dag 1        Dag 2

Evenals vorig jaar reed ik met de Berendsen mee naar Vechta. Trevor, een Engelsman, en Chantal, uit de buurt van Bergen op Zoom, reden met hen mee vanaf Linschoten naar Ede, waar ik me zou aansluiten bij het konvooi. Het zou een langzaam konvooi worden. Niet alleen rijdt Coen met een Pop-up caravan achter de Volvo, ook Chantal en Lieke hadden een aanhanger achter de motor. Daarnaast reed Stephany op een Honda 125cc 'Rebel', omdat de wet haar wegens haar jeugdige leeftijd niet toestond om op een zwaardere motor te rijden. En ook die 'Rebel' kon niet zo vrees'lijk hard. Dus de maximale snelheid werd toch echt 90km/u en niet meer.

Om 8:15 kwam er een SMS-je van Coen, dat men uit Linschoten vertrok. Dan zouden ze, naar mijn schatting, om ongeveer 9:00 uur bij de carpoolplaats aan de A12 kunnen zijn. Dan moest ik dus zorgen om daar ongeveer vijf minuten eerder te zijn. Zo gedacht, zo gedaan, en inderdaad, om tien voor negen kwam ik, natuurlijk veel te vroeg, bij de carpool plaats. En amper stond ik daar of, jawel, het begon te regenen. Niet veel, maar toch genoeg voor mij om, onder de beschutting van de aanwezige fietsenstalling, toch maar de regenbroek weer in het motorpak te ritsen, en de tanktas met het regenhoesje af te schermen.

Om vijf over negen kwamen, door de laatste druppels van het kleine pesterige regenbuitje heen, de Vechta-gangers in zicht. Een verkeerslicht en een paar bochtjes verder kwamen ze de carpool plaats opgereden, waar natuurlijk de nodige begroetingen plaats vonden. Terwijl ik mijn jas weer dichtritste, en alle andere voorbereidingen trof om verder te rijden, werd er door de een een sigaretje, en door de ander wat te eten genomen. De eerstvolgende stop zou bij een tankstation moeten zijn, want Silverwing, CX500C en Rebel konden wel weer wat gebruiken, evenals de Volvo.

... de carpool plaats opgereden ...
... de carpool plaats opgereden ...

Het eerste tankstation op de route was slechts een kleine vijf kilometer verderop, dus, amper lekker op weg vanaf Ede moest er weer gestopt worden. Logisch, want het konvooi had al een flink eindje rijden achter zich. Het kwam er op neer dat iedereen een volle tank wilde halen, en de enige die dat niet hoefde, dat was ik. Natuurlijk was mijn CX-je in Ede al afgetankt, en die paar kilometertjes, dat verbruikt bijna niets.

... iedereen ...
... iedereen ...

...  een volle tank ...
... een volle tank ...

Opstappen dan maar weer, met nu de bedoeling om een flink aantal kilometers onder de banden door te krijgen, voordat we weer ergens stoppen. De maximale snelheid met zo'n konvooi is echt niet hoger dan 90km/u, en ook dat bereik je niet zomaar, want een motor met aanhanger doet er toch iets langer over om die snelheid te bereiken. Dus mijn toch al rustige rijstijl werd er nog rustiger van. Ik verbaasde me wel over Stephany, op haar 125cc Rebel. Dat Hondaatje had toch vrij veel pit, en wist me redelijk bij te houden, beter dan de zwaardere Silverwing, die natuurlijk gehinderd werd door de aanhanger.

Vanwege de aangepaste snelheid werd er hoofdzakelijk op de rechterbaan gereden, hoewel er toch af en toe een klein beetje werd ingehaald. Over het algemeen waren wij het die werden ingehaald, en heus niet alleen door personen auto's. En zo'n grote vrachtwagen, die langzaam naderde in de spiegel, en dan gestaag naast je voorbij schoof, nee, dat was niet echt prettig.

TomTom liet met keurig op de juiste momenten de te volgen route zien, en zo duurde het niet lang voor de op de rondweg Oldenzaal waren. Bij de rotonde naar Denekamp werd ons konvooi gescheiden door een auto, die pardoes achter Stephany invoegde, zonder rekening te houden met motoren die daar weer achteraan kwamen. Toegegeven, het paste, maar aardig was het niet. Even zat ik te denken wat ik moest doen. Parkeerplekje zoeken en stoppen, auto laten passeren en weer invoegen? Of toch niet? Als ik alleen had gereden had ik het waarschijnlijk wel gedaan. Maar aan de andere kant, de auto kon er toch niet voorbij, en mijn snelheid was nog steeds gericht op het bij elkaar houden van ons konvooi. Pas bij Denekamp, waar ik bij een tankstation wilde stoppen, kon de auto weer verder, zonder gehinderd te worden door die rare, langzaam rijdende motorrijders. Het tankstation was ten prooi gevallen aan de oprukkende automatisering. Het kantoortje was dicht, en betalen moest per pinpas. Dat lukte bij Trevor niet, en die gebruikte dus mijn pasje om te tanken, waarna ik het bedrag contant terugkreeg. Zo kon het ook.

Het voorplein van het tankstation was groot en verlaten. Een ideale plek om eventjes rust te houden, wat te eten van de broodjes die meegebracht waren uit Linschoten, en de verschillende mee-reizende honden wat beweging te gunnen. Ik probeerde nog of de "Wubbenhof", het restaurant aan de andere kant van de rotonde, al open was, maar helaas, vertelde een telefoonstem me, ze gingen pas om half twaalf open. Daar konden we niet op wachten.

Na de lekkere broodjes gingen we weer op weg, langs Denekamp, Duitsland in. De weg was bekend, en de reis ging, kalm met 90 rijdend, vlot. Bij de rustplaats 'Laxtener Sand' werd nog een stop gehouden, maar daarna was het afgelopen, en zouden we de geplande route tot aan Vechta blijven volgen...... dacht ik.

Vanaf de '213' naar de '214' is altijd wat moeilijk, maar deze keer lukte het zonder grote problemen. De enige auto die zich er tussen wist te wringen kreeg ruim baan bij een verkeerslicht, en toen reden we weer samen. Maar bij Freren stonden er ineens borden langs de weg met "Umleitung", een omleiding op z'n duits. Ook stond er aangegeven hoe we dan wel konden rijden. En dat leek een grote omweg te worden. Dus de thuis zo netjes in de TomTom geplaatste routepunten werden bijna allemaal gemarkeerd als 'bezocht' en ik liet het aan TomTom over om een nieuwe route te vinden. Eerlijk gezegd had ik al die TomTom instellingen liever even op een rustig en kalm stop-plekje gedaan, maar vooraan het konvooi is zoiets niet zo heel makkelijk te regelen. En hoewel het scherm van zo'n TomTom Rider is ingesteld op bediening met handschoenen aan, hou je toch wel dikke vingers bij de bediening. Uiteindelijk lukte het natuurlijk, en ik denk niet dat iemand achter me er veel van gemerkt heeft.

De nieuwe route zag er goed uit en de aankomsttijd was maar een ietsje-pietsje verschoven. Wel moest ik, waar de omleiding ons rechtsaf wilde laten gaan, duidelijk aangeven dat ik het echt wel wist, en dat ik zeker van mijn zaak was. Iedereen trapte erin, en voortrijdend achter TomTom aan, met een mooi zonnetje erbij leek de omgeving me toch min of meer bekend voor te komen. En dat klopte bedacht ik me, want een aantal jaren terug was ik inderdaad via deze weg naar Vechta gereden.

Deze nieuwe route voerde ons door Quakenbruck, langs een opeenvolging van krappe bochten. Hier raakten Stephany en ik bijna de anderen kwijt, na een snelle opeenvolging van viaduct, afslag, bocht, voorrangsweg, rotondeafslag en dan weer rechtuit. Ik had het op tijd in de gaten, en na een minuutje wachten zag ik een Silverwing, een blauwe CX, nog een motor en tot slot een Volvo met caravan in de spiegel door de bocht komen. Mooi, iedereen was er, verder maar weer.

Het grote voordeel van deze route, en dat had ik al eens eerder op de computer gezien, was dat we in Dinklage niet het lastige punt hoefden te nemen, waar we een voorrangsweg op moesten rijden, iets wat met zo'n konvooi best lastig kon zijn. Nu was er een rotonde die driekwart genomen moest worden. Misschien ook niet helemaal makkelijk voor aanhangers, maar we hoefden niet te wachten totdat het verkeer wat minder werd en konden goed bij elkaar blijven.

Het laatste stukje alweer, de rondweg bij Vechta op, en de bordjes 'CX-treff' volgen. Om 13:15 reden we de Moorkamp op, beter gezegd het terrein van de BdkJ. Het was een heel vlotte reis geweest, ondanks de wat lagere snelheid in verband met de aanhangers.

De fotoman stond al klaar, en het lukte me om in tegenstelling tot voorgaande jaren, niet een heel vermoeide, of gewoon idiote uitdrukking op m'n gezicht te houden. Het werd gewoon een goede foto. Nou, die zou ik later wel zien, nu was het tijd om de motor te stallen, en de tent op de zetten.

... gewoon een goede foto ...
... gewoon een goede foto ...

Op SJK, het Nederlandse treffen, waren er de laatste keer nieuwe parkeer-plankjes geweest. Onze Duitse vrienden vonden dat kennelijk een goed idee, en hadden dat goede voorbeeld gevolgd. Overal lagen mooie dikke planken om de motor op te zetten. Helaas waren de meeste planken zo dik dat het moeite kostte om de CX er op te hijsen. En op de zijstandaard laten staan was ook geen erg groot succes, omdat de motor dan vervaarlijk rechtop stond. Dus het parkeren koste even wat extra moeite, maar toen stond 'ie ook, hoog en hopelijk droog.

Werner, die met Goldwing en grote aanhanger al eerder was vertrokken, was vroeg aangekomen en had een afzetting gemaakt voor kamp 'Nieuw-Holland'. Natuurlijk is het best wel jammer dat de Nederlandse afvaardiging op een dergelijke manier word gesplitst in twee aparte groepen, maar de brandweer verordening stond niet toe dat grote tenten en caravans en dergelijke op het achterste veld kwamen te staan, waar vanouds het kamp 'Holland' was gesitueerd. Ik besloot om me ook deze keer weer bij 'Nieuw Holland' aan te sluiten en legde mijn tent-pakketje op een mooi plekje neer.

En toen bleek maar weer eens dat zo'n heel klein, en snel op te zetten tentje toch wel z'n voordelen heeft. Want dat kleine tentje van mij stond al lang (wel drie meter) en breed (wel twee meter) toen de pop-up caravan, en de grote tent van de Berendsen nog in een zeer pril stadium van opzetten verkeerden. Vanzelfsprekend stak ik een helpende hand toe met het vastzetten van dit, en het aanreiken van dat.

Het voordeel van zo'n grote tent of caravan is natuurlijk wel de enorme ruimte die dan tot je beschikking staat. Want ruimte, daar had ik een beetje gebrek aan. Maar goed, samen rijden, samen kamp opzetten, samen de ruimte delen, zo gaat dat op een Vechta weekend.

... erg rustig op Vechta ...
... erg rustig op Vechta ...

Het was nog vroeg en erg rustig, daar op Vechta, Ik ging maar eens een rondje maken, en het leek erop dat óf iedereen nog moest komen, óf dat het een erg rustig Vechta-weekend zou worden. Wel kwam ik een aantal Nederlandse bekenden tegen, en ook de pizza kraam en de meneer met de worsten stonden er weer. De sinas heette hier geen sinas, maar nog steeds Fanta, en toen die spraakverwarring over was, was het al weer een uurtje later.

Beussie was ondertussen ook aangekomen, met deze keer niet zijn bekende 'Turbo' maar een mooie Silverwing. Ik had nog een klein kadootje voor hem meegebracht, en dat moest toch even afgegeven worden. En toen ik daar toch was bleef ik meteen maar eventjes een uurtje zitten praten. Altijd wat te vertellen, en anders een goede luisteraar, zo ging de tijd wel voorbij. Maar na de derde cola ging ik toch weer even ergens anders kijken.

... Beussie was ook aangekomen ...
... Beussie was ook aangekomen ...

Die avond bestond het avond eten uit heerlijke broodjes met worst, en er was genoeg, alhoewel we wel wat moersten overhouden voor Marcel en Michael, die pas om zes uur uit Nederland konden vertrekken. Ook andere Nederlanders vonden de weg naar Vechta, en niet iedereen ging naar 'Kamp Holland', ook kwam een aantal op 'Kamp Nieuw Holland terecht. Zo werd de Nederlandse delegatie netjes over het hele terrein verdeeld, en leek het alsof er veel meer Nederlanders waren, dan dat er ook werkelijk aanwezig waren.

Het begon al wat kouder te worden, terwijl het langzaam donker werd. Nu de zon weg was, was het goed te merken dat het niet echt warm was. Gelukkig had ik uit voorzorg toch een kruikje meegenomen, verstopt onder de slaapzak. En dat moest natuurlijk wel met zo warm mogelijk water gevuld worden. Toen dat in mijn tentje lag, bezig me het opwarmen van mijn slaapzak, ging ik nog even een klein uurtje mee met een aantal Nederlanders, nog wat eten en/of drinken, eerst op de banken bij de bar en later, toen het een heel klein beetje begon te regenen, onder een afdakje. Maar daarna was het wel bedtijd voor me geworden, vond ikzelf. De kruik had een warm plekje gemaakt en terwijl ik daar prettig in weg rolde viel ik al gauw in slaap.

Toch werd ik nog twee keer wakker die nacht. De eerste keer wilde de slaap niet meer komen, en werd de, bijna traditie getrouwe, gang naar de douches gemaakt. De tweede keer werd ik wakker van de kou. En dat was een erg onplezierige manier om wakker te worden. De dikke jas werd over mijn voeten gelegd en ik wikkelde me strak in de slaapzak. Op de een of andere manier viel ik weer in slaap.......


Proloog        Dag 1        Dag 2